Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In Bildtse Bluf vertellen ze er zelf over.
Hoi Anneke,
Dank weer voor je fijne brief uit Den Haag. Er zullen altijd vragen blijven, wat mij betreft ook over de Friezen en hun prachtprovincie. Ik blijf me afvragen waarom Friezen dikwijls zo ‘dubbel’ zijn. Een eigen volkslied, maar intussen weglopen met ons Koningshuis.
Met de rug naar de Randstad, maar wel graag een Lelylijn om juist daar zo snel mogelijk te kunnen komen. Volop schapenboeren hier, maar die malle natuurfreaks met hun rotwolven hebben uitgerekend in Friesland het hoogste woord! En dan benoem ik nog maar drie dingetjes. Eenheid in verscheidenheid is mooi, maar waar staan die Friezen nou eigenlijk voor? Ik vrees dat dit voor mij een grote puzzel blijft.
Nu iets leuks. Want in Friesland mag ik zo graag om me heen kijken, hoe vrij en blij de meeste mensen hier wonen! Wat een immens verschil met de Randstad. Hoogbouw zie je hier vrijwel niet, nergens flats met schotelantennes aan mini-balkons, of andere akelige portiekwoningen. Ga eens kijken in Zoetermeer, in Leidschendam. Voorburg! Wat een verschrikking!
Ja, in Leeuwarden zie je ook flatgebouwen. Daar kom ik dan ook liever niet, want van dat soort woonomgeving ben ik nog volop aan het afkicken. Ik krijg de kriebels als ik daar heen moet, spontaan huiduitslag. Zo behoren mensen toch niet te wonen, in een vakje van zoveel kuub! Over stikstof gesproken. Opgepakt tussen anderen die ze niet kennen maar die ze wel de hele dag (en vaak ook ‘s nachts) moeten horen, als is het maar als buren de wc doortrekken. Is dat menswaardig? Ik huiver er van.
In Den Haag woonde ik vele jaren in een rustig hofje. Den Haag is niet alleen hofstad, maar ook hofjesstad. De menselijk maat, zo belangrijk voor elk mens. Daar hield ik het nog net uit, maar steeds vaker trok ik de laatste jaren naar Frankrijk, waar we ooit een piepklein stationnetje kochten, aan een verlaten spoorbaan midden in de natuur, in een tijd dat je voor de prijs ervan in Nederland nog geen garage kon kopen.
Zo pendelde ik jarenlang heen en weer, maar nu we in Friesland zijn is die vluchtdrang wat minder geworden. Friesland snapt in ieder geval hoe mensen behoren te wonen, hoe te leven, met elkaar maar niet aldoor op elkaars lip. Want stop je twee muizen in een doos, dan heb je nog kans op een vreedzame samenleving. Maar stop je er tien bij elkaar in die beperkte ruimte, dan beginnen ze aan elkaar te knagen! Met mensen is het niet anders, denk ik.
Iedereen heeft een zekere leefruimte nodig. Frankrijk is vijftien keer zo groot als Nederland, maar er wonen nog geen drie keer zoveel mensen. Nog vliegen die elkaar soms in de haren, maar die kans is aanmerkelijk kleiner dan in Nederland, waar mensen in de Randstad op elkaar gepakt zitten en zelfs in natuurgebieden als Meijendel, het duingebied tussen Den Haag en Katwijk, nog ruzie krijgen over hun beweegruimte. Je hebt daar verkeersdrempels in de fietspaden! Anders vliegen wandelaars en fietsers elkaar in de haren. Dat zegt volgens mij alles.
Op zondagen gaan we wel eens ‘n stukje rijden, Friesland verder verkennen. Waar wonen we nu eigenlijk? Soms schieten we ongemerkt ook Groningen in, de kant op van Kloosterburen.
Wondermooie kalmte. Altijd weer voelen we vredige rust. Als we fietsers tegen komen, wordt er spontaan gezwaaid, maar normaal zie je er niemand! Dan denk ik vaak aan Frankrijk. Dat ik op m’n motor stap, bij ons spoorhuisje in de Herault en naar het naburige departement Aveyron rijd, een rit door bossen en weilanden van enkele uren. Kom ik helemaal niemand tegen, alleen een paar verbaasde reeen! Die fantastische ruimte, wat een verandeming! Precies dat gevoel krijg ik in Friesland ook. Daar word een mens gewoon weer mens!
Dus bij al mijn kritische noten en noodzakelijk gemopper moet ook dit prachtige aspect van Friesland zeker eens benoemd worden. Daarom wijd ik daar nu eens mijn hele brief aan, mijn lieve Anneke. Kijk maar uit, daar in Den Haag, want voor je het weet ga je nog denken dat een mens zo opgepakt behoort te wonen. Als je niet anders weet… maar voor een Friezin, zoals jij?
Ik kijk al weer uit naar jouw brief, naar jouw kijk vanuit het wilde Westen!
Veel hartelijks weer, van
Jos
A goeie Jos,
Dank voor je mooie brief! Ik vrees ook dat dubbele van de Friezen een grote puzzel blijft, en eentje zonder oplossing. Er zijn een hoop zaken die de Friezen met elkaar verbinden, maar dat maakt nog niet dat het één volk is, waarbinnen iedereen hetzelfde denkt. Dat geldt toch ook niet voor alle Nederlanders, of Brabanders, of Europeanen? Gelukkig niet, zou ik willen zeggen!
Je snijdt een aantal onderwerpen aan, dingen die je de Randstad uit hebben gejaagd. In het dagelijkse ‘snelle leven’, gevuld met carrière, sport en het sociale leven, heb ik ogenschijnlijk niet zoveel last van de door jou omschreven herrie en het hutjemutje wonen.
De afgelopen weken ben ik echter vrij geweest. Deze vakantie had ik gevoelsmatig voor het eerst sinds ik hier woon tijd om gewoon ‘te zijn’. Daarnaast had ik meermaals familie uit het noorden die een paar nachten kwamen logeren. Als je dan samen als noorderlingen door Den Haag wandelt en je vakantiedingen doet, dan vallen je toch meer dingen op.
Dingen die het stadse leven bij tijd en wijle gewoon ronduit onaangenaam maken. Zo stonden we meermaals als sardientjes in een blik in de warme tram vanaf het strand. Ook heb ik een bovenbuur – ik zou niet weten wie, in het gigantische complex – die het klaarblijkelijk normaal vind om elke zaterdagochtend vanaf 7 uur keihard muziek te draaien: tot zover uitslapen. En na een middag winkelen concludeerden we dat het zo opviel dat het personeel in een groot deel van de winkels zo enorm onvriendelijk en ongeïnteresseerd over komt.
Dat kennen we eigenlijk niet, in Fryslân: daar word je door de gemiddelde winkelbediende gewoon aangekeken tijdens het afrekenen, en in veel gevallen wordt er even een praatje aangeknoopt. Nu ik me er bewuster van ben, mis ik dat wel.
Daarnaast viel me de afgelopen weken ook meer dan ooit op dat ik me in de Randstad zo sterk geconfronteerd voelde met de imperfectie van de maatschappij. Anders dan in Fryslân is het verschil tussen arm en rijk enerzijds heel groot en anderzijds zo extreem duidelijk.
De welgestelden lopen met designerspullen de Bijenkorf uit, en in diezelfde straat zitten meerdere thuislozen te bedelen, of wordt voor je neus op klaarlichte dag iemand in de boeien geslagen voor winkeldiefstal bij nota bene diezelfde Bijenkorf. En wat me daarbij misschien nog het meest raakt, ook omdat het mezelf ook betreft: iedereen loopt er snel omheen, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. We willen het niet eens meer zien voor wat het is, of waar het een uitvloeisel van is: zo extreem is het individualisme hier.
Ik ben benieuwd hoe jij tegen deze zaken aankijkt, Jos. Daarnaast vroeg ik me nog af, nu ik deze zomer meerdere noorderlingen door Den Haag en omstreken heb geleid: hebben jullie in het hoge noorden wel eens vrienden of familie die jullie vanuit de Randstad komen opzoeken? Waar neem je ze dan mee naartoe? En wijken hun meningen en observaties dan ook af van die van jou?
Uiteraard met de hertelike groetnis uit Den Haag teken ik, in afwachting van jouw volgende brief,
Anneke