Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In Bildtse Bluf vertellen ze er zelf over.
Hoi Anneke!
Dank weer voor je openhartige brief van vorige week! Bij jou in de Randstad hoor je dikwijls over lichtvervuiling. Milieugoeroe’s die vinden dat het met de openbare verlichting wel wat minder mag. Al was het maar om de planeet te sparen. Anderen vinden onze alom verlichte straten in de Randstad juist wel noflik, zelf had jij het laatst ook over de vrolijke kerstverlichting…
Nu betrap ik mijzelf er juist op, in deze donkere dagen, dat ik er in Friesland ‘s avonds liever niet op uit ga, over die werkelijk aardsdonkere wegen in het Noorden.
Ik vind het maar niks! En ik hoor het ook van leeftijdgenoten om mij heen: nee, ‘s avonds rijd ik liever niet, in het donker. En donker is hier het, hoor! Stikkedonker. Soms rijd ik pardoes half een vluchtheuvel op, omdat ik ‘m gewoon niet kon zien!
Dat is dan nog niet eens zo erg… wegenbouwers hier houden er kennelijk al rekening mee, want ze hebben die heuvels zo gemaakt, met schuin aflopende stoepranden, dat je er moeiteloos op en af kunt rijden, je merkt het nauwelijks!
Laten we even vaststellen dat het met de openbare verlichting in het Noorden allerberoerdst is gesteld! Ook op de hoofdwegen, bij tunnels, bruggen en aquaducten.
Van de week waren we even naar Groningen gereden, via Lauwersoog. Dat doen we wel vaker, wij vinden het net over de provinciegrens in de uitgestrekte gemeente Het Hogeland ook prachtig! De mensen die er wonen zijn doorgaans erg vriendelijk en je kunt ze ook verstaan, want ze spreken er gewoon Nederlands! Dan gaan we wel eens naar Kloosterburen, daar heb je een gezellig dorpscafe. Lunchen we daar wat en dan rijden we via de Walden weer terug. Op ons gemakkie.
Maar van de week was het opeens halfvijf, en toen was ‘t al donker. Het regende flink en het waaide ook stevig en we besloten dezelfde weg terug te rijden, via Lauwersoog en Dokkum. Die weg is dan levensgevaarlijk! Ze rijden er als gekken.
Er is daar geen enkele verlichting, zelfs niet bij de kruisingen en bij die storm met hevige slagregens besloot ik dat zeventig per uur nog net veilig was. Wat denk je: kwamen ze ons in het donker voorbij stuiven. Wat een dwazen! Eerst nog knipperen met groot licht, zo van: rij eens een beetje door! Het barst op de noordelijke wegen van de aso’s en politie zie je nergens.
Voor je dagelijkse portie ergernissen ben je heus niet op de Randstad aangewezen, haha! Wat mij ook opvalt, op ‘t Bildt met name: dan staan er wel lantaarnpalen, maar ze doen het niet! Ook bij gevaarlijke kruisingen van plattelandswegen.
Bel je op om zo’n storing te melden, dan doen ze een partij ingewikkeld: ja, er moeten nieuwe spaarlampen in en die hebben we nog niet binnen, zulk soort teksten… Terwijl straatverlichting een basistaak van de overheid is! Dan moeten die gratis regenboogvlaggen voor alle scholen maar even wachten, zou ik zeggen: eerst maar eens doen waarvoor wij burgers een overheid in het leven riepen!
Voorlopig blijf ik ‘s avonds maar binnen, in ons Bildtse buurtje, want het is mij op die onverlichte Friese wegen te gevaarlijk!
Hoe doe jij dat, de komende feestdagen? Blijf je daar, of ga je naar familie in Friesland?
Ik kijk al weer uit naar jouw brief met Randstedelijke belevenissen! Warme groeten,
van Jos
Ha die Jos,
Enorme dank weer voor je brief. In de vorige brief gaf ik aan de feestdagensfeer in Den Haag meer te proeven dan in het hoge, wijdse, donkere noorden. Er is in het noorden natuurlijk wel iets dat ik in Den Haag niet heb: mijn familie. En dat is (voor mij althans) daarin toch ook wel iets heel belangrijks! Dus voor Sinterklaas heb ik me laatst weer richting het noorden bewogen. En daar vielen me toch weer wat dingen op.
Ik kan me goed voorstellen dat mijn eerdere brief over gezellig verlichte straten de ergernissen in het noorden over slecht verlichte wegen en idioot rijgedrag bij je naar boven haalt! Die ergernis kan ik alleen maar beamen. Eerder vertelde ik al dat ik niet een geboren chauffeuse ben, en ik rijd in mijn dagelijks leven natuurlijk weinig.
Als ik rijd, is het in Fryslân. Dan is rijden in het noorden inderdaad alles behalve een pretje, om alle redenen die jij in je brief noemt. En laten mijn ogen nou van nature ook niet de beste zijn, zeker niet in het donker: bij mij komen lichtbronnen in stervorm binnen, des te erger is bij beperkt licht. Eigenlijk levensgevaarlijk, en wonderbaarlijk dat het aantal ongelukken nog zo binnen de perken blijft.
Wat me ook opviel, is dat ik behoorlijk verwend ben qua warmte (en energieverbruik) in mijn nieuwbouwappartement met vloerverwarming op de warmtepomp. Een appartementencomplex houdt natuurlijk ook veel meer warmte vast, en je profiteert van de warmte van de buren om je heen.
Mijn ouderlijk huis is een ouder, vrijstaand huis met een CV-ketel. Ik als Randstedeling ben natuurlijk totaal onvoorbereid op voeten die met geen mogelijkheid warm te houden zijn. Dus op de Charles Dickens-kerstmarkt in Dokkum een paar heerlijk warme, wollen pantoffels gescoord.
In de categorie gezellige feestdagen moet ik Fryslân hier overigens wel credits geven: zo’n stadje als Dokkum, dat leent zich wel enorm goed, voor de kerstmarktsfeer. Meer dan een massaal Den Haag, al kan ik me voorstellen dat ik daar de pareltjes ook nog moet vinden, in de knussere wijken. Als je nog tips hebt: welkom!
Je vraagt naar mijn plannen voor de feestdagen zelf. Zoals gezegd, familie is belangrijk, dus met kerst ben ik zeker in het noorden. Voor de jaarwisseling heb ik wel andere plannen dan normaal. Het jaarlijkse oliebollen bakken met mijn vader halen we een paar dagen naar voren, want ik vier voor het eerst sinds ik hier woon, de jaarwisseling zelf in het Haagse.
Heel benieuwd, hoe ik dat ervaar. Qua zicht op vuurwerk zitten we in ieder geval gebakken: vrienden met een appartement op de twintigste verdieping stellen hun huis open.
Wat zijn jouw plannen, Jos? Kerstdiner, meubelboulevard, carbidschieten? Vertel!
Voor nu sluit ik weer af met de vertrouwde hertelike groetnis uit Den Haag,
Anneke