Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In Bildtse Bluf vertellen ze er zelf over.
Hoi Anneke,
Wat een bijzondere afweging in je laatste brief: woon je hier of woon je daar? Tijdelijk thuis in Den Haag of eigenlijk toch altijd Friezin, tegen alle verdrukking in?
Waar ik ‘s avonds mijn hoofd te rusten leg, dat is mijn thuis. Zo voel ik het, tegenwoordig. Zeg ik er wel bij: mijn rustplekken zoek ik zorgvuldig uit.
Misschien zal leeftijd hier een rol spelen. Jij bent in elk geval nieuwsgierig genoeg en dat kan een veelbelovend begin worden van een wondermooie ontdekkingsreis.
Zelf was ik aanvankelijk ook aardig honkvast, zat ik nogal vastgebakken aan Den Haag: mijn stad, mijn wereld.
Ik begon er bij de krant, op de Haagse redactie. Ik ken van Den Haag elke straat, elke plek, elke hoek. De redactiechef daar zag wel wat in mij en stuurde me op een dag opeens naar Canada, voor een reportage over oorspronkelijk Scheveningse visserslui die zich met hun schepen in Nova Scotia hadden gevestigd. Later werd ik uit Den Haag nog eens naar Libanon gestuurd, voor een reportage over een Hagenaar in het VN-vredesbataljon daar, die ging trouwen met een Arabisch meisje.
Er ging een wereld voor mij open: ik ontdekte het Midden-Oosten. Dus toen de krant mij naar Amsterdam riep, schrok ik al niet meer van internationaal reportagewerk… jarenlang leefde ik uit een koffertje, zo werd ik gaandeweg een heuse wereldburger. Uiteindelijk sloeg ik daarin een beetje door, want op het laatst zat ik voor de krant meer in het buitenland dan in Nederland. Opeens moet ik denken aan Joseph Luns, vele decennia terug onze minister van Buitenlandse Zaken.
Die werd eens geïnterviewd door de Amerikaanse televisie in een tijd dat Nederland, om een politieke reden, twee ministers had, op Buitenlandse Zaken. Waarom zo’n klein land twee ministers van Buitenlandse Zaken nodig had, vroeg die Amerikaanse reporter. Waarop Luns, altijd ad rem, reageerde: ‘Hoe kleiner het land, hoe meer buitenland!’
Zo is het helemaal. Soms snap ik de jongelui van vandaag niet. Zijn ze net afgestudeerd, hebben een startbaantje en dan beginnen ze meteen over trouwen en warempel ook serieus over hun pensioen, over pakweg vijftig jaar. Dan roep ik: ga eerst eens even de wereld verkennen! Die is zo immens groot. Er valt zoveel te zien, te ontdekken en te beleven: ga weg, ga op reis! Er is zoveel keus, je allergrootste liefde woont misschien wel op dat eiland in de Stille Oceaan…maar die heb je nooit gezien want je bent daar nog nooit geweest! Ga er heen, alleen als je er hebt rondgekeken, weet je misschien iets. Al weet je dan eigenlijk nog niks! Want het barst van de mooie landen en eilanden, met leuke mensen.
Thuis tuinieren moet je pas doen als je oud en krakkemikkig wordt, zoals ik. Wanneer je zoveel mogelijk plaatsen op de wereld hebt bekeken, dan kom je soms tot de slotsom dat er geen plek lekkerder is dan je eigen achtertuintje…
Na al mijn omzwervingen over de wereld bracht ik mijn lief mee uit uit het Thaise grensgebied met Laos. Maandenlang toerden wij samen op onze motoren door Zuidoost-Azië. Dik vijf jaar werkte ik er. Uiteindelijk kozen wij gezamenlijk voor een thuisbasis in Friesland, een bijzondere, bewuste, veelzeggende keuze. Want als wereldburgers met NL-paspoorten kunnen we eigenlijk overal wonen! Een mooie ankerplaats, zo zien wij Friesland. Verrukkelijke rust. Daar is het altijd fijn thuis komen.
Waarom vertel ik je dit allemaal? Als honkvaste Friezin, zoals je schrijft, wil je van mij weten hoe ik er naar kijk dat je van werkplek veranderde en verhuisde naar de drukte, naar je nieuwe woonplaats Den Haag. Terwijl je je toch ook aldoor aangetrokken blijft voelen tot je vertrouwde Friesland. Schizofreen? Dat woord mogen wij, in deze context, niet gebruiken van mijn buurvrouw, die psychiater is. ‘Dat is een heel akelige ziekte,’ zegt zij. Wij bedoelen veeleer heen en weer geslingerd te worden, tussen hier en daar, tussen roots en omzwerving. Het gras lijkt bij de buren altijd groener! Je ergens echt thuis voelen? ‘Home is where the heart is’, zeggen sommigen.
Tijdje terug zat ik in Frankrijk in zo’n boemeltreintje. Die stopte op allerlei stationnetjes, waar niemand in of uit stapte. Roqueredonde, heette zo’n halteplaats. Dat ik dacht: als ik hier nou eens uitstap, welke wending zal mijn leven dan nemen? Begrijp je mij?
‘Mis jij Nederland niet?’ werd mij dikwijls gevraagd in de tijd dat ik buitenlands correspondent was en in Beiroet woonde, later in Cairo, daarna weer in Amerika en toen in Azië. Dan zei ik altijd: Ik mis Nederland alleen ik er even ben!
Dus, mijn beste Anneke, beschouw Den Haag nou als een leuke start van de grote ontdekkingsreis die nog maar net is begonnen. Jij bent jong. Onderweg zijn, daar gaat het om. Ervaring leert dat de bestemming meestal tegen valt, haha! Maar de reis is fantastisch! Geniet er van, zoals wij intens genieten van onze mooie plek aan de Waddenkust en zoals ook wij het uitwaaieren nog lang niet hebben afgeleerd!
Alle geluk toegewenst vanaf je Haagse springplank! Tot je volgende brief, met tige groetnis út Fryslân, van
Jos
Ha die Jos,
Goh… wat een prachtige, voor mij toch wel therapeutische brief heb je geschreven. Enorme dank voor je visie en voor het geven van een inkijkje in jouw omzwervingen en bedenkingen daarin. Ik ga mijn uiterste best doen om tegen mijn leven aan te kijken zoals jij mij adviseert: als een ontdekkingstocht, waarover ik me gelukkig mag prijzen dat ik die mag maken.
Je beschrijft dat je vaak met verbazing kijkt naar de jeugd die al op jonge leeftijd settelen en ogenschijnlijk al bezig zijn met het einde van hun carrière voordat ze goed en wel begonnen zijn. Daar sla ik wel op aan: een deel van de leeftijdsgenoten in mijn omgeving in Fryslân heeft – gechargeerd – dat leven.
Basisschool, middelbare school en hoger (beroeps)onderwijs in een straal van 50 kilometer, een partner uit een dorp verderop, en nu een huis en baan bij wijze van spreken in de achtertuin van het ouderlijk huis. Ik kon me dat nooit goed voorstellen: hoe kun je nu kiezen voor het – in mijn ogen – eerste de beste dat je tegenkomt, als je niet weet waar je nog meer voor kunt kiezen? Hoe kun je er bewust voor kiezen jezelf al aan de voorkant te beperken?
In één van mijn eerste brieven schreef ik al dat ik tijdens mijn jeugd het liefst weg wilde, steeds een stapje verder, mijn leefwereld steeds verder wilde uitbreiden. Een belangrijke drijver voor mij is het feit dat ik koste wat kost mezelf geen beperkingen wil opleggen in het leven: ik wil mijn eigen keuzes kunnen maken en daarbij nooit hoeven denken ‘Dat kan ik niet’ en ’Dat durf ik niet’. Dat betekent niet dat ik alles moet weten, durven of kunnen. Maar wel de dingen die van belang zijn voor het levenspad dat ik voor ogen heb.
Een voorbeeld daarvan? Op mijn dertiende had ik besloten dat goed Engels leren spreken en schrijven een belangrijke sleutel was voor mijn droom ooit in het buitenland te wonen. Dus keek ik vanaf toen films en series met Engelse ondertiteling.
Een ander voorbeeld? Ik heb nooit een rijbewijs nodig gehad om me te verplaatsen en ik ben niet gezegend met natuurlijk verkeersinzicht. Maar ik wilde mezelf niet de beperking opleggen van het OV of de passagiersstoel. Ik bleek ook zeker geen rijtalent, dus mijn instructeur stelde na tientallen lessen voor om voor het automaat-rijbewijs te gaan. Dat heb ik geweigerd.
Ik ben geswitcht van instructeur en uiteindelijk ben ik geslaagd. Voor het schakelrijbewijs. Nu moet ik wel zeggen: dat rijbewijs gebruik ik vooral in het noorden. Ik heb het gehaald in Groningen, waarvan toentertijd de visie was dat dat een drukke en lastige stad was om in te rijden. Inmiddels bekijk ik dat met een andere meetlat: mijn rijbewijs inzetten in de chaotische Randstad is een belangrijke stap in mijn ‘geen beperkingen’-denkwijze die ik nog niet heb gezet. En dat moet wel!
Een paar brieven geleden deelde ik een visie op het stadse straatbeeld met je. Voordat het beeld ontstaat dat ik me altijd compleet gedeprimeerd door de straten van het Haagse voortbeweeg: even vaak verbaas ik me over de schoonheid en voel ik me op mijn plek.
Gisterenochtend nog: al hardlopend over door bomen en groen omgeven fietspaadjes, door de herfstlucht, met af en toe de geur van wasmiddel die links en rechts uit hofjes komt waar de was op het balkon buiten hangt. Op dat soort momenten zie ik de voor jou zo gruwelijke appartementencomplexen dan met een geheel geromantiseerde bril, als een soort poppenhuisjes gevuld met levensverhalen. Gelukkig maar, want anders hield ik het natuurlijk niet uit hier.
Dit was ‘m weer voor nu! Ik kijk uit naar je antwoord, met uiteraard de hertelike groetnis uit het Haagse,
Anneke