Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In Bildtse Bluf vertellen ze er zelf over.
Hoi Anneke!
Wel bedankt voor je puike brief. Je schreef me dat de Friezen ‘uiteraard’ niet over alle dingen hetzelfde denken. Nou, ik mag inderdaad hopen van niet.
Maar als Friezen zelf, in al hun verscheidenheid, hun Friese identiteit telkens zo uitdrukkelijk in de strijd gooien, dan wordt dat in mijn optiek toch ietsje anders.
Soms ervaar ik dat als eng, misschien nog wel enger dan eng nationalisme. Het is dan net of Friezen met de rug naar de rest van Nederland gaan staan. Dat geeft niet-geboren-Friezen, die zich met alle plezier, recht en reden in Friesland vestigen en zich hier onder Friezen bevinden, wel eens een onaangenaam gevoel.
Het moet je intussen zijn opgevallen: Hagenaars hebben ook hun eigen taaltje. Verstaanbaarheid en begrijpelijkheid zijn voor mij voorwaarden, in alle communicatie.
Door mijn kolommetje ‘Uitgesproken’, elke zaterdagmiddag bij Omroep Zilt, heb ik dikwijls contact met luisteraars die dat ook zo voelen. Ook met nieuwkomers hier, die uitgerekend om deze reden niet naar die eng-Friese Omrop Fryslan willen luisteren. Onverstaanbare geheimtaal! Ik ken genoeg mensen die om dezelfde reden hun abonnement op de Leeuwarder Courant hebben opgezegd.
In het volste vertrouwen werden zij abonnee toen zij naar Friesland verhuisden, maar ze kunnen de krant niet goed lezen, want er staan te vaak volledig in het Fries geschreven stukken in. Dat ik me wel eens afvraag: wat is de bedoeling van die krant? Zo zie ik parallelle samenlevingen ontstaan in Friesland: groepen mensen die er, kennelijk door hun afkomst, bij horen en mensen die daar, kennelijk door hun herkomst, niet bij horen en het gevoel krijgen in Friesland getolereerd te worden, in hun eigen land!
Allicht heb ik toch een nieuwtje voor alle diep-Friezen: Friesland is Nederland, net als Zuid-Limburg. Daar in het zuiden hebben ze ook hun eigen taaltje, maar ze staan er daar wat minder demonstratief in, vriendelijker en bourgondischer.
Ik krijg in Friesland dikwijls het gevoel dat Friezen een vreemde, eigenzinnige soort actiegroep vormen, binnen ons gezamenlijke koninkrijk. Met de hakken in het zand, Friezen tegen de rest.
Jij, die in de Randstad nu bij een overheidsdienst werkt die nota bene bestaat bij de gratie van het feit dat er op deze wereld ook nog andere landen zijn met eigen gewoonten, normen en waarden, jij zult toch ook gehoord hebben van de ‘global village’, van het feit dat de wereld door supersnelle communicatie op elk terrein kleiner, eigenlijk een grote familie is geworden? Dat veel jongelui, desgevraagd maar ook vaak ongevraagd, zeggen zich tegenwoordig overal thuis te voelen, overal ter wereld.
Mijn vraag is: hoe lang houdt Friesland op deze manier stand, met z’n eigen volksliedje, eigen taaltje, dat eigen gedoetje, zoals ze bij mij op ‘t Bildt zeggen: Bildts Aigene?
Ik zie de kinderen in mijn Friese buurtje opgroeien, ik hoor ze als ze buiten spelen, ik spreek ook hun ouders, hun pakes en beppes, hun schooljuffen, ik hoor ze Nederlands spreken zoals de meeste kinderen in Nederland en ik denk: leer ze Engels of Frans, leer ze wereldtalen, van mijn part Arabisch, Spaans of Chinees. Maar Fries? Talen leer je om je leefwereld te vergroten, niet om die te beperken! Als taal het doel wordt om je af te keren van anderen, ben je in mijn optiek verkeerd bezig. Fries is voor mij lollige folklore, leuk voor een handjevol lokale dwazen met een identiteitsprobleem, voor wat verstokte ouderen die hun minderwaardigheidscomplex koesteren en de vooruitgang proberen tegen te houden, in hun afkeer tegen de boze buitenwereld!
Hoor jij in je Haagse woonomgeving veel plat-Haags, je kent het misschien wel van Koot & Bie? Of zijn Hagenaars voor jou soms ook onverstaanbaar als ze hun eigen taal spreken?
Het zijn zomaar wat gedachten die door mijn hoofd spelen, Anneke. In onze open briefwisseling leggen wij elkaar geen meningen op, al zeg ik er meteen bij: ik houd erg van duidelijkheid. Het is in mijn visie de kool of de geit. Het is van twee dingen een.
Zo graag zou ik jouw visie horen! Thuis nog een beetje Fries praten en verder Omrop Fryslan waar alleen de incrowd naar luistert? Op termijn gaat dat ‘m niet worden, in mijn optiek. De wereld verandert in sneltreinvaart, ik zou bijna zeggen in de vaart van een Lelylijn, die waarschijnlijk ook al is verouderd als ie er ooit komt.
Mijn vermoeden is dat het de volgende generatie misschien wel over is met de Friese taal, waar sommigen zo krampachtig aan vast willen houden. Wat denk jij, frank en vrij?
Ik kijk weer uit naar je volgende brief! Met veel hartelijks van
Jos
A goeie Jos,
Dank voor je openhartige en kritische brief. Je raakt me hiermee wel in mijn Fryske trots, Jos! Ik merk dan ook dat mijn eerste reactie enorm defensief is. Maar, na wat langer nadenken snap ik je kritiek ook wel weer heel goed, voor zover ik me kan inleven in het perspectief van een buitenstaander.
Ik sla voor nu denk ik het meest aan op je belangrijkste argument: Fryslân is onderdeel van het land Nederland. Dat is vandaag de dag de enige juiste constatering, dus je hebt helemaal gelijk. Maar wat als we die constatering in de bredere historie van Nederland als land plaatsen?
Het veel grotere Fryslân in de periode van de Friese vrijheid, Fryslân als separate heerlijkheid onder de Habsburgers, Fryslân als eigen gewest binnen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden… Fryslân heeft wel degelijk een separate geschiedenis als separate eenheid. De taal is daar een belangrijk onderdeel van geweest: vraag maar aan Grutte Pier.
Binnen dat beeld klinkt je kritiek een beetje als pick-and-mix: ik wil bij jullie wonen, onderdeel zijn van jullie relaxte cultuur en natuuromgeving, maar ik wil een belangrijk deel van jullie identiteit, namelijk jullie taal, niet leren en ik vind bovendien dat jullie met die taal een beetje moeten dimmen om het mij gerieflijker te maken in dit deel van mijn eigen land.
Ik kan me herinneren dat je eerder een erg uitgesproken mening had, over de pick-and-mix in het integreren van andere wereldburgers in Nederland. Ik begrijp: als je in Nederland woont, pas je je in in de Nederlandse gemeenschap.
En als je dik 200 jaar geleden bent geannexeerd onder de Fransen, pas je je ook aan aan de Nederlandse gemeenschap. En met Nederlandse gemeenschap bedoelen we dan het Nederland van het gewest Holland. Oftewel: de huidige – in jouw bewoordingen – Rampstad.
Ik moest ook even nadenken over je uitspraak ‘Talen leer je om je leefwereld te vergroten’. Ik zou je willen vragen: geldt dat wat jou betreft alleen voor uitbreiding van je leefwereld kwantitatief en naar buiten toe, of zou het ook kunnen gelden voor je bélevingswereld, kwalitatief en de diepte in?
Ik kan je er donder op zeggen, dat het leren van Frysk de belevingswereld in het noorden – en het begrip van de provincie waar je verder zo dol op bent – óók zal vergroten. Misschien kun je het zelfs inzetten voor het verder ontdekken wat de Friezen nou écht denken.
Je begrijpt, Jos: dit is mijn nationalistisch-Fryske tirade. Maar ik moet in je brief denk ik ook iets lezen van zorg en van wens voor onze provincie: jij ziet denk ik kansen in het relaxter omgaan met de Fryske taal. Daar ben ik erg benieuwd naar!
Je vroeg me overigens naar mijn ervaring met het plat-Haagse. Toevallig sprak ik een vriend, die in Voorburg is opgegroeid, over het Haags in de opvoeding van zijn kinderen: ondanks dat hij er zelf niet per se mee is opgevoed, vind hij het mooi om dat wel aan zijn kinderen mee te geven, nu die in het Haagse opgroeien.
Die kindjes lezen dus ‘Nijntje an zei’, innut Haags. Ik vind dat prachtig! Een belangrijk stukje cultuur, waarvan ik hoop dat het niet verloren gaat. Dat geldt uiteraard des te meer voor het Frysk in de komende generaties, maar mijn theorieën daarover bewaar ik voor een volgende brief.
Ik kijk weer uit naar jouw volgende brief! En ben dan stiekem ook nog benieuwd naar jouw ervaringen met het plat-Haags.
Tot schrijvens en met de hertelike groetnis,
Anneke