Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In Bildtse Bluf vertellen ze er zelf over.
Hoi Anneke,
In deze brief wil ik je vooreerst nog maar weer eens zeggen hoe dol ik ben op Friesland. Ik ben hier afgelopen twee en een half jaar echt stapeldol geraakt op deze prachtige provincie. Op de stilte, de lucht en de ruimte. Op de Friezen ook wel. Je kunt van ze op aan, fijn volk! Anders was ik hier toch zeker nooit naartoe gekomen!
Ik ben verliefd geraakt op Friesland zoals het is. Maar als Friesland teloor gaat, zoals sommige Friezen van hun provincie graag een dependance of een uitvalsbasis van de Randstad willen maken, dan ben ik hier snel vertrokken.
Ook Friesland moet uiteraard mee in de vaart der volkeren. Maar wat mij betreft niet met de daarbij kennelijk onontkoombare drukte en herrie. Want dan is het over met Friesland.
Geen opdringerige kabaal, zoals sommige plannenmakers ons dat toewensen. Ik zeg: Laat de Friezen met rust. Met hun wondermooie rust. Friesland is geen ontwikkelingsland, het is klaar!
Geen festivals, geen boom-boom-boom, geen herrie-toerisme, geen hupsakee of andere drukte, want daarom waren we die akelige Rampstad nu juist zo zat, met z’n nerveuze lawaai-terreur.
Soms zou ik de Friezen wel eens door mekaar willen schudden: wat willen jullie nou? Snap je mij, Anneke? Wees nou trots op Friesland zoals het is. Deze provincie is in al z’n oorspronkelijke pracht het Nederlandse kroonjuweel.
Maar nee hoor, sommige rare Friezen hebben de bizarre, onbegrijpelijke behoefte om ‘erbij te horen’, bij de rest van overbevolkt, druk, lawaaiig en onhebbelijk Nederland. Het gekke is: zij verachten de Randstad, gaan met hun rug naar Den Haag staan, maar willen daar tegelijkertijd toch ook wel graag bij horen. Hoe dom!
Onze onnavolgbare Leeuwarder Courant had er laatst weer een paginagroot artikel over, want de redactie van dit zieltogende, groenlinkse dagblad is dol op de Lelylijn. Je gelooft niet wat je leest: er werd daar een functionaris geïnterviewd die al tientallen jaren aan het hoofd staat van dat malle Lelylijn-project. Die man heeft slechts een doel: een idioot dure lawaailijn, die – als alles meezit – een kwartier tijdwinst gaat opleveren op de bestaande reistijd naar het Westen. Deze meneer noemt zich directeur van de Lelylijn. Van een spoorlijn die dus niet bestaat en er hoogst waarschijnlijk, gezien de idioot hoge kosten, ook nooit gaat komen.
Deze ridder te voet woont met zijn gezin in Amsterdam, dat wel natuurlijk. Haha!
Naarmate ik dat artikel verder las, moest ik steeds hardop lachen. Typisch ambtenarenverhaal: hoe hou ik mezelf bezig en voorkom ik dusdoende dat ik er uit vlieg? Al sinds 1969 wordt er hevig gestudeerd op die spoorbaan. Ergens komt nog een tegensputterende wethouder aan het woord, verder een grote lofzang op die volstrekt onnodige en ook ongewenste miljarden-spoorlijn. Volkomen absurd!
Ik ben benieuwd hoe jij hier in staat? Ik zeg: Friesland is zo mooi door z’n kalmte, z’n eindeloze rust en stilte. Juist daar is een immense behoefte aan.
De Friezen zou ik graag herinneren aan een Engelse uitdrukking. Die luidt: You can not eat the cake and have it. Je moet kiezen! Heb je de Friese koek eenmaal weggegeven, of in stilte opgegeven, dan is ie weg, dan valt er niks meer te behouden. Het is, van twee dingen, een.
Dat voortdurende hinken op twee gedachten, bij veel Friezen. Dat dubbele. Waarom?
Sinds ik in Friesland kwam houdt deze vraag mij bezig. Zo graag zou ik daar een antwoord op vinden. Wat ik er zelf van denk is wel duidelijk. Maar wat willen de Friezen nu eigenlijk? Ik hoop dat je mij kunt helpen en ik kijk daarom weer enorm uit naar je volgende brief.
Veel hartelijks, zoals steeds,
van Jos
A goeie Jos,
Dank voor opnieuw een prikkelende brief! Laat ik beginnen met zeggen dat het me nog steeds altijd erg goed doet, om te horen dat je zo enorm geniet in Fryslân en je daar na een paar jaar zo thuis en op je plek voelt. De rust en ruimte van de Friezen is nu ook jouw rust en ruimte!
Daarom kan ik me goed indenken dat je moeite hebt met het ‘mee willen doen met de Randstad’ dat bij een deel van de Friezen en Fryske bestuurders leeft. Je vraagt om mijn visie, en die deel ik graag.
Je schrijft dat je moeite hebt met de bijna twee gezichten die de Friezen hierin laten zien. Persoonlijk vind ik het weer bijzonder, dat je dat zo lastig te begrijpen vind. Allereerst is er een breed scala aan mensen woonachtig in Fryslân, met elk andere levens, wensen en dromen. Leg je de Lelylijn voor aan boer Piet en zijn familie, die al generaties lang het boerenleven leeft, nog nooit een trein van binnen heeft gezien en het leven beleeft binnen een actieradius van vijftig kilometer?
Dan zul je horen dat zij er absoluut geen brood in zien. Natuurliefhebbers verklaren je even zo voor gek. Leg je de Lelylijn daarentegen voor aan jonge werkenden met ambities buiten de provincie, of aan het bedrijfsleven in de provincie, dan zullen zij daarin juist de kansen zien. Wat dat betreft doet het me denken aan het project rondom de Sintrale As, de vierbaans weg tussen Dokkum en Nyegea. Ook hier stonden verschillende belangengroepen logischerwijs tegenover elkaar.
Naast dat verschil tussen mensenlevens is er nog een verschil in mensen algemeen, in hoe men van nature tegenover verandering staat: is het een bedreiging, of is het een kans? Natuurlijk heb je helemaal gelijk als je zegt, dat als je voor het ene kiest, je het ander niet in identieke staat kunt behouden.
Je geeft daarnaast aan dat je niet begrijpt dat er mensen zijn die niets met de Randstad en politiek Den Haag hebben en zich er zelfs tegen af zetten, maar wel voor de Lelylijn en dus een betere connectie met de Randstad zijn. Ergens snap ik je. Tegelijkertijd komen er bij mij meteen vragen naar boven: geven we, als de connecties in en naar Fryslân met het OV of met de snelweg verbeteren, per definitie meteen de rust en het vredige zijn van onze provincie op?
En zorgen deze initiatieven ervoor dat Fryslân in een nieuwe Randstad verandert? Ik meen te lezen dat jij denkt van wel. Persoonlijk denk ik dat dat reuze meevalt. Fryslân heeft nu ook al een aantal drukkere plekken, en die zullen zich inderdaad enigszins uitbreiden. Maar de rust en ruimte die helemaal opgeslokt wordt, zie ik niet zo snel gebeuren.
En dan komen we ook op mijn visie op de Lelylijn, die ik eerder kort met je deelde: in essentie vind ik het, met het oog op mijn huidige leven, geen slecht idee. Bij mij leeft namelijk juist de omgekeerde angst: wat als de connectiviteit – door het blijven aanmodderen – dusdanig verslechtert, dat er leegloop optreedt, er niet langer geïnvesteerd wordt, en ons prachtige Fryslân verloedert?
Ik kijk dus vooral naar de potentie en de mogelijkheden. Maar die zie ik vooral in de algemene wens om de connectiviteit te behouden en verbeteren, en niet per se in het huidige plan rondom de Lelylijn. Want: is het wel nodig om een compleet nieuwe lijn aan te leggen, of liggen er kansen in de bestaande routes? En: is de trein überhaupt wel het aangewezen vervoersmiddel?
Je vroeg of ik je kon helpen de Friezen te begrijpen, en ik hoop dat dit helpt. Ik kan me helemaal voorstellen, dat je het met mijn visie niet of zelfs helemaal niet eens bent. Wellicht zie je hier zelfs jonge naïviteit in!
Extra benieuwd naar je volgende brief teken ik, met de hertelike groetnis uit Den Haag,
Anneke