
Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In deze Bildtse Bluf hoor je hun ervaringen over rust en de Fryske pot.
Hallo Anneke,
Mijn Bildtse groetnis uit jouw mooie Fryslan! Wat een leuke brief stuurde je mij en als er iemand is die jouw hang, zo nu en dan, naar de Friese stilte begrijpt, ben ik het!
De complete rust hier, dat is iets onbeschrijflijks. Dat kennen ze in de Randstad helemaal niet. Daar is altijd en eeuwig, dag en nacht, herrie.
De enige herrie die je hier soms hoort, komt van de luchtmachtbasis Leeuwarden. De basis wordt ook wel brutaler, ze vliegen soms ook ’s avonds met die onhebbelijke F35, een onvoorstelbare kabaalmachine.
Mijn overbuurvrouw zegt dat lawaai ons extra opvalt juist doordat het hier meestal doodstil is. Zit wat in, denk ik.
Je schreef me dat je geniet van de anonimiteit van de grote stad. Ik snap dat helemaal, maar zelf was ik het volkomen langs elkaar heen leven wel compleet zat. Ik woonde in Voorburg in een keurig straatje, in een prachtig penthouse. Maar de zeven andere portiekbewoners kende ik niet eens, terwijl ik herhaaldelijk pogingen deed om kennis te maken.
Toen we kwamen hadden we bij elke portiekwoning een flesje wijn voor de deur gezet, maar niemand reageerde. Hoe anders is dat in ons Friese straatje!
Een superleuk gezin aan de overkant, waar we meteen hartelijk werden uitgenodigd en ook telkens worden gevraagd voor de kinderverjaardagen, naast ons een voormalig schoolhoofd, een behulpzame kerel, en aan de andere kant van het plantsoen woont Pim, een superleuke vrouw, gepensioneerd. Zij won al diverse literaire prijzen met haar gedichten, ook in het Fries! We gaan geregeld bij elkaar eten, we zijn er sowieso voor elkaar. Dit voelt bij mij als een warm bad, een enorme verrijking.
Mijn huisgenoot is van Thaise komaf en die kan zelf ook superlekker koken en dat wordt door onze Friese buren ook erg gewaardeerd. Zo zijn zij hier ook een beetje op ontdekkingsreis! Jij had het er al over dat er in je sportclub zoveel Engels wordt gesproken: geniet jij ook wat van de internationale keuken van Den Haag? Bevalt dat? Of blijf jij liever bij de Friese pot, die wij met alle respect als nogal saai en wat eentonig zouden beoordelen?
Ben benieuwd om weer van je Haagse ontdekkingen te horen en te lezen
Veel hartelijks en onze Bildtse groetnis wederom van deze ouwe Hagenaar in Fryslan,
je toegenegen
Ha die Jos,
Tja.. dat volkomen-langs-elkaar-heen leven, dat is inderdaad een manier om het te ervaren. Ik moet zeggen dat ik het enorm tref, qua buren. Ik deel een portiek met vijf anderen, waarvan ik er drie relatief goed ken. Dat wil zeggen: we hebben elkaars nummer, nemen pakketjes aan voor elkaar, letten op eventuele gekke dingen en maken, als we elkaar tegenkomen op de gang, een praatje. En verder leeft een ieder zijn eigen leven, helemaal prima.
Daarbij zit de eerder genoemde sportschool op de hoek van de straat. Daardoor ken ik in de omliggende complexen ook relatief veel mensen. In mijn eigen wijk kom ik daardoor op straat nog regelmatig een bekende tegen. Geïsoleerd woon ik gelukkig dus niet.
Plus: ik heb de luxe van meerdere logeeradresjes bij familie en vrienden in het noorden, waar ik regelmatig gebruik van maak. Zijdelings kan ik dus nog meegenieten van de door jou genoemde hartelijkheid. Een fijne balans!
Deze brief aan jou typ ik trouwens terwijl ik ‘de oversteek’ maak, terug naar ‘It Heitelân’, voor een weekendje familieaangelegenheden. De oversteek maak ik met de trein, wat ik op geen enkele manier een straf vindt: buiten de spits heb ik een tweezitter voor mezelf en kom ik de tijd prima door met een goed boek, een fijne serie en wat achterstallige administratie. Was je een OV-reizer, voorheen? Of was je ook in de Randstad al verfent autorijder?
Ik vind het fantastisch om te lezen dat jij en je huisgenoot de Fryske lui meenemen op culinaire ontdekkingsreis, en even fantastisch om te lezen dat ze ervoor open staan. Op culinair gebied leent de Randstad zich zeker voor experimenteren, en ik maak daar graag gebruik van!
Samen met twee vriendinnen heb ik een lijst met aan één van ons aangeraden restaurants: deze lijst loopt van Japans tot Libanees en van Indonesisch tot Mexicaans. Elke maand testen we een andere plek: fantastische tijdsbesteding. Maar, eerlijk is eerlijk: de Fryske pot, dat is voor mij wel een gevoel van thús. Het hoogtepunt daarvan? Op de verjaardag van mijn oma, die helaas niet meer onder ons is, maakte zij altijd gekookte aardappelen met spruitjes, cordon bleu en stoofpeertjes.
En bij de koffie was er standaard haar fameuze oorlogstaart: beschuit, custardpudding, biscuitjes en jam. Die taart is er nog steeds bij elke familieverjaardag, dankzij mijn moeder en oom. Pure nostalgie!
Het is inmiddels overduidelijk dat ik Fryske roots heb, maar waar liggen die van jou? Ben je geboren en getogen in de (buurt van) de Randstad, of daar al vrij vlot heen verhuisd? En valt je, met jouw achtergrond, iets op aan ‘de Fryske bêrn’, de Fryske kinderen? Vertel!
Je krijgt opnieuw de hertlike groetnis uit het Westen,
Anneke