Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In Bildtse Bluf vertellen ze er zelf over.
Hoi Anneke,
Jouw brief uit Den Haag heeft mij, op mijn beurt, ook wel weer aan het denken gezet.
Niet iedereen is hetzelfde. Je hebt ook jongelui die helemaal niet geïnteresseerd zijn om uit te vliegen, om op ontdekkingsreis te gaan, die hun rustige leventje wel prima vinden. Anderen hebben, of krijgen, van huis uit die mogelijkheden eenvoudig niet, laat staan dat ze er in worden aangemoedigd. Dan is je leven wel even anders.
Ik heb dus zeker geen kritiek op jongelui die gewoon thuis blijven, die hier hun ding doen, die elke dag naar hun werk gaan, een keer per week naar hun dorpscafé en twee keer per jaar met Transvertragia op vakantie naar zo’n zonnig land, waar ze niets van snappen en zich ook geen seconde in de lokale cultuur hebben verdiept, want waarom zou je…
Soms denk ik wel: hoe jammer!
In Friesland, valt mij op, heb je nogal wat mensen – ook jongeren – die ‘vast’ zitten, vooral ook in hun opvattingen over anderen – geloof speelt ook dikwijls een rol.
Dat gevoel overvalt me ook geregeld als ik de reacties hoor op alle reportages en nieuwsberichten die nu langs vliegen in de media over de laatste crisis in het Palestijns-Israëlisch conflict. Dan valt me elke keer weer op dat veel mensen niet de minste aanvechting hebben om zich ook maar even te verdiepen in de ander. Dat veel mensen de dingen alleen maar vanuit hun eigen perspectief kunnen zien. Alsof er geen keerzijde bestaat!
Hoe komt zo’n ander er nou toe om zo iets vreselijks te doen? Om een ander, die ie dus niet eens kent, zoiets aan te doen? Hoe zak je zo ver af? Die vraag.
Je ziet het ook terug in de verbazing bij veel Israeli’s over zo’n verschrikkelijke Palestijnse uitbarsting van barbaars geweld! Hoe kan dat nou? Dat ik denk: heb je dan al die jaren onder een steen gewoond? De Palestijnen, je buren! Al decennialang bezet, uit hun huizen gegooid, onderdrukt, verdreven, bestolen, geterroriseerd. Elke dag. Dan denk ik: heb je daar dan helemaal niets van mee gekregen? Niks van geweten? Of heb je aldoor de andere kant op gekeken?
Ik kan dat eenvoudig niet begrijpen, die volkomen afwezige interesse in anderen – want zo kwamen we er op.
Den Haag is de stad van vrede. Uit de hele wereld wonen er diplomaten en functionarissen van internationale instanties en hulporganisaties die werken aan een menswaardig bestaan voor iedereen, bijzonder toch? Unicef, Rode Kruis, Save the Children, Artsen Zonder Grenzen, maar ook het Internationaal Hof, het Clingendael Instituut voor Strategische Studies, het Wereldtribunaal voor Oorlogsmisdaden, het Nucleaire Agentschap van de VN, ik noem er maar wat. In Den Haag kun je nooit zeggen dat je een conflict, waar dan ook ter wereld, niet uitgelegd kon krijgen!
De Iraanse zaakgelastigde kan in Den Haag zomaar zijn Israëlische collega ontmoeten. Aartsvijanden! Ook de Palestijnse Autoriteit heeft in Den Haag een kantoor, en een ambassadeur.
Dat internationale karakter geeft Den Haag iets heel bijzonders. Het maakt dat Den Haag een echte wereldstad is, zoiets als New York, of Geneve. Je kunt geen land bedenken of er wonen in Den Haag wel mensen uit dat land.
Ga eens kijken op de Haagse markt, aan de Herman Costerstraat! Daar zie je ze allemaal door elkaar heen krioelen, zo leuk. Geen diplomaten, maar wel hun personeel – en daar dan weer de medewerkers van. Daar zie je het andere gezicht van de stad, zo mogelijk nog internationaler. De Haagse volksbuurten. Het gewone, dagelijkse gezicht van de stad – zelf ben ik liefst met gewone doorsneemensen, zoals ik zelf – de Hagenaars van de dagelijkse versmarkt, of van zo’n lekker volks Haags koffiehuis..
Kun jij er ook zo van genieten?
Schrijf me alles, Anneke! Tot je volgende brief!
Met veel grutte groetnis en alle hartelijks weer, uit Fryslan, van
Jos
A goeie Jos,
Dank weer, voor je waardevolle overdenkingen. Ik kan me helemaal indenken, dat de vastgeroeste opvattingen die je eerder al observeerde, weer opvallen met het oog op het nieuws van de afgelopen twee weken. Zoals je me kent, schijn ik ook graag mijn nuchtere en genuanceerde licht over de zaken die je aanhaalt.
Ik ken de geschiedenis van het conflict tussen Israël en Palestina maar beperkt, maar ik weet wel zeker dat het één van de (historisch) meest ingewikkelde is. Dat is vaak zo, daar waar de wereldgodsdiensten en wereldbeelden met elkaar clashen: het kleurt (de presentatie van) de feiten. Aan mezelf merk ik dat ik me er verre van houd.
Juist omdat het zo enorm complex ligt. Juist omdat ik heel goed de inzet van beeldvorming Westen versus het niet-Westen zie. Wat dat betreft zie ik voor mezelf ook een parallel met het andere grote conflict, dat tussen Rusland en Oekraïne. En ondertussen raakt het overwegend onschuldigen. Wie ben ik, om hier een partij in te kiezen? Ik merk dat in mijn Haagse omgeving het geen gewild gespreksonderwerp is. We voelen allemaal feilloos aan dat je met de discussie in een mijnenveld stapt. Niet dat dit nou de meest constructieve aanpak is, maar soit.
Ik geniet van de mooie manier waarop je Den Haag presenteert in deze brief: qua vestiging van organisaties en wereldburgers bij uitstek dé wereldstad van Nederland. Dat dat iets prachtigs is, kunnen we het dan in ieder geval over eens zijn! Ik ervaar het ook als een mooie uitdaging, om die stad je dan eigen te maken.
Eerder vertelde ik dat ik er erg veel plezier uit haal om de stad beter te leren kennen aan de hand van aangeraden koffietentjes en lunchcafeetjes. Zo ben ik de afgelopen weekenden vaak te vinden in het in-house café van de Paagman boekhandel, aan de Frederik Hendriklaan (of ‘de Paag op de Fred’, zoals ingewijden het blijkbaar noemen). Een hele andere wereld, kan ik je zeggen, ten opzichte van mijn wijk aan de noordkant van het centrum. Een geheel eigen sfeer en een geheel eigen bevolkingsdoorsnede. En toch ook duidelijk Den Haag.
Je noemt in je brief de Haagse markt. Ik moet met het schaamrood op mijn kaken bekennen dat ik daar dus nog nooit ben geweest… Terwijl ik dit schrijf besef realiseer ik me: dat kan eigenlijk echt niet, als je al dik drie jaar in het Haagse woont. Ik hoor er veel mensen over en rijd er regelmatig langs met tramlijn 12, als ik in de zomer naar het Zuiderstrand ga.
Zo zie je maar weer: zelfs als je zo veel mooie mogelijkheden voor nieuw avontuur op een steenworp afstand hebt, zit je al gauw in je eigen routine en moet er moeite gedaan worden om daar uit te stappen. Bij deze beloof ik dat ik voor het einde van het jaar tijd maak voor een middag rondstruinen op de Haagse markt. Ik zal je dan uiteraard laten weten wat mij daar opvalt!
Jos, je vertelt zo mooi over de dingen die je zo bijzonder en mooi vindt aan het Haagse, wat mij dan weer doet afvragen of dat dan ook betekent dat je ook wel eens een paar dagen achter elkaar in je oude stad vertoeft. Ga je wel eens terug, behalve – wat je eerder vertelde – dagbezoeken als je een afspraak hebt met bijvoorbeeld je favoriete lijstenmaker? Of is dat echt een gepasseerd station?
Ik kijk weer enorm uit naar je volgende brief! Deze sluit ik weer af met de vertrouwde hertelike groetnis uit Den Haag,
Anneke