Omdat alles wat ik hier vertel onder ons blijft, geef ik vandaag gerust toe dat ik al de hele week wat uit m’n doen ben door het overlijden van onze straatpoes.
Het was zo’n leuk en lief poezenbeest. Poes was ook niet voor de poes: een geboren overlever!
Jarenlang woonde ze in de afwateringsbuis onder de weg langs ons Franse vakantiehuisje, geen chateau maar een klein, karakteristiek stationnetje aan een al jaren verlaten steenkoolspoorlijn.
Af en toe rijd ik er heen om daar, waar niemand is behalve dan die poes, m’n hoofd eens even lekker te laten doorwaaien. Zo ook afgelopen week.
Soms ben ik er ook wel een halfjaar-lang niet. Maar zodra ik er dan weer arriveer, staat poes al binnen enkele minuten te miauwen voor de keukendeur. Dan is het feest, dan zijn er kopjes en wil ze vooral eten!
Vele jaren gaat dat al zo. Waar poes bij mijn afwezigheid eten haalt? Geen idee!
Onder haar buik zag ik vorig jaar opeens een akelig gezwel, hoewel poes zelf – altijd spinnend van plezier bij ons weerzien – er geen enkele last van leek te hebben.
Maar afgelopen week schrok ik: poes was, zeer tegen haar gewoonte in, niet meer schoon op zichzelf, nogal wat gewicht kwijt en ik zag een zorgwekkend abces. Ze bleef maar miauwen bij de keukendeur, en kopjes geven, onophoudelijk bedelen om eten en dat was ook nooit genoeg.
Met hulp van buurman Steve, die een paar kilometer verderop woont, lukte het tot dan toe onmogelijke: samen wisten we onze vrijgevochten poes, die zich nooit liet vangen, in zo’n kattenreisbox te krijgen. De inzittende protesteerde hevig. Met z’n drieën zijn we zo naar dierenarts Sophie gereden.
Die keek al meteen bedenkelijk.
‘Hoe heet ze?’
‘Geen idee,’ zei ik. ‘Ze is een buitenpoes, kwam nooit binnen.’
‘Bel me straks maar even…’, zei Sophie.
Slecht nieuws. ‘Ik kan weinig meer doen, het zit overal,’ zei de dierenarts na een onderzoek onder narcose. ‘Het beste laten we haar vredig doorslapen…’
Als de dierendokter zoiets zegt, dan weet je eigenlijk meteen wat je ontegenzeggelijk te doen staat.
Ons Friese asielhondje noemen we Cookie. Naar haar overleden Thaise voorganger, hoewel ze eigenlijk Kimmie heet. Ook voor haar zal het wel even wennen zijn. Want bij aankomst uit Friesland in Frankrijk rent Cookie altijd vooreerst naar de ingang van de buis onder de weg om onze daar residerende straatpoes toe te blaffen dat we zijn aangekomen…
Voor mijn krant vloog ik jarenlang van de ene oorlog naar het volgende gewapende conflict. Daarom verbaast het me, hoe het gemis van onze lieve anonieme straatpoes toch wel wat met me doet.
Hoe ik me ook verzet tegen sentimenteel gedoe, ik kan er niks aan doen.
Reageren? Graag! Email naar j.vannoord@omroepzilt.nl