In ons vredige woonbuurtje vragen wij ons nooit af wat de gemeente voor ons kan doen, de hemel behoede ons!
Wij kijken liever wat wij kunnen doen voor de gemeente, hoe wij zelf ons wijkje leefbaar, sociaal, veilig en schoon kunnen houden. Buurtbewoners investeren op alle mogelijke manieren in hun omgeving.
Zij vegen zelf ook de straat, verwijderen troep bij de afwateringsputten en geregeld zie ik buren onkruid wegborstelen tussen de stoeptegels.
Daarom ergeren wij ons aan plotselinge, ongevraagde, ontijdige, lawaaiige en vooral ongepaste bemoeienis door gemeentenaren. Die komen dan nog eens dunnetjes over doen wat wij allang hadden gedaan. Hebben zij niks anders te doen?
Komt zo’n dure inhuurkracht van de gemeente, hoog gezeten op zijn veel te grote maaimachine, opeens ons plantsoentje verknallen. In nog geen vijf minuten was het gebeurd: een woestenij.
De kluiten aarde en de graspollen lagen op straat! Wij beetje boos.
Het woord ‘excuus’ kennen ze niet op het stadhuis van Waadhoeke. Komt niet voor in hun ambtelijke vocabulair. Zij daar samen tegen ons!
Hoe raakt ons buurtje, toch al op 40 km van het stadhuis, nog verder verwijderd van dat zogenaamde bestuur?
Zowat een halfjaar al had de plantsoenendienst niet omgekeken naar de grasveldjes in ons Bildtse straatje, nieuwe insteek: beter voor het bodemleven en de insectjes! Het stond wel een halve meter hoog. Maar plotsklaps waren ze er, hoor. Voor dag en dauw, met groot materieel.
Achter zo’n reusachtige trekker met baggerbanden denderde de maaimachine door ons plantsoen.
Diepe moddersporen door het altijd kletsnatte grasveldje, hele stukken tot pap gemalen, daar pal naast weer stukken niet aangeroerd, een akelige bende, hele plaggen uit het perk met kluiten en al op onze stoepen – het ziet er niet uit!
‘Dit kan echt zo niet’, daar was de hele straat het snel over eens. Belletje naar die Ivoren Toren in Franeker. ‘Wilt u dat ik uw klacht doorzet?’
‘Mevrouw, u moet doen wat u niet kunt laten. Wij melden het stadhuis dat wij het schandalig vinden.’
‘Dat kan zijn, maar wilt u op de hoogte gehouden worden?’
‘Wij zouden graag zien dat de gemeente behoorlijk werk aflevert, meer vragen wij niet!’
Raar gesprek: de hooghartigheid, in dat malle Franeker: wie denkt u wel dat u aan de lijn heeft, u spreekt hier met de gemeeeeente…. past u wel een beetje op uw woorden!
Emailtje, er achteraan: over de teleurstelling. Zouden ze bij Marga-naast ook zo tekeer gaan?
Plantsoenendienst aan de lijn: ‘Over uw klacht’. Klacht? ‘Ja, dat staat er boven.’
Wat u er boven zet, moet u weten. Wij vinden het een schande! Heeft u het gezien? O nee? Kom dan eerst kijken en bel ons daarna maar terug!
Paar uur later weer telefoon, stadhuis weer: ‘Nee, fraai is het niet. Misschien moeten ze er nog eens rustig naar kijken, met een kleinere machine. Als ze tijd hebben…’
Wanneer eerdaags de gemeentelijke belastingenvelop weer op de mat valt, de dwangsom waarvan die prutsers worden betaald, gaan wij daar ook eens rustig naar kijken. Als we tijd hebben!
Reageren? Graag! Email naar j.vannoord@omroepzilt.nl