Waarom altijd die haast, onderweg? Niet alleen rijden veel Friezen doorgaans te hard over hun glibberige modderwegen, op hun veerboten ben je je leven evenmin zeker.
Telkens die absurde inhaalacties op de provinciale wegen. Bijna stelselmatig over de dubbele streep. Geen enkele terughoudendheid, geen spoor van schroom. De hele week al, na de dramatische bootramp, vallen de slappe smoesjes me op.
Ja, maar zo hard gingen ze toch niet…
Luister naar de Uitgesproken column van Jos van Noord:
Ook veel gehoord: ze waren juist aan het afremmen. Een ander die roept: ze trokken net op… Oeoeoe, automobilisten, bootmensen, neem uw verantwoordelijkheid!
Geef toe: u rijdt vaak veel en veel te hard en uw vaargedrag is dikwijls ook levensgevaarlijk. Probeer de feiten eens onder ogen te komen. Wees eens eerlijk!
De vermisten zijn nog niet boven water of de ontkenningen vliegen mij al weer om de oren, al dan niet verkapt. Zo hard hadden die boten toch niet gevaren… Nee hoor!
Sommige feiten mag je niet uitspreken. Soms zijn de omstandigheden niet te aanvaarden, dan is de toedracht onverdraaglijk. Waarheid botst dan op weerzin. Maar mogen we ons blijven verschuilen achter technische onderzoeken die in gang zijn gezet en waarvan de resultaten gelukkig nog wel wat maanden op zich zullen laten wachten?
Een paar dagen halfstok-vlaggen en volgende week is er vast wel weer ander nieuws. Ik ben zeker niet van het slag dat altijd een schuldige moet aanwijzen: shit happens, zeggen de Britten, een ongeluk kan altijd gebeuren, hoe akelig ook.
Maar als 20 km/u ter plekke voorgeschreven is, de maximum snelheid in die smalle vaargeul, waarom vaart zo’n ferry daar dan bijna drie keer zo hard? Ook de taxiboot hield zich niet aan de voorgeschreven snelheid. Ook die voer veel te hard, volgens betrouwbare metingen. Natuurlijk mag altijd worden gewezen op de gevaarlijke bijkomstigheden: geen routeverlichting, nachtelijk duister en ochtendmist. Maar stop het goedpraten van roekeloos gedrag!
Al die haastige types zouden deze rampweek eens in de spiegel moeten kijken: de bezorgracers, de boom-boom cars die door ons woonerf scheuren, de taxi’s die plankgas gaan, de bootjesgekken met hun buitenboordmotoren die door onze vaarten gieren, al degenen die kennelijk standaard te laat van huis gaan op weg naar hun werk, naar hun studie of de Hemel mag weten waarnaartoe, de vrachtwagencombi’s die anderen van weg duwen, de stadsbussen die dwingend op tijd moeten rijden, en in Fryslân zeker ook de gedreven boeren met hun tractoren. Tot op mijn achteruitkijk spiegels zaten van de week de kleiklodders van haastige landbouwpassanten, hoog boven wet en weg verheven.
Opzij, opzij, want zij moeten er voorbij! Haast. Voor wie, voor wat? Wie praat er nog over Nieuw-Beijerland, of over Oud-Gastel, waar afgelopen maanden ook hardrijders weer dodelijke slachtoffers maakten. Te vaak gebeuren juist in Fryslân noodlottige ongelukken, die eigenlijk geen ongeluk mogen heten. Omdat het feitelijk provocaties waren, door onbezonnen wegpiraten.
Drama’s die te voorkomen waren geweest, als simpelweg de verkeersregels waren gevolgd. Direct na het veerdrama haast ik mij te schrijven, inderdaad zonder enige remming, dat veel verkeersdeelnemers in het Waddengebied best eens een beetje nederig naar zichzelf mogen kijken in deze droevige dagen.
Reageren? Graag! Mail naar jos.vannoord@omroepzilt.nl