Even dacht ik nog: ze maakt een grapje, die kennelijk Arabische caissière met haar joyeuze hoofddoek, bij mijn supermarkt in Sint-Anne. Maar ben ik nou zo’n hufter dat ik afgesnauwd moet worden?
Gaf nota bene ‘n complimentje en formuleerde zorgvuldig: ‘Jij hebt zulke mooie ogen, mag ik vragen: waar komen die vandaan?’
Maar ze snauwde me toe: ‘Nee, dat mag je niet vragen!’ Nou, dan niet. De mienskip in Fryslân wordt steeds nofliker.
Uit de hele wereld komen er mensen naar ons toe. Gastvrijheid hoog in ons banier. Zodra onze langstzittende premier voorzichtig oppert dat we de aanzuigende werking van zorgzaam Nederland misschien wat moeten indammen, is het land te klein en moet de hele regering weg.
Nieuwkomers steken intussen massaal met linke bootjes over uit Noord-Afrika, de gekste kapriolen om maar naar ons land te komen. Omdat wij zulke akelige racisten zijn! Omdat wij niet deugen!
Wie vertelt ze dat? Waarom zo’n nukkige reactie? Ik zeg: hoepel dan lekker op!
‘Misschien is ze op school gepest… je weet ‘t nooit,’ zei mijn donkere Thaise partner, die als zwemonderwijzer in De Bildtse Slag van zijn leskinderen doorlopend dezelfde herkomstvraag krijgt.
Kunnen we nog een beetje normaal met elkaar omgaan?
Zelf woonde ik jarenlang in de Arabische wereld: eerst in Beiroet en toen ze daar journalisten gingen ontvoeren om losgeld, plaatste de krant mij over naar Cairo, aanvankelijk erg tegen mijn zin. Maar in chaotisch Egypte beleefde ik misschien wel de allerleukste jaren van mijn enerverende correspondentenleven. Dag-in dag-uit vroegen Arabische mensen mij daar: ‘Min feen, inta?’ ‘Waar kom jij vandaan?’
‘Ana holendi!’ zei ik dan: ik ben Nederlander, ‘ana min Holenda!’
In Bangkok, de Thaise hoofdstad waar ik als correspondent later ook nog jarenlang woonde, was het niet anders. ‘Falang, falang!’ riepen kinderen mij op straat na: Buitenlander!
‘Tang dao,’ zeiden sommigen: ‘Rare vreemdeling!’
Elke dag werd mij op straat tientallen keren gevraagd: uit welk land kom jij? ‘Khun ma chah prathet nai?’
En nu ben ik weer in mijn geboorteland, in Friesland. En nu mag ik hier, als ik donkere ogen zie, niet vragen waar die vandaan komen?
O nee? Nou, ik blijf het toch vragen. Want ik hou van alle mensen. Zelfs als ik ze niks mag vragen.
Reageren? Graag! Email naar j.vannoord@omroepzilt.nl