Graag het huis uit willen, maar door omstandigheden nog altijd bij vader en moeder wonen: steeds meer jongvolwassenen worstelen met dat feit. Ook in Fryslân. Anne-Gré Terpstra (29) uit Deinum is een van hen.
Een derde van de 25- tot 30-jarigen die nog bij de ouders woont, heeft het gevoel dat anderen op hen neerkijken, het gevoel tekort te schieten of een gevoel van schaamte voor z’n woonsituatie. Uit een landelijk onderzoek van de Rabobank kwam recentelijk naar voren dat steeds meer jongeren ‘woonschaamte’ voelen.
Het gaat om studenten, maar soms ook om jongvolwassenen die al fulltime werken en uit noodzaak nog in het ouderlijk huis blijven wonen.
“Het is gewoon niet te betalen”
Ook Anne-Gré Terpstra uit Deinum is een voorbeeld van zo’n jongvolwassene die nog thuis woont. Al enkele jaren probeert ze een eigen plekje te vinden, maar zonder succes. “Het is gewoon niet te betalen.”
Mede daarom moet ze langer thuis blijven wonen. “Zo kan ik geld opsparen om over een tijdje wel iets te kunnen kopen.” Schaamte daarvoor heeft ze echter niet. “Ik kan er niets aan doen. Het is voor mij eerder frustrerend.”
Naar vriendinnen
Haar moeder Geartsje Terpstra-Bos ziet dat het lange thuis wonen invloed heeft op het leven van haar dochter. “Ze gaat liever naar haar vriendinnen in plaats van dat ze hier zit, want ‘heit en mem’ zijn altijd in de buurt en dat is niet altijd prettig.”
Anne-Gré stemt in met de woorden van haar moeder. “Mijn ouders zouden het geen probleem vinden, maar het is vanwege mijn eigen gevoel. Je hebt geen plekje waar je even privé kunt zitten.”
Vrijheid
Psychosociaal therapeut Monique Reitsema begrijpt die gedachte wel. “Het is niet zozeer dat je je voor je ouders schaamt, maar je mist een gevoel van vrijheid. Je wilt dingen zelf en op je eigen manier kunnen doen.”
Volgens Reitsema vergelijken mensen zichzelf altijd met anderen. “Maar dat gaat onbewust. Als een ander wel een eigen plekje heeft, vergelijken we dat onbewust toch. Dan voelen we ons minderwaardig, terwijl we er zelf soms niets aan kunnen doen.”
Uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kortgeleden publiceerde, bleek dat jongeren steeds langer bij hun ouders wonen. In 2023 woonde 40 procent van de Friese jongeren nog thuis. In 2003 was dit 30 procent.
Meer dan de helft van de thuiswonenden zegt dat het niet kunnen betalen van een woning de belangrijkste reden is om bij de ouders of verzorgers te blijven wonen.
Het versterkt het gevoel dat je achterloopt op een ander. “Op die leeftijd wil je zelfstandig zijn. Thuis wonen zegt niet dat je niet zelfstandig bent, maar dat is mogelijk wel het beeld dat anderen over je vormen, dat voelt niet goed.”
Anne-Gré denkt wel dat ze bijvoorbeeld met daten wat meer afstand heeft gehouden omdat ze nog thuis woont. “Ik zou ook wel graag een huishouden willen starten, maar dat voelt nu nog niet als een optie.”
Opbouwfase
Volgens Reitsema zitten jonge mensen tussen hun twintigste en dertigste in de opbouwfase van hun leven. “Je bent bezig met je ambities en wilt een gezin stichten. Dat wil je graag op een eigen plek opbouwen.”
Maar die opbouwfase vertraagt als je tegen je dertigste nog thuis woont. “Thuis worden veel zaken nog geregeld door de ouders. Als je uit huis gaat, moet je dat ineens zelf doen, terwijl je dat nooit gewend was.”
In sommige andere landen wordt lang thuis wonen minder als een probleem gezien. “In Italië bijvoorbeeld, waar mensen nog met de ouders en soms zelfs grootouders in een familiehuis wonen”, ziet Reitsema.
“Maar in onze maatschappij is dat niet normaal. Wij willen zelfstandigheid tonen aan anderen, het gevoel afgeven dat we het zelf ook wel kunnen.”
Ook voordelen
De schaamte neemt toe als iemand ouder wordt. Wie rond de dertig is en nog thuis woont, voelt meer schaamte dan een jonge twintiger. Dat heeft alles te maken met de sociale norm. In zijn algemeenheid geldt dat vanaf 24 jaar de meeste jongeren uit huis zijn.
“Dat gaat onbewust rond in je hoofd. We hebben het gevoel dat we in deze fase onze eigen weg moeten kiezen. En we willen ons niet minderwaardig voelen in vergelijking met een ander”, zegt Reitsema.