Kennisinstituut op het gebied van water Deltares heeft een klimaatmodel gemaakt voor het Waddeneiland Terschelling. Het is nog maar een eerste versie, maar uiteindelijk moet het de eilanders helpen om mee te bewegen met het veranderende klimaat.
Het een en ander is onderdeel van een veel bredere aanpak waar boeren aan meedoen, maar ook veel andere partijen die afhankelijk zijn van voldoende zoet water op het Waddeneiland.
Wetenschappers en eilanders proberen samen tot werkende oplossingen te komen nu de winters natter en de zomers droger worden en de zeespiegelstijging het moeilijker maken om zoet water vast te houden op het eiland.
Met hulp van wetenschappers van Van Hall Larenstein, Deltares en Wageningen University Research wordt gezocht naar praktische oplossingen.
Vince Kaandorp van Deltares heeft het klimaatmodel gemaakt: “Wij hebben een computermodel waarin je alle elementen van zo’n eiland stopt. De ondergrond, de sloten, de duinen en dan kun je rekenen wat dat doet met grondwaterstromingen, met kwel, maar ook bijvoorbeeld met zoute kwel.”
KNMI
Kaandorp: “We hebben nu met dat model gekeken naar wat we verwachten in bijvoorbeeld 2050 of 2100. En dan kijken we naar de KNMI-scenario’s. Dan heb je zeespiegelstijging en ook verandering van het weer door het jaar heen. En in zo’n model kun je dan bekijken wat dat betekent voor die stromingen.”
Kaandorp vertelt over wat het veranderende klimaat volgens het model betekent voor het Waddeneiland: “Dan zie je dat het natter wordt in de duinen, want de grondwaterspiegel gaat stijgen. En dat heeft dan weer consequenties voor de duinranden waar ook woningen staan of campings liggen.”
Zoetwaterbel
Onder vooral de duinen zit een grote zoetwaterbel, die drijft op zout water. Als de zeespiegel stijgt, stijgt het zoute water. En dat drukt de zoetwaterbel er bovenop ook naar boven.
Eigenlijk wordt daar nu al op geanticipeerd met het project Waterpracht, dat nu in uitvoering is in door Staatsbosbeheer beheerde terreinen. Dat kan helpen om water te bergen en zo te voorkomen dat het van het eiland af stroomt, waardoor de zoetwatervoorraad krimpt.
Grenzen
Maar ook met zo’n aanpak loop je tegen grenzen aan, zegt Kaandorp. “Als je het op de lange termijn bekijkt, zijn er natuurlijk omslagpunten. Dat je ziet dat het niet meer helpt. Dan moet je kijken naar andere oplossingen. Kan ik op een andere manier drinkwater winnen of zijn er andere aanpassingen die ik moet gaan doen?”
Het klimaatmodel wordt gecombineerd met het monitoren van grondwaterpeilen en het zoutgehalte van het water in de polder, waar de melkveehouders van Terschelling werken. Een groot aantal van hun praat en werkt mee aan dit project.
Praktijkproeven
Maar ook Wetterskip Fryslân, de gemeente, recreatieondernemers en bijvoorbeeld Staatsbosbeheer doen dat. Afgelopen week zaten ze met de wetenschappers aan tafel in de voormalige landbouwschool Oost-Terschelling op Lies.
Daar boert ook de familie Cupido, die meedoet aan een van de praktijkproeven. Gerard Cupido: “We hebben twee jaar geleden dertien verschillende soorten gras ingezaaid. Stroken van tien meter breed. Daarvan hebben we geleerd dat bepaalde soorten goed kunnen omgaan met de omstandigheden hier. Die kunnen nogal heftig zijn. Van onderaf hebben we de verzilting, van bovenaf zoutinslag over de zeedijk met zuidenwind en verdroging en ganzendruk.”
“Verder kunnen met ons bedrijf”
Cupido heeft de proef nog verder uitgebreid. “Op het perceel hiernaast gaan we op vier hectare de betere soorten nog een keer inzaaien.” Dan wordt ook gekeken of die grassen ook voer opleveren dat goed is voor de koeien.
“We willen voor ons bedrijf kijken hoe we hier verder kunnen met misschien andere soorten gras, de verzilting die eraan zit te komen en het watergebruik. Dat is niet alleen belangrijk voor ons bedrijf, maar voor het hele eiland”, zegt Cupido. Er komen ook nog proeven met het vasthouden van water in de polder.
Wetenschapper Mindert de Vries is vanuit hogeschool Van Hall Larenstein betrokken bij dit klimaatadaptatieproject. “Het is een ontzettend interessant proces dat we hier op het eiland hebben”, zegt De Vries.
“Bijna alle partijen die met water te maken hebben op het eiland, hebben we om tafel. Wij praten ermee en we zien wat voor belang ze hebben en welke problemen. Samen proberen we erachter te komen hoe we vooruit kunnen komen. Dat is een proces dat stapje voor stapje vooruitgaat. Wij hebben er alle vertrouwen in dat wij dat voor elkaar krijgen.”
“Frontlinie van de klimaatverandering”
Het is geen toeval dat dit op Terschelling gebeurt, zo maakt De Vries duidelijk. “Terschelling is als eiland helemaal door de zee omringd en dat is natuurlijk in de frontlinie van de klimaatverandering. We kijken hier, omdat we denken dat de problemen op Terschelling het meest intensief en extreem worden. Daarom denken wij ook dat het een heel goed voorbeeld is voor de andere eilanden, maar mogelijk ook voor het vasteland.”
De aanpak zoals die nu is op Terschelling, wordt ook wel een Living Lab genoemd. Daarbij wordt onderzoek gecombineerd met het meepraten, meedenken en ontwerpen van oplossingen door mensen uit het gebied van het onderzoek.