
De Boontjes. Foto: Omroep Zilt, Richard de Boer
Vaargeul Boontjes, tussen Harlingen en Kornwerderzand, wordt komende tijd niet gebaggerd. Tijdens de proef wordt gekeken wat de natuur met de vorm van de geul doet
De vaargeul is een belangrijke route voor de scheepvaart. Boontjes verbindt de Waddenzee namelijk met het IJsselmeer.
In 2012 werd de geul nog dieper gemaakt, namelijk van 2.80 meter onder NAP naar 3.8 meter. Om dat in stand te houden moest steeds vaker gebaggerd worden.
Komende tijd gebeurt dat dus veel minder. Pas als de geul boven de 3.30 meter onder NAP komt, wordt ingegrepen.

“De hoop is dat er door die rust en ruimte een beter natuurlijk evenwicht ontstaat, waardoor er uiteindelijk minder vaak gebaggerd hoeft te worden zonder dat de scheepvaart hier hinder van heeft”, zegt fysisch geograaf Bas Bijl van de Waddenvereniging.
“Met baggeren verstoor je de bodem en daarmee het bodemleven. Daarnaast zorgt baggeren voor opwervelend slib, en daarmee voor steeds minder zicht en zonlicht onder water. Dit werkt negatief op de algengroei, die aan de basis van de voedselketen in de Waddenzee staan.”
De proef is op 1 januari begonnen en komt van Rijkswaterstaat, de Waddenvereniging en een paar Harlinger havenbedrijven. Door zo weinig mogelijk te baggeren willen ze kijken hoe de geul zich ontwikkelt.
“Vaak wordt gedacht dat natuur en economie tegenover elkaar staan, maar in dit project werken we juist goed samen. We vinden allemaal dat nog meer baggeren geen oplossing is”, zegt Bijl.
Ook wordt gekeken of de breedte van de geul kleiner kan. Die is nu 100 meter breed, maar met een simulator wordt dit jaar gekeken of dat 80 meter kan worden.