
De zwarte zeehond op Vlieland. Foto: Gerard Koster
“Behoorlijk bijzonder.” Zo noemen ze bij Pieterburen de zwarte zeehond die zondagochtend op Vlieland is gezien. En toeval of niet, eerder dit jaar werd er een ander zwart exemplaar bij de zeehondenopvang gebracht.
Ze worden zeer zelden gespot: melanistische zeehonden. Oftewel, zeehonden met te veel pigment. Hierdoor is het dier dat zondagochtend op Vlieland werd gezien, niet grijs maar zwart als de nacht.
“Ja, dat is behoorlijk bijzonder”, zegt Sander van Dijk, van zeehondenopvang Pieterburen. “We hebben hier voor het laatst een gehad in 2017. Dus dat zegt genoeg.”
Daarbij rekent hij even buiten Ebbie; de zwarte zeehond die begin deze maand naar Pieterburen werd gebracht, vanaf een strand van Noord-Holland.

Net als hun grijze soortgenoten worden ze met een witte vacht geboren. Dat zorgt voor extra warmte. Als ze dik genoeg zijn, komt er een nieuwe vacht voor in de plaats en zijn ze klaar om het koude water in te gaan. In uitzonderingsgevallen is die vacht zwart.
“Ja, een heel apart gezicht. Je ziet het trouwens ook bij andere dieren. Panters bijvoorbeeld. Die zijn daarmee ‘s nachts in het voordeel. Bij zeehonden lijkt dat niet het geval te zijn”, zegt Van Dijk, die eraan toevoegt dat nog niet duidelijk is hoezeer de zwarte vacht invloed heeft.
“Wel is helder dat we zelden een volwassen melanistische zeehond zien. Misschien omdat het overdadige pigment meer energie kost en ze daardoor sneller sterven. Maar dat is slechts speculatie.”
Ook is nog niet duidelijk hoezeer melanisme erfelijk is. “Hopelijk komt er dan ook meer onderzoek naar deze dieren.”
Blijf op afstand
Tot slot heeft Van Dijk nog een advies voor mensen die een zwarte zeehondpup zien. Hoe bijzonder het ook is, blijf op ruime afstand, zegt hij. “Anders heb je kans dat de moeder bij haar jong weggaat. En dan is de kans groot dat ie het niet overleeft.”