
Foto: Omrop Fryslân
“Een, twee, drie, vier”, telt de Vlielandse boswachter ecologie Carl Zuhorn van Staatsbosbeheer. Samen met een collega zoekt hij naar Rotterdamse konijnen die op het eiland zijn uitgezet.
Zuhorn heeft de handteller bij zich, die klikt vier keer. Met groot licht rijden Zuhorn en ecoloog Jan Meijer door de duinen. In het veld zien ze de positieve resultaten van het uitzetten van zo’n zeventig Rotterdamse konijnen.
“Kijk, daar gaat er één”, roept Meijer. Aan het eind van waar het licht reikt, schiet nauwelijks zichtbaar een konijntje het pad over. Het is de methode waarmee op de Wadden, maar ook langs de Noord-Hollandse kust, konijnen worden geteld.
Warmtecamera
Makkelijk is het niet. De konijnen zijn snel en komen al ver van het busje in beweging. Daarom zoekt Meijer met de schuifdeur open naar konijnen met een speciale kijker waarin een warmtecamera zit.
Daarmee zien ze veel meer konijnen, al blijft het op deze koude en natte avond wat mager. De beestjes blijven liever binnen. Wat dat betreft lijken ze precies op mensen.
Overdag, ook buiten de tellingen om, geven de signalen veel hoop, zegt Meijer, terwijl hij door het donker naast een fietspad rijdt.
“Dit is een stuk vallei waar jaren nooit iets van konijnenactiviteiten te bespeuren viel”, zegt Meijer. “Sinds we een eindje verderop de Rotterdamse konijnen hebben uitgezet, zie je hier nu twee jaar later overal verse holen en graafsporen. Ook langs het pad.”
Die Rotterdamse konijnen komen van de Maasvlakte. Daar hadden ze genoeg, terwijl ze op Vlieland wel wat meer konden gebruiken.
Het beeld van boswachter Carl Zuhorn is ook positief: “Daar zien we wel dat er wat gebeurt door dat uitzetten. Er komen meer konijnen.”
Als ze een telling doen met de warmtebeeldcamera, zien ze veel jongvolwassen konijnen.

Wat nu precies de invloed van de Rotterdammers is geweest, is bijna niet te achterhalen, zegt Zuhorn: “Maar je kunt eigenlijk niet anders concluderen dan dat het gewerkt heeft. Of dat nu Rotterdammers met Rotterdammers zijn of Vlielanders met Rotterdammers: er wordt gefokt.”
Meer dan alleen wat konijnen loslaten
Roofvogels zijn ook blij met de rijkdom, want er zijn al prooiresten van konijnen in nesten gevonden. En ook Zuhorn is enthousiast.
Er is meer gebeurd dan alleen wat konijnen loslaten. Deskundigen hebben geholpen bij het uitzetten, waardoor er al holen voor de konijnen klaarstonden. Ook kregen ze al wat voer mee als ze in een hol werden gezet.

De uitgezette konijnen zijn ook allemaal ingeënt tegen de meest voorkomende ziektes. De omgeving is ook wat aangepast. Want daar moest iets veranderen, zegt Meijer.
“In het gebied waar we ze nu hebben uitgezet was een hele dichte, ruige helmvegetatie. Daar komen die konijnen niet doorheen en hebben ze niet genoeg te vreten, want dat kunnen ze niet verteren.”
In de winter is daar onder andere door begrazing iets aan gedaan. “Daar hebben de Shetlandpony’s de vegetatie nu kort gegraasd. En daar zie je nu dat die konijnen daar gelijk ook voedsel hebben”, zegt de ecoloog.
“Goede toekomst”
En niet alleen dat, vindt hij: “De combinatie van kort begrazen en stukjes maaien, maar ook het instuiven van mineraalrijk zand helpt het konijn aan voedsel. Ik weet eigenlijk wel zeker dat er een goede toekomst is voor het konijn. Maar juist die virusziektes zijn de onzekere factor.”