Het aantal zeehonden dat verstrikt raak in afval is afgelopen decennium minimaal verviervoudigd. Voor 2018 waren het er nog zo’n zeven per jaar, in 2020 al 37.
Wetenschappers van onder anderen het Zeehondencentrum Pieterburen onderzochten de data over zeehonden die gewond raakten door afval. Het onderzoek toont aan dat er vanaf 2018 een sterke toename te zien is. Daarvoor ging het om zo’n zeven zeehonden per jaar, maar in 2019 en 2020 waren het er respectievelijk 38 en 37.
Afval uit visserij
Bij verstrikking snijdt het afval in lichaamsdelen, zoals de nek of de flappen, waarbij de dieren ernstig gewond kunnen raken. In 88 procent van de gevallen ging het om afval afkomstig uit de visserij.
Het onderzoek toonde ook aan dat zo’n 70 procent van de zeehonden naar het opvangcentrum kan worden gebracht of ter plaatse kan worden geholpen, maar in 20 procent van de gevallen is het niet mogelijk om bij het dier te komen en in 10 procent van de gevallen is de zeehond al dood.