De Witte Swaen heeft zaterdag haar eerste echte proefvaart gemaakt. Daardoor weten we nu weer hoe de wereldberoemde Nederlandse schepen van eeuwen geleden het doen op zee.
Zo’n 400 jaar geleden bouwde Nederland in recordtempo nieuwe schepen.
“Daar stond Nederland beroemd om, als je een schip bestelde kon je er amper een halfjaar later mee varen”, vertelt Gerald de Weerdt. “We waren de beste scheepsbouwers ter wereld.”
De bouwmeester en onderzoeker was dik 30 jaar bezig om de bouwmethode boven water te halen. “Die techniek hebben we weer herontdekt, want dat was eeuwenlang vergeten.”
De bouw van de Witte Swaen, een replica van het schip dat Willem Barentsz naar Nova Zembla bracht, duurde jaren.
“Maar we deden het met een kleine ploeg, rustig aan”, vertelt De Weerdt.
“Die uren heb ik gedeeld door de bezetting van toen: ze werkten met een flinke ploeg, zes dagen in de week.”
En dan blijkt het toch snel gegaan te zijn: “Als we dat hadden gedaan, hadden we het casco ook in vier maanden gehad.”
Ondertussen moest dus ook nog een eeuwenoude bouwtechniek weer heruitgevonden worden. Het was dan ook een spannend moment voor iedereen die aan het schip werkte.
“We brandden van nieuwsgierigheid om de zeileigenschappen van dit schip eens aan de tand te voelen”, zegt De Weerdt.
“Want dat weten we nog niet van schepen van 450 jaar geleden, wat hun capaciteiten nou werkelijk waren. Zo’n schip maken en ermee zeilen is de enige mogelijkheid om dat te ontdekken.”
De bouwmeester kijkt daarbij vooral hoe het schip zich in de wind gedraagt.
“Vooral het element of het schip een beetje hoog aan de wind zou kunnen komen, want dat is voor een schip uit die tijd erg belangrijk”, legt De Weerdt uit.
“Dat je niet met aanlandige wind op de kust wordt geblazen, maar dat je er van weg kan zeilen. Dan moet je soms schuin tegen de wind in.”
“Dat hebben we nu uitgeprobeerd”, vertelt De Weerdt. Met de perfecte weersomstandigheden.
“Dat is jarenlange intuïtie denk ik”, lacht de initiatiefnemer. “Nee dat is een wild guess, we hebben mazzel gehad.”
Hoewel het voor de bouwmeester nog wel nét wat harder had kunnen waaien, had de bemanning mooi de tijd alles uit te proberen.
“We weten van tevoren niet waar de lijnen precies naartoe moeten om het zeil optimaal in vorm te krijgen, dat soort experimenteren kost tijd.”
Die tijd kreeg de Witte Swaen dus, tussen Terschelling en Vlieland. En De Weerdt is erg te spreken over de resultaten.
“De soepelheid waarmee het schip manoeuvreerde, door de wind ging. Ik ben helemaal tevreden, het is een superschip.”