Het Bildt is veel ouder dan we dachten, zo stelt Sytse Keizer. De Bilkert vertelt over Romeinen en Vikingen in zijn oude Billând. Maar zijn theorieën staan soms haaks op de geschiedenisboekjes.
Sytse Keizer is momenteel in menig zaal op het Bildt te zien. Toeschouwers horen van hem over Romeinen en Vikingen aan de Noordwest-Friese kust en vooral over een veel ouder ‘Billând’, zoals hij het Bildt voor 1505 noemt.
“De anname dat in 1505 de Ouwe-Dyk as ‘n soort ôfslútdyk deur ‘n nag kolkende Middelsee anlaid is, soa is ‘t niet weest”, zegt Keizer, die zichzelf regiohistoricus van het Billând noemt.
In de geschiedenisboeken is te lezen dat het Bildt toen ontstond, met de aanleg van de Oude Bildtdijk. “Doe is de Ouwe-Dyk niet anlaid, maar ophoogd”, zegt Keizer. “Ok foor 1505 leefden, weunden en werkten mînsen hier.”
De zee kwam de afgelopen jaren steeds dichterbij, maar stond 2.000 jaar geleden bijvoorbeeld zo’n 60 centimeter onder NAP.
“Die Romeinen die’t hier in Frysland waren, 12 foor kristus, houden droge foeten. Ok nag met ‘e sandalen an”, lacht de streekhistoricus.
Pakweg een milennium later maakten de Vikingen hun intrede langs de kust. Rond de 9e eeuw bouwden de Friezen langs de kust grote ronde wallen om zichzelf binnen te verschuilen bij een aanval.
Tenminste, zo is in de geschiedenisboeken te lezen. Maar volgens Keizer waren het juist de Noormannen, die een ringwalburcht bij Sint Anne bouwden.
“Die dateert fan 800 ant 1100 na kristus.”, denkt hij. Keizer baseert zijn vondsten onder anderen op hoogteverschillen in het landschap.
“Je kinne drekt al sien dat ‘t dochs âns is as op ‘e rest fan ‘t Bildt, want ‘t is frij aksentueerd terrain.” Ook vond hij in de omgeving gebieden met bijvoorbeeld ‘burg’ in de naam.
Het zijn de conclusies van dik 12 jaar onderzoek van de amateurhistoricus. De Ouwe Sylster verzamelde zijn onderzoek in het boek Billând.
Maar de theorieën die hij daarin uitzet, stuiten op weerstand uit de geschiedkunde en archeologie. Volgens de gevestigde orde is het indirect bewijs: er zou meer archeologisch onderzoek nodig zijn om conclusies te kunnen trekken.
De criticasters geven Keizer geen zorgen. “Die houden je skerp”, zegt de historicus. “Ik perbeer goed del te setten hoe’t ik ‘t fonnen hew.”
“At je historys ondersoek doen, dat is niet ‘n eksakt fak. Je perbere ‘n waarhyd, meskien wel de waarhyd te finen. En soa dicht mooglik bij te kommen, want je hewwe niet altyd de beskikking over goeie bronnen.”
Veel van die bronnen zijn door de jaren verloren gegaan. En dat kan de waarheid vertroebelen. “The conquerer writes history: degene die’t wint, set de geskidenis na de hând”, zegt Keizer. “Dat kin jarenlang in geskidenisboekys herhaald weze en foor waar annommen weze.”
Overwinnaar of niet, Keizer blijft met passie over zijn Billând vertellen. Op 3 mei geeft hij weer een lezing in Sint Jabik, op 17 mei staat Froubuurt op de agenda.