Museum ‘t Behouden Huys op Terschelling heeft een authentieke sleutel van de overwintering van Willem Barentsz in 1596 op Nova Zembla in de collectie gekregen.
In 1596 deed de Terschellinger ontdekkingsreiziger Willem Barentsz een poging om via het poolijs naar China te varen. Toen zijn schip vastliep, moest hij met zijn bemanning op Nova Zembla overwinteren in een zelfgebouwde hut, genaamd ‘t Behouden Huys.
Op West-Terschelling is een museum vernoemd naar die zelfgebouwde hut op Nova Zembla. Museum ‘t Behouden Huys vertelt de geschiedenis van Terschelling en het verhaal van de ontdekkingsreiziger.
Overblijfselen
In september 1871 ontdekte de Noorse walrusjager Elling Carlsen de historische overwinteringsplek van Willem Barentsz en zijn team op Nova Zembla.
Zo’n 275 jaar na Willem Barentsz vond Carlsen daar talloze overblijfselen van diens expeditie. Deze zijn via-via bij het Rijksmuseum terechtgekomen.
Nu, weer ruim 150 jaar later, keert een van die overblijfselen terug naar Terschelling. Een sleutel voor een kist, die in 1596 mee was op expeditie.
“Voor ons was het heel belangrijk dat we eindelijk een keer een object hebben dat met Willem Barentsz en zijn mannen vanuit Nederland daar naar Nova Zembla toe gegaan is”, vertelt Richard van der Veen, de conservator van het museum op Terschelling.
“Echt een object uit die tijd”
“Nu heb je echt een object uit die tijd, geen replica of zo, die heeft het allemaal meegemaakt. En dat spreekt gewoon altijd aan, en ook tot de verbeelding.”
Museum ‘t Behouden Huys op Terschelling is al jaren bezig om een echt object van de reis binnen te halen. “Het eerste gesprek is aangegaan in 2018”, legt van der Veen uit. “Maar ja, er kwam corona tussen en de verhuizing van het depot.”
Toch zag het Rijksmuseum wel in dat een object van die reis van Willem Barentsz eigenlijk op Terschelling hoort. Een delegatie van het Terschellinger museum is toen gaan kijken in het depot van het Rijksmuseum wat er mogelijk was.
“We kregen uiteindelijk drie objecten, waarvan ze zeiden dat ze de oversteek naar Terschelling wel konden wagen”, vertelt Van der Veen. “Dat was een mokerkop zonder steel, een tapkraantje en een sleutel.”
Het museum koos uiteindelijk maar voor één van de drie. “Deze objecten hebben eigenlijk niet zoveel met elkaar gemeen, behalve dat ze op Nova Zembla achter zijn gebleven. Het is daarom sterker als we één object kiezen, dat we gaan uitlichten.”
Met de sleutel vertelt het museum een zelfbedacht verhaal, dat zich afspeelt rondom de expeditie naar Nova Zembla.
Alles moet kloppen
Nu heeft museum ‘t Behouden Huys op Terschelling dus eindelijk een object uit het echte Behouden Huys van Nova Zembla, maar dat gaat niet zomaar.
“Er zijn heel veel voorwaarden”, vertelt Alette van Ommen, medewerker van het museum. “Het klimaat moet kloppen, de veiligheid moet kloppen en het licht moet kloppen. Er komt ontzettend veel bij kijken.”
Daarom heeft het museum een speciale vitrinekast laten ontwerpen. “De verf waar de sleutel op ligt moet speciale verf zijn”, legt Van Ommen uit. “Er zit een klimaatsysteem in wat het klimaat goed houdt. Hij moest geborgen zijn, slagvast. Er zit een slot op en mag ook niet meer open.”
Het was ook nog een heel proces om de sleutel daadwerkelijk op het eiland te krijgen. “Vorige week kwam een conservator van het Rijksmuseum met die sleutel hier naar het eiland met twee assistenten”, vertelt Van Ommen.
“Dus met drie personen en een grote bus kwam die kleine sleutel naar het eiland.”
Het museum hoopt dat de sleutel nu voor altijd op Terschelling kan blijven. “In principe is het gewoon een langdurige bruikleen”, zegt Van Ommen.
“Wij hopen gewoon dat het een oneindig durende bruikleen is. Maar er staat in principe elke vijf jaar een check of de conditie exact hetzelfde is van de sleutel.”