
Het personeelsterrein op Stortemelk. Foto: Omroep Zilt, Larissa Lokenberg
Iedereen zoekt personeel. Maar wat als je dat personeel ook nog woonruimte moet bieden. En dat met de krapte op de woningmarkt. Tel daarbij op dat het werk op een Waddeneiland is. Dan heb je een hoop creativiteit nodig.
Op Vlieland heeft Jan van der Veen van kampeerterrein Stortemelk 170 jongelui die ‘s zomers de camping draaiende houden.
“Het gros verblijft in eigen tent, die nemen ze mee. We hebben een personeelsgedeelte op het kampeerterrein, daar kunnen ze blijven,” vertelt van der Veen. “Maar we hebben natuurlijk ook een grote groep die soms wel een paar jaar blijft hangen. Daar hebben we huisvesting voor nodig.”
Er zijn op het campingterrein al 7 studio’s en twee bedrijfswoningen neergezet en er zijn plannen voor twee wintervaste tenten. Daarnaast is er een groot combinatiegebouw neergezet. “Er zitten twaalf kamers boven. In de zomer kunnen kunnen die gebruikt worden voor ons personeel,” legt Van der Veen uit.
“In de winter kan dat gebruikt worden als groepsaccommodatie. Er kunnen ongeveer honderdtwintig mensen binnen eten. Dus met een eigen professionele keuken. De douche en toiletten zijn binnen voor het personeel. Zo hebben we dat proberen op te lossen.”

Maar nog is er een tekort, wat moeilijk op te lossen lijkt op Vlieland. “Met de gemeente en met ondernemers zijn we er druk mee bezig,” weet Van der Veen. “Je ziet nu ook dat ondernemers zelf huizen opkopen. En daar verblijven maken voor één of twee personen. Want dat is heel belangrijk. Dat je die mensen kunt onderbrengen. Heb je dat niet, dan vertrekken ze.”
Ook ondernemer Erik Houter heeft dik 50 werknemers die ‘s winters op Vlieland moeten wonen, waarvan de helft al onder de pannen is. Hij merkt dat de wooneisen van de werknemers hoog zijn. En om dat te faciliteren heeft hij het huis op de hoek van de Dorpsstraat gekocht.

“Deze woning stond al een een tijd te koop. Wij hebben er eerst ook niet zoveel aandacht aan besteed omdat we dachten dat gewoon weer voor iemand op het eiland beschikbaar zou komen of iemand die op Vlieland wil wonen,” vertelt hij voor het pand.
“Toch zijn wij op een gegeven moment in de woning gaan kijken en toen realiseerden we ons dat met de woning, wat door één gezin werd bewoond, dat we daar eigenlijk zes appartementen kunnen bouwen van zestig vierkante meter.”

“Daar moet een stukje nieuwbouw ook bij gerealiseerd worden. Maar ja, daar kunnen we dus in principe zes personen of zes keer twee personen in onder brengen. En ze zitten op een unieke plek, dus het is ook kwaliteit van wonen voor de mensen die hier komen.”
Dat er scheve gezichten komen van de Vlielanders die ook woonruimte zoeken, begrijpt Houter wel. “Ik kan me er iets bij voorstellen, maar de eilanders die hebben allemaal ook de kans gehad om het te kopen. Het heeft vrij lang te koop gestaan.”

Toch ziet hij ook wel de nuance. “Het was een stevige vraagprijs. Wij hebben het kunnen kopen, maar wij kunnen er nu wel weer twaalf mensen in onderbrengen. Of er had een gezin ingewoond of, wat ook veel gebeurt op Vlieland, een pensionaris van de wal, die wel die vraag prijs kunnen betalen. Maar goed, daar hebben we op Vlieland natuurlijk niet zo heel veel aan… Want we willen juist stimuleren dat die jongeren weer kunnen wonen op het eiland.”
Houter ziet de jonge werknemers als welkome aanvulling in Vlieland. “Jongeren trekken naar de stad. Op Vlieland hebben we gelukkig nu dat we weer meerdere jongeren naar het eiland krijgen. Die krijgen weer kindertjes, is goed voor school, is goed voor het sociale leven,” legt hij uit.
“Dus ja, laten we vooral stimuleren dat jongeren een kans krijgen om op Vlieland ook fatsoenlijk te blijven wonen.”