
Zaagschade aan een jonge boom. Foto: Omroep Zilt, Larissa Lokenberg
Het was een schrik en een grote teleurstelling voor de vrijwilligers van de werkgroep Biodiversiteit Dronryp. Moedwillig is de nieuwe aanplant op de groenstrook aan de Puoldyk kapotgeknipt en omgezaagd.
Al vijf jaar is de werkgroep goed bezig, in samenwerking met de gemeente Waadhoeke én enthousiaste Rypsters uit de buurt.
Ze plaatsten samen met de schoolkinderen bijenhotels, nestkastje, zaaien bloemen in de berm en planten inheemse soorten. Maar vorige maand ging het goed mis.
Vernieling
“Er is iemand met een zaag en een snoeischaar hier geweest en die heeft een aantal boompjes gewoon doorgeknipt,” vertelt Bert van Geel. En bij de jonge els zijn er takken rücksichtslos afgezaagd.
Ook struiken en andere planten zijn grof omgesnoeid. “De tere ziel die met zijn volle verstand dit soort dingen doet heeft in mijn ogen totaal geen begrip voor wat we hier doen.”
Aan de Puoldyk heeft de werkgroep een groenstrook in beheer, waar ook het maaibeleid is aangepast. “Sleedoorn, Meidoorn, Egelantier hebben we hier geplant, Wegendoorn,” somt Mark Wierstra op.
“We wilden hier een soort gemixte haag creëren. Dan heb je een soort van luwte waar de vlinders en andere insecten kunnen leven. Maar er zijn een heel aantal boompjes en struiken omgeknipt.”
Wie doét zoiets?
“Er ontstaat een soort woede in mij, onbegrip”: het emotioneert Van Geel. De wijk it Fûgellân kijkt uit op de groenstrook en met de bewoners is er goed overleg.
“De mensen uit die wijk kijken uit over dit gebied en willen graag weten wat er gebeurt en willen hun uitzicht behouden. Die gesprekken voeren wij met bewoners en dat gaat hartstikke goed, dus ik heb niet het idee dat het daar wegkomt.”

Ironisch is dat sommige planten het juist goed doen met een goede snoeibeurt. “Grappig, de natuur is sterk, oersterk,” vertelt Van Geel. “Het zijn inheemse soorten, dus die kunnen wel wat hebben. Ik verwacht dat een deel van de planten gewoon doorgroeit.”
En doorrrrr
De vrijwilligers van Biodiversiteit Dronryp laten zich niet uit het veld slaan. “In eerste instantie is er ongeloof, heel veel woede en vooral frustratie,” ziet Van Geel. “Maar je wordt alleen maar meer gemotiveerd om dat te doen waar we mee bezig zijn.”