Door alle wet- en regelgeving wordt het voor Terschellinger boeren “bijna onmogelijk” om het bedrijf voort te zetten op het eiland. Dat stelt voorzitter Arie van Zwol van de LTO-afdeling Terschelling, die een werkgroep gaat oprichten voor de landbouwtransitie.
Met name de mestregels brengen agrarische bedrijven op het eiland in de problemen. Door een opeenstapeling van regelgeving mogen boeren op het eiland ongeveer een derde minder mest uitrijden dan een jaar geleden. Vorig jaar werd de derogatie afgeschaft door de EU die hiermee de waterkwaliteit wil verbeteren.
“Dat betekende voor ons minder mest uitrijden”, zegt Arie van Zwol. Vervolgens werd Terschelling aangewezen als een met nutriënten verontreinigd gebied (NV-gebied) waar de stikstofuitstoot omlaag moet.
“Daarmee moest het mestgebruik eind vorig jaar met nog eens 20 procent naar beneden. In februari moest het weer met 20 procent omlaag omdat de Waddenzee Natura2000-gebied is.”
Het mest uitrijden is in een jaar tijd teruggebracht van 250 naar 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare. Volgens Van Zwol dreigt er nu een acuut probleem met een mestoverschot op het eiland.
“We hebben geen ruimte om mest elders op het eiland te verspreiden. Er zijn geen akkerbouwbedrijven, dus die mest moet afgevoerd worden, met de boot.”
Geëxplodeerde ganzenpopulatie
Namens alle agrarische ondernemers op het eiland heeft hij steun gevraagd van de gemeente. “Het wordt wel eens vergeten dat het toerisme op Terschelling mede bestaat door de boeren, die de unieke polders onderhouden. Er wordt gedacht: die boeren redden zich wel. Maar nee, we redden ons niet meer.”
Het is “gewoon gekkenwerk”, aldus Van Zwol. “Boeren op Terschelling zijn al redelijk extensief en natuurinclusief bezig. Uitgestelde maaidata, intensieve vogelbescherming, we zijn al goed bezig, maar worden constant overruled.” Naast de strengere mestregels noemt hij torenhoge transportkosten en het afrekenen van de CO2-voetafdruk bij de melkfabriek.
En dan is er nog de in tien jaar tijd geëxplodeerde ganzenpopulatie op het eiland. “In de jaren zeventig had je hier alleen een handjevol grauwe ganzen. Nu heb je het hele jaar door brandganzen, er zijn ook broedparen. Ons land wordt kaalgevreten. De eerste snee gras in het voorjaar is de beste kwaliteit, maar dat ben je kwijt door de ganzen.”
Werkgroep
Dinsdag had Van Zwol een gesprek met waarnemend burgemeester Roel Cazemier en wethouder Gea van Essen. De burgemeester toonde begrip voor de zorgen. “Cazemier is wel iemand die het probleem ziet en meedenkt. Dit speelt natuurlijk niet alleen op Terschelling, maar in heel West-Europa.”
Afgesproken is dat er door de LTO-afdeling Terschelling een werkgroep wordt samengesteld om de transitie naar een natuurinclusieve, economisch rendabele vorm van landbouw op het eiland vorm te geven. Die werkgroep moet draagvlak hebben onder alle agrarische bedrijven, ook de boeren die niet bij LTO zijn aangesloten.
“Als we een groot mestoverschot krijgen, zullen critici zeggen: dan ruim je toch wat koeien op? Maar we zullen toch een boterham moeten verdienen”, zegt Van Zwol.
De gemeente laat weten dat zij openstaat voor samenwerking met de werkgroep. Op bestuurlijk niveau wil zij het Terschellinger perspectief wel uitdragen.
Toch zal de agrarische sector op het eiland zelf een toekomstbestendige vorm van landbouw moeten vormgeven die aansluit op de nieuwe wet- en regelgeving. Die wordt bepaald door het Nationaal Programma Landelijke Gebied (NPLG) en de Friese variant daarvan (FPLG).
Negen boerenbedrijven
Terschelling telt negen reguliere boerenbedrijven, waarvan er twee volledig biologisch zijn. Een aantal bedrijven combineert het boeren met het runnen een camping of een vakantieverblijf.