De 31-jarige David Mulder was psychisch uitbehandeld en is in oktober overleden door euthanasie. Het was een lang en moeizaam proces. Zijn moeder Caroline Mulder is lid van Stichting KEA om het verhaal van haar zoon te vertellen. De stichting wil begrip voor, kennis over en mogelijkheid tot euthanasie op psychische gronden vergroten.
David heeft het leven altijd moeilijk gevonden. Als 4-jarige gooide hij zichzelf twee keer van de trap af. Daarop zochten zijn ouders hulp bij een kinderpsychiater. Die zag een heel kwetsbaar en verdrietig kind. Uit testen bleek dat hij hoogbegaafd was.
David kreeg speltherapie en op 7-jarige leeftijd al een lage dosering Prozac tegen zijn depressie. “Dat moest ik dan met een injectiespuit in zijn pap ‘s morgens drukken. We hadden het idee dat dit medicijn hem steunde.” Halverwege de basisschool ging het beter met David en kon hij stoppen met de Prozac.”
Aan het eind van de lagere school werd David depressiever. Hij zag er vreselijk tegenop om naar de middelbare school te gaan. Hij at niet meer en sneed zichzelf. Hij kreeg opnieuw Prozac. en psychologische hulp. Het hielp niet genoeg. “Op de leeftijd van 15 jaar was hij zo suïcidaal dat hij gedwongen is opgenomen”, vertelt zijn moeder Caroline. “Ook om ons als gezin te ontlasten. Want wij trokken het niet meer.” Daarna heeft hij woonbegeleiding gekregen en is hij op zichzelf gaan wonen.
Alles geprobeerd
In zijn leven heeft David alles op therapiegebied geprobeerd waaronder cognitieve therapie en gesprekstherapie. Hoe om te gaan met depressieve gedachten, mindfulness, cognitieve gedragstherapie, shocktherapie en een ketaminebehandeling. Daarnaast kreeg hij medicatie, zoals lithium en mao-remmers.
Hij had inmiddels zijn vriendin Mariël en voor haar deed hij alles. “David zei: ik hoef niet beter te worden als het maar draaglijker wordt”, aldus Caroline. “Dan blijf ik leven.” Maar alle therapie en medicijnen hielpen David niet.
Uitbehandeld
Uiteindelijk was hij uitbehandeld en wilde David euthanasie. Helaas wilde zijn psychiater geen euthanasie uitvoeren bij hem, toen hij dit vroeg. Hij besloot daarop om in december te stoppen met eten en drinken en op deze manier te overlijden.
Tot afschuw van zijn moeder: “Wij hebben het hele jaar als een blok beton tegen het versterven opgezien.” Als wijkverpleegkundige is Caroline bij veel sterfbedden geweest van mensen die versterven. “Dat waren allemaal oude mensen die al uitgeteerd waren. Die gleden mooi weg. Maar zo’n jonge man, dat duurt weken.”
Maar afgelopen zomer bleek dat het helemaal niet meer ging. David was erg depressief en hij was eigenlijk niet meer in staat om op een goede manier contacten aan te gaan. Het was voor Mariël heel moeilijk. Ze gingen nog samen op vakantie, maar hij had alleen maar stress. En weer thuis lag hij op de bank, sliep niet meer en stond stijf van de stress.
Mariël zei tegen hem dat hij niet hoefde te wachten tot december. Dit luchtte David op. Hij kreeg het gevoel dat hij de regie weer terug had en besloot in september te stoppen met leven.
Toch nog euthanasie
Omdat David het proces van versterven wilde laten zien en de problemen waar psychisch uitbehandelde mensen tegenaan liepen, nam hij contact op met Harlinger psychiater Menno Oosterhoff. Oosterhoff had van te voren aangegeven dat hij geen euthanasie kon toepassen omdat hij het hiermee al heel druk had. Maar dit was niet het doel van David.
Na het gesprek, belde Oosterhoff op om te vertellen dat hij David toch graag wilde helpen. “Ik was door het dolle heen. En toen merkte ik dat ik het al een plek had gegeven dat hij ging sterven.” Op 4 oktober kreeg David in het bijzijn van zijn geliefden, de euthanasie waar hij zolang naar verlangde.
Ruimte, rust en verdriet
Zijn moeder kijkt met een positief gevoel op het traject van euthanasie terug. “Ik zit in de fase van de opluchting dat het zo gegaan is. En is het oprecht dat ik me beter voel dan voor die tijd. Ik heb het hele jaar al gerouwd. Alles deden we met David voor de laatste keer. Kerst was vorig jaar heel intens, net als David zijn laatste verjaardag. Nu is er toch een heleboel ruimte en rust in mij. En ook verdriet. Ik mis hem, ik huil veel. Maar ik voel me nog steeds beter dan vorig jaar.”
Missie Stichting KEA
Stichting KEA is vorig jaar opgericht dankzij het boek ‘Laat me gaan’ dat psychiater Kit Vanmechelen schreef samen met psychiater Menno Oosterhoff. In het boek staan ook dagboekfragmenten van Esther Beukema die kampte met ernstige psychische klachten. Ze kreeg uiteindelijk euthanasie nadat ze uitbehandeld was.
“Mensen kwamen na het lezen van het boek bij ons om hun verhaal te vertellen”, zegt Vanmechelen. “Ze zijn afgewezen bij Expertisecentrum Euthanasie (EE) en weten niet wat ze moeten doen. Of het zijn nabestaanden van geliefden die door zelfdoding of euthanasie zijn overleden.
“We vroegen ons af wat we voor deze mensen konden doen. Daarom werd Stichting KEA opgezet en sinds 28 oktober is de website https://stichtingkea.nl/ online. De stichting wil begrip voor, kennis over en mogelijkheid tot euthanasie bij psychische aandoeningen vergroten.”
De stichting is niet alleen voor mensen die psychisch ondraaglijk en uitzichtloos lijden of voor nabestaanden, maar ze geven ook voorlichting aan artsen over het verlenen van euthanasie. “We hebben via een groepsapp een artsennetwerk opgezet voor artsen die misschien wel willen helpen, maar niet weten hoe ze moeten beginnen”, vertelt Vanmechelen. “In de app zitten ook ervaren psychiaters die al ervaring met euthanasie hebben en die dan zeggen: bel me maar even.”
KEA is geen nieuwe EE
Vanmechelen benadrukt dat de stichting geen euthanasie uitvoert. “We willen geen nieuwe EE worden. Dan hebben we binnen de kortste keren ook 300 mensen op de wachtlijst. Wat we wel kunnen doen voor deze mensen die zich aanmelden is voorlichting geven over bijvoorbeeld een buddysysteem.
De vrijwilligers die bij de stichting zijn aangesloten zijn bijna allemaal mensen die iemand zijn verloren door zelfdoding of euthanasie. Ze hebben volgens Vanmechelen een missie. “ De nabestaanden willen dat hun naaste de laatste was die door zelfdoding om het leven gekomen is. En die nabestaanden die door euthanasie iemand verloren zijn, die zeggen: dit was goed. Maar wat is het een strijd geweest om het zover te laten komen.”
“Ze hebben van hun overleden familielid ook de opdracht of de boodschap meegekregen: vertel mijn verhaal, zodat het niet verloren gaat. Het zou mooi zijn dat de maatschappij euthanasie bij psychisch lijden beter gaat snappen”, zegt Vanmechelen. “Dat mensen na hen minder lang moeten strijden om zo ver te komen.”