Ids Posthumus is nog maar 13 jaar, maar ‘s weekends scheurt hij zo met 110 kilometer per uur over het circuit. Dat gaat zo goed, dat hij dit jaar zomaar Nederlands kampioen kan worden.
De coureur uit Ingelum is nu zo’n vijf jaar aan het karten. En met succes: hij heeft officieel de belofte-status gekregen. Toptalenten mogen dan bijvoorbeeld een dag vrij van school om extra tijd in hun sport te steken.
“Ik ben gewoon goed”, zo vat Ids het zelf samen. En dat begon allemaal bij een familie-uitje op de kartbaan. “Ik vond het hartstikke leuk dus ik vroeg mijn vader: mag ik nog een keer?”
“Ik hield niet op met zeuren”, lacht Posthumus. “De snelheid vind ik echt prachtig. Het past heel goed bij mij.”
Ondertussen heeft hij een eigen kart en is hij drie dagen per week aan het rijden. “Vrijdag heb ik vrij van school, dan gaan we trainen. Zaterdag ook een hele dag.”
“De afstelling vinden, hoe rijdt de kart enzo. En zondag is het racedag.” En dat gaat steeds beter.
Hij rijdt nu in het Nederlands Kampioenschap voor 4-takt karts. Na 4 raceweekenden staat hij derde. Met nog twee weekenden te gaan kan hij dus zomaar eens kampioen worden.
Hij is druk bezig met het racen, maar ook met alles eromheen. Zo wil hij meer sponsoren binnenhalen. “We hebben wel een paar, maar er staan niet genoeg op de kart vind ik”, vertelt de Ingelumer.
Die moeten dan met topsnelheden van zo’n 110 kilometer per uur over de baan vliegen. Dat is spannend, zegt Posthumus. Maar angst heeft hij niet. “Als je bang bent is deze sport niet voor jou, dan ga je langzamer.”
En dat terwijl karten niet zonder risico’s is. “Je hebt geen gordel om, je zit gewoon los in de kart. Je hebt wel goeie beveiliging, een helm, body protector, nekbeschermer.”
“Maar overall is het wel onveilig, want je bent niet beschermd. De wielen zijn ook vrij open, dus als je met iemand aan het botsen bent, kan je wel over de kop gaan.”
Toch staat vader, coach en monteur Andre Posthumus niet met knikkende knieën langs de kant.
“Dat went wol. De koereurs hâlde wol rekken mei elkoar”, vertelt hij. “It spannendst is de earste bocht yn de wedstriid.”
“Elkenien wol as earst troch de bocht wêze. Dan is it eng, mar dêrnei wurdt it rêstiger en giet it de goeie kant op.”
Een rustige sport is het sowieso niet. “Je binne toch twa, trije jûnen per wike oan it sleuteljen. En foar in racewykein noch mear.”
En goedkoop is het ook niet. “Skea is snel in pear hûndert euro. En in komplete kart nij, dan sitst op fiiftûzen”, vertelt Posthumus.
“Je hearre sommige âlden wolris, ‘we geane karten’. Dan sizze we wolris, lit se mar fuotbalje of damje, letter is dat toch in ferstandigere keus”, lacht Posthumus.
Maar spijt heeft hij absoluut niet. “It is in prachtich moaie ervaring mei ús twaën. At je sjogge dat hy as earste oer de finishstreep komt, dat is geweldich.”
Zeker als je voor het kampioenschap rijdt. “Hy moat in bytsje gelok hawwe, syn linen goed ride en iets letter remje as de oaren”, concludeert Posthumus.
“We ha der seker hoop yn, we komme in hiel ein. Hy docht syn bêst, ik doch myn bêst en de wille is der. Dus dat komt wol goed.”
En Ids zelf weet ook wat er nodig is. “Meer risico nemen”, zegt Posthumus. “Aan het begin van het seizoen was het wat kalm aan, want het was het eerste jaar in deze klasse. Maar toen kwam ik erachter: ik kan nog kampioen worden.”
Dit weekeinde rijdt Ids op het circuit van Assen. In oktober is het laatste raceweekend van het NK in Eindhoven.