In 1966 verdween de Urker kotter UK 58 tijdens een noodlottige vistocht boven Vlieland. Van de vijf bemanningsleden is nooit meer iets vernomen. Nu lijkt een groep speurders de kotter te hebben gevonden. “Het is ontzettend belangrijk voor nabestaanden.”
Dat zegt Cees Meeldijk van de stichting Onderzoek Maritiem Vermisten (OMV). Met behulp van moderne technologie, archiefonderzoek en duikexpedities spant zijn stichting zich in voor het opsporen van gezonken vissersschepen, vermiste bemanningsleden en hun nabestaanden.
De viskotter UK 58 Ex Mera Gratia van de gebroeders Ras uit Urk werd in januari 1966 als vermist opgegeven. Het vissersschip was op de Noordzee boven Vlieland op tong aan het vissen. De netten zijn toen mogelijk achter een van de vele wrakken in zee blijven haken, waarna de zware motor het schip vermoedelijk heeft omgetrokken.
Dertig mijl boven Vlieland
Van het schip werd voor het laatst iets vernomen op dinsdagochtend 25 januari 1966, zo’n dertig mijl ten noordwesten van Vlieland. Schipper Jacob Ras werd toen op de radio gehoord door een ander vissersschip, de HD 14, toen hij meedeelde dat zijn net vastzat. Daarna zweeg de radio van de UK 58.
Vijf opvarenden kwamen om: Jacob Ras (31), zijn broer Hendrik (33), Willem Foppen (43), zijn 21-jarige zoon Klaas, allen van Urk, en de 24-jarige Jan Harmen de Groot uit Stavoren.
Grootschalige zoekacties boven Texel en Vlieland, waar tientallen schepen aan deelnamen, leverden destijds niets op. Wel viste een Urker kotter vijf jaar na de verdwijning zo’n dertig mijl ten noordwesten van Vlieland een stuk hout op uit zee, waar de letters Gratia op stonden gegraveerd.
Het was onmiskenbaar een stuk van het naambord van de vermiste kotter. Aan het eind van de visweek bracht de schipper het stuk hout bij Marretje Ras-Hoekman, de weduwe van de schipper van de UK 58.
Scan van de zeebodem
Jarenlang was dit de enige tastbare herinnering aan de vergane kotter die de zee heeft prijsgegeven. Een kleinzoon van schipper Jacob Ras nam onlangs contact op met Cees Meeldijk van de stichting OMV. “Hij benaderde mij met de vraag of we zouden willen zoeken naar de UK 58. Hij gaf ons dusdanig veel informatie dat we de zaak konden oppakken.”
Meeldijk dook eerst het Nationaal Archief in Den Haag in. Daar liggen de originele rapporten van de Raad van de Scheepvaart over vermiste en verongelukte schepen.
“Vanaf daar is het best wel hard gegaan. We vonden nieuwe aanwijzingen en het radiocontact dat schipper Ras met de HD 14 heeft gehad, konden we omzetten in coördinaten. Zo konden we een cirkel trekken rond de plek waar het schip waarschijnlijk is gezonken.”
Oude scans van de zeebodem uit de jaren tachtig lieten op die plek iets zien dat leek op het vermiste schip. Maar de doorslag kwam met de hulp van het onderzoeksschip Arca van Rijkswaterstaat.
“De Arca was toevallig in de buurt van de locatie en wilde voor ons wel een nieuwe scan maken. Daar zijn we Rijkswaterstaat heel dankbaar voor. Op die scan konden we duidelijk de contouren zien van een twintig meter lang kottertje. Het kan eigenlijk niet missen dat dit ‘m is.”
Sponsor gezocht
Meeldijk houdt nog een slag om de arm. “Je weet het nooit zeker totdat je gaat duiken. We achten de kans wel heel groot, dus willen we een expeditie organiseren. Dat willen we rond Pinksteren doen, als het weer het toelaat.”
Vorig jaar ging Meeldijk met een duikteam uit Lauwersoog op zoek boven Schiermonnikoog naar het wrak van de WR 6, die sinds 1967 wordt vermist. Die Wieringer kotter is nog steeds niet gevonden. Het wrak op die plek bleek van de HD 108 te zijn, een Helderse kotter die in juli 1945 boven Schiermonnikoog was gezonken als gevolg van een mijnexplosie.
Duikexpedities kosten tijd en geld en de stichting van Meeldijk – in het dagelijks leven visserman en raadslid – is en blijft liefdewerk oud papier. Daarom hoopt hij partijen in de maritieme wereld te interesseren om het werk van de stichting te sponsoren.
“We hebben de afgelopen expedities uit eigen zak betaald en ook de bezoekjes aan mensen en archieven. Met een heel duikteam de zee op gaan, is allemaal niet gratis. Misschien moet er deze keer voor de veiligheid nog een extra boot mee, omdat we dicht bij de containerroute duiken. Het wordt te duur.”
Volgens Meeldijk hebben de inspanningen van de stichting OMV een enorme impact op nabestaanden, zoals die van de UK 58. “Elke keer dat we families informeren, is het heftig en emotioneel. Het onderwerp leeft gigantisch. Gedurende al die jaren bleven er altijd vragen en waren ze ermee bezig. Zonder uitzondering zijn ze dankbaar voor ons werk.”