
De omstreden garage van Franekereind 42. Foto: Omroep Zilt, Richard de Boer
De rechter heeft Vereniging Oud Harlingen deels gelijk gegeven in de veelbesproken zaak rond de garage bij het monumentale pand Franekereind 42. De vergunning was in strijd met de regels, maar de garage mag blijven staan.
De zaak draait om een omgevingsvergunning die de gemeente Harlingen in oktober 2022 verleende. Die gaf groen licht voor de bouw van een garage naast het historische pand Franekereind 42, aan de zijkant langs de Oude Turfkade. De Vereniging Oud Harlingen maakte bezwaar en schakelde zowel een advocaat als de onafhankelijke welstandsorganisatie Libau in.
Die concludeerde dat het ontwerp niet voldeed aan de eisen van monumentenzorg en ruimtelijke kwaliteit. Ook stelde de vereniging dat archeologisch bodemonderzoek verplicht was, maar door de gemeente onterecht achterwege werd gelaten.
De gemeente hield echter vast aan haar besluit en negeerde zowel het negatieve advies van Libau als het advies van haar eigen bezwaarcommissie. Oud Harlingen besloot daarop naar de rechter te stappen.
Vergunning in strijd met regels
De rechtbank oordeelt nu dat Oud Harlingen gelijk heeft: er had vóór de vergunningverlening archeologisch onderzoek moeten plaatsvinden. Dat is een duidelijke voorwaarde in het bestemmingsplan voor bouwwerken groter dan 50 vierkante meter, en dat was hier het geval.
De rechter wijst expliciet af dat deze verplichting alleen zou gelden als er dieper dan 30 centimeter wordt gegraven, zoals de gemeente betoogde.
Toch heeft het oordeel van de rechter weinig gevolgen. De garage is inmiddels gebouwd, de fundering ligt erin en er kan geen onderzoek meer plaatsvinden naar eventuele archeologische resten in de bodem. Daarmee is volgens de rechter het doel van het onderzoek — beschermen van mogelijk waardevolle resten — niet meer haalbaar.
Hoewel de rechter het besluit formeel vernietigt, blijven de zogeheten ‘rechtsgevolgen’ in stand: de vergunning blijft geldig, en de garage mag blijven staan, ondanks de gemaakte fout. De gemeente moet wel de proceskosten en het griffierecht aan Oud Harlingen vergoeden, samen bijna 2.200 euro.
Welstandsadvies blijft staan
Wat betreft het uiterlijk van de garage oordeelt de rechtbank dat de gemeente zich mocht baseren op het advies van haar eigen welstandscommissie, Hûs en Hiem.

Dat advies was niet onzorgvuldig of onbegrijpelijk, aldus de rechter. Hoewel Libau het plan afkeurde, mogen deskundigen daar onderling verschillend over oordelen. Zolang het besluit goed is onderbouwd, mag de gemeente een keuze maken.
De rechtbank benadrukt dat het bestemmingsplan op deze locatie bebouwing toestaat tot een goothoogte van 12 meter en een bouwhoogte van 16 meter. De garage is in verhouding aanmerkelijk kleiner, wat de welstandscommissie mocht meewegen bij haar positieve oordeel.
Het bestuur van Oud Harlingen laat weten nog niet toe te zijn aan een inhoudelijke reactie op de uitspraak van de rechter.
Breder debat
In de binnenstad van Harlingen staan meer dan duizend monumentale en beeldbepalende panden. De woning aan het Franekereind is een beeldbepalend monument in het beschermde stadsgezicht van Harlingen. Het was jarenlang het woon- en werkpand van weerman Piet Paulusma.

De huidige eigenaar begon na aankoop met een grootschalige verbouwing van het interieur en bouwplannen voor een garage. Voordat de vergunning rond was, kreeg hij een bouwstop opgelegd vanwege het al uitvoeren van sloopwerkzaamheden.
De vergunningverlening rond de garage leidde vervolgens tot een juridische procedure, en een breder debat over de omgang met historische panden. Daarnaast is uit eerder onderzoek van Omroep Zilt gebleken dat het archeologiebeleid in onze regio vaker tekortschiet.
Ook binnen de gemeenteraad riep de garagebouw discussie op. “Hoe kunnen we dit soort bouwwerken in de toekomst voorkomen?”, vroeg PvdA-raadslid Jacqueline Huizenga tijdens een commissievergadering in september vorig jaar.
Wethouder Eric de Groot verdedigde toen de procedure en stelde dat de vergunning binnen de geldende regels is verleend. Tegelijk erkende hij dat het een ingewikkeld dossier is en wees hij vooruit naar de invoering van de nieuwe Omgevingswet, die mogelijk ruimte biedt om knellende regels te herzien.