Bij de bestrijding van natuurbranden moet eensgezinde aansturing komen. Het is nodig om daar duidelijke afspraken over te maken, zegt Margreet Zoer van Brandweer Fryslân. Ze merkt nog steeds dat de gevaren van natuurbranden worden onderschat, terwijl de risico’s toenemen door de klimaatverandering.
Bij een grote brand in de natuur moet nu een te grote verscheidenheid aan belangen gediend worden van onder andere natuurbeheerders, recreanten en gemeenten. Als iedereen iets wil inbrengen, helpt dat de bestrijding van het vuur niet.
“We hebben aandacht nodig voor de voorkant en dat we met elkaar kijken naar maatregelen in de natuur”, zegt Zoer. “Zodat de natuur ons ook meehelpt om onze bestrijding te doen als die natuurbrand ontstaat. Dus dat we met onze brandweerwagens ook daadwerkelijk de natuurbrand uit kunnen maken en niet dat het escaleert.”
Opschalen
De betrokken overheden erkennen de problemen die Zoer ziet. Er wordt daarom gewerkt aan provinciale afspraken zodat overleg en besluitvorming gemakkelijker wordt. Volgens Zoer is het belangrijk dat er bestuurlijk wordt opgeschaald.
“We maken veelvuldig gebruik van onze natuurgebieden. De één vindt dit belangrijk, de ander vindt dat belangrijk. Dat hebben we vanochtend ook besproken om te kijken hoe we de belangen bij elkaar kunnen brengen om zo eenduidig tot een plan te kunnen komen.”
Brandweer Fryslân werkt al samen met Defensie. “Vorig jaar zijn er waterputten geslagen, maar dat zijn netwerken die we verder moeten uitwerken. Een natuurbrand is een grote logistieke operatie, ook voor onze wateraanvoer.
Dat betekent dat we voertuigen meer gericht moeten hebben op water. Bij bestrijding is de eerste klap een daalder geworden. Daarom zijn we er ook zo op gebrand dat de eerste voertuigen snel kunnen uitrukken om de eerste klap te maken.”