Spoorverdubbeling tussen Dronryp en Franeker in de ijskast: “Geen middelen beschikbaar”

Provincie Fryslân legt de plannen voor een betere treinverbinding in Noordwest-Friesland in de la. Door een spoorverdubbeling zou je sneller heen en weer kunnen reizen, maar er is geen geld voor verder onderzoek.

Uit een onderzoek bleek vorig jaar dat er veel voordelen zitten aan een extra stuk spoor. Dat zou over zo’n 6 kilometer moeten komen, tussen Dronryp en Franeker.

Omdat treinen dan niet op elkaar hoeven te wachten, kan je 7 minuten sneller van Harlingen naar Leeuwarden. Ook zou vervoerder Arriva elke dag een trein minder nodig hebben.

Dat eerste onderzoek schatte de kosten op 52 tot 120 miljoen. Maar waarschijnlijk zouden zo’n 90% van de kosten terugverdiend te worden. Bijvoorbeeld door een goedkopere exploitatie van het treinvervoer, of fijner wonen door minder geluidsoverlast.

“Er zijn relatief veel projecten in Nederland uitgevoerd met een lagere baten-kostenverhouding dan dubbelspoor Dronryp – Franeker”, concludeerde de Provincie vorig jaar.

Toch gaat het plan vooralsnog van tafel. Om beter in zicht te krijgen hoeveel het plan gaat kosten, is een onderzoek nodig van zo’n 1,5 miljoen euro. De Provincie ging daarover om tafel met ProRail, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Arriva.

“Alle partijen hebben aangegeven dat spoorverdubbeling een kansrijke maatregel is, maar (momenteel) geen middelen beschikbaar hebben voor een vervolgonderzoek”, meldt Provincie Fryslân.

“De provincie heeft eveneens geen middelen hiervoor gereserveerd.” En dus gaat het plan eerst in de ijskast. Gedeputeerde Staten wil er pas weer mee bezig als er “nieuwe kansen of ontwikkelingen” zijn.

Op de gemeentehuizen in Harlingen en Franeker waren ze positief over de plannen. “De verdubbeling is niet alleen een mooi kans voor Waadhoeke, maar voor de hele regio Noardwest-Fryslân”, zo liet wethouder Kees Arendz weten.

“Het college dringt er bij Gedeputeerde Staten op aan dat een verdubbeling van het spoor tussen Dronryp en Franeker voor een verbetering van het openbaar vervoer in onze regio zorgt.” Al heeft Waadhoeke ook geduld.

“Het college heeft, net als de overige partijen, geen middelen beschikbaar voor een vervolgstudie. Wij zijn er dan ook, net als de provincie, op gericht om dit te agenderen als zich nieuwe kansen of ontwikkelingen voordoen.”