
De mestvergister ondersteunt nu nog het aanpalende pluimveebedrijf, maar de eigenaar wil er een zelfstandige bedrijfstak van maken. Foto: Omroep Zilt, Arodi Buitenwerf
De politiek van Waadhoeke durfde het donderdagavond nog niet aan om een definitief besluit te nemen over de even omstreden als ingewikkelde legalisatie van een co-vergister in Tzummarum.
Daarvoor is nog te veel onduidelijk, vindt een ruime meerderheid in de gemeenteraad. Het college moet nu eerst aanvullende informatie aanleveren, voordat op donderdag 22 mei een nieuwe poging wordt ondernomen.
Het uitstel betreft het voorstel van B en W aan de raad om mee te werken aan de splitsing van een bedrijf aan de Hoarnestreek 10 en 14 bij Koehool. De voorgestelde wijziging van het bestemmingsplan op die locatie geeft eigenaar Tsjep Jorritsma de ruimte om zijn pluimveebedrijf te verkopen aan een andere kippenboer, terwijl hij van de nu nog ondergeschikte co-vergistingsinstallatie zijn hoofdactiviteit kan maken.
Met de co-vergister worden mest en andere producten omgezet in groen gas en elektriciteit. Jorritsma ziet daar meer brood in dan in de kippenhandel, die hij inmiddels flink heeft afgebouwd.

In de huidige vergunning heeft de co-vergister een maximale verwerkingscapaciteit van 100.000 ton per jaar. Daar kan Jorritsma vanwege de koppeling met zijn eigen kippenbedrijf nu geen maximaal gebruik van maken. Dat verandert echter als de co-vergister verzelfstandigd wordt. De benodigde grondstoffen kunnen dan ook van andere partijen worden betrokken.
Wel of niet industrie?
Volgens wethouder Jan Dijkstra verandert er met de wijziging helemaal niets, behalve dat de productie wordt opgevoerd naar een niveau dat nu ook al is toegestaan. “Foar ús hat it útgongspunt altyd west dat de oerlêst sa’t dy no troch de omwenners ûnderfûn wurdt, net tanimme mei. De provinsje sil dêr tafersjoch op hâlde.”
Een groep omwonenden, verenigd in de werkgroep ‘Mestvergissing Tzummarum-Koehoal’, vindt dat echter volstrekte lariekoek. Zij ondervinden nu al veel overlast van de co-vergister, laat staan als die op volle sterkte gaat draaien.
Volgens de werkgroep is de co-vergister een industriële activiteit die daar volgens de provinciale verordening helemaal niet mag staan. “Het deugt juridisch niet en is in termen van ruimtelijke ordening uiterst onzorgvuldig,” aldus inspreker Wybo Dondorp.
De provincie tikte Waadhoeke hierover al eerder op de vingers, maar het college ontdekte in de verordening toch nog een geitenpaadje. In het aangepaste voorstel is de co-vergister nu aangemerkt als een niet-industriële activiteit, vanwege de ‘agrarische uitstraling’ van de installatie. Wethouder Dijkstra is ervan overtuigd dat deze omschrijving met gemak standhoudt bij de bestuursrechter, terwijl de werkgroep absoluut zeker is van het tegendeel.
Zwaar gemoed
Volgens SAM-raadslid Hanna van der Werff hebben beide partijen een aannemelijk verhaal, en dat maakt het juist zo lastig om er een beslissing over te nemen. “Ik heb er een zwaar gemoed bij,” verzuchtte ze. “Het staat haaks op elkaar.” Ze stelde daarom voor pas op de plaats te maken, totdat duidelijk is wat de exacte gevolgen zijn voor de omwonenden als de installatie op volle toeren gaat draaien.
Zo heeft de GGD in Fryslân bijvoorbeeld ooit onderzoek gedaan naar de effecten van de Tzummarumer co-vergister op de volksgezondheid, maar die informatie ontbreekt volledig in het collegevoorstel. Ook de borging in de provinciale milieuwetgeving en de toename van het aantal verkeersbewegingen zijn zaken waarover Van der Werff eerst meer helderheid wil.
Goed afhechten
Coalitiepartner GB, FNP en de fractie Hoekstra waren het met haar eens, waarmee het voorstel van de agenda verdween en volgende maand weer wordt opgepakt. Wethouder Jan Dijkstra kon er wel mee leven. “It is in yngewikkeld ferhaal. Ek wy wolle dat it oant efter de komma goed ôfhechte wurdt.”