Jeltje Hoekstra kijkt uit naar haar werk als burgemeester in Enkhuizen. De oud-wethouder van Terschelling moet daar vooral verbinding leggen – ook met Noordwest-Friesland.
Hoekstra stapte in april op als wethouder van Terschelling, na de langslepende bestuurscrisis. Maar uiteindelijk kijkt ze positief terug op haar werk daar.
“Ik heb er tien jaar gezeten, met heel veel plezier. Dan er dan dingen minder zijn heb je in elke baan wel”, zegt Hoekstra.
Ze laat Terschelling dan ook niet helemaal achter zich. “Ik heb nog een hoop contact met de mensen op Terschelling. Dat is in alle goede harmonie gegaan, daar ben ik heel blij om.”
Die hele bestuurscrisis op het eiland achtervolgt haar ook niet naar Enkhuizen. “Er is niet een mens die zich daar druk om maakt. Dat is alleen maar heel positief.”
Ze werd woensdagavond voorgedragen als burgemeester in de Noord-Hollandse gemeente. De vertrouwenscommissie daar noemt haar onder anderen kordaat en slagvaardig.
Enkhuizen is met zo’n 19 duizend inwoners een redelijk kleine gemeente. “Dan weet je dus dat samenwerking heel belangrijk is.”
“Niet alles loopt even soepel. Nou kan ik daar niet echt het verschil maken. Maar het is wel belangrijk dat je er goed op let dat die samenwerking goed verloopt.”
De Enkhuizers kijken ook over het IJsselmeer. “Wat ze heel belangrijk vinden is de samenwerking met, ik noem maar even een gemeente als Harlingen”, vertelt Hoekstra.
“Dat is een gemeente die wel vergelijkbare dingen heeft als het gaat om de nautische kant, het toerisme. Daar zijn ze wel heel erg in geïnteresseerd.”
De Koning moet nog wel akkoord gaan met de benoeming. Eigenlijk een formaliteit. “Maar je weet het soms niet”, lacht Hoekstra.
Waarschijnlijk kan Hoekstra op 10 december geïnstalleerd worden. Ze volgt dan een andere oud-Noordwest-Fries op: Eduard van Zuijlen was waarnemend burgemeester van Franekeradeel en is nog altijd voorzitter van de Academie van Franeker.
Gebeurt dat inderdaad, wil ze zo snel mogelijk in Enkhuizen gaan wonen. “Daar kijk ik al naar uit, het is prachtig om daar te zijn.”