Het rapport van de Harlinger Rekenkamer over het armoedebeleid werd door de raadsleden goed ontvangen. Zorgen hebben ze wel, vooral over jongeren in armoede.
Een rekenkamer is een onafhankelijk instituut. Zij onderzoekt of het beleid van de gemeente of rijksoverheid goed uitgevoerd kan worden, en of dit beleid ook wel deugt. In Harlingen deed de Rekenkamer onderzoek naar het armoedebeleid van de gemeente.
Hoewel de raadsleden overwegend positief reageerden op het onderzoek, werden nog wel aanwijzingen gegeven aan de burgemeester en wethouders. Zo gaf Richtje Allersma van D66 aan dat Harlingen aan de verkeerde kant van het landelijke gemiddelde zit.
“En dat is triest. Vooral voor jongeren zonder werk of een startkwalificatie,” zegt Allersma. Het is juist deze groep die eerder in armoede komen.
Ankie Hoendervoogt van HOOP merkte op dat de Harlinger jeugd het slechter heeft dan in omliggende gemeenten. “Dat verontrust ons. Want de jeugd heeft de toekomst.”
Edwin Helvrich van de PvdA vond het goed dat er aandacht is voor de bestaanszekerheid. Dat is een bestaan met voldoende en voorspelbaar inkomen, een woning, toegang tot onderwijs en zorg en een buffer voor onverwachte uitgaven. “Maar houd ons actief op de hoogte”, was de oproep van de sociaaldemocratische fractievoorzitter.
Voor CDA-raadslid Sietse Zoodsma is het belangrijk dat aan inwoners goede informatie wordt geboden. “Biedt de juiste informatie aan bij ingrijpende gebeurtenissen. Dat kan een echtscheiding zijn, maar ook als je je baan verliest.”
Wethouder Paul Schoute gaf aan dat hij de aanbevelingen uit het rapport ter harte neemt. “Er is in de gemeenteraad draagvlak om de tijd te nemen om de aanbevelingen goed en zorgvuldig over te nemen.”