
Garnalenkotter ST22 op de Waddenzee. Foto: Wikimedia
Garnalenvissers krijgen eindelijk een natuurvergunning – en wel tot 2045. Tot ongenoegen van de Waddenvereniging, die in beroep gaat: “Deze vergunning negeert onze jarenlange zorgen.” De Vissersbond snapt niets van de gang naar de rechter.
Na jaren van onzekerheid mogen de garnalenvissers weer doorvissen met een formele natuurvergunning. De oude vergunning was al meer dan twee jaar verlopen, en de tijdelijke gedoogvergunning waarmee ze doorvisten, zou op 1 juli aflopen.
De nieuwe vergunning geldt niet voor zes jaar, maar direct voor twintig jaar. Volgens demissionair staatssecretaris Jean Rummenie van Visserij is zes jaar te kort om een bedrijf rendabel te houden en financiering bij een bank te krijgen.
Als dank voor de afgifte van de langverwachte vergunning bracht een delegatie van de Nederlandse Vissersbond vrijdagochtend een bezoek aan staatssecretaris Rummenie in Den Haag. Garnalenvisser Bauke Koornstra van de kotter WON 50 bood de staatssecretaris een vissersgeschenk aan.

Minder blij is de Waddenvereniging. Die kondigde al eerder aan dat ze met een aantal natuur- en milieuorganisaties naar de rechter zullen stappen zodra de vergunning wordt afgegeven.
Ecoloog Wouter van der Heij bevestigt dat besluit: “We hebben geprobeerd via dialoog tot oplossingen te komen, maar deze vergunning laat alles liggen waar we het jaren over gehad hebben. Dus ja, we gaan in beroep.”
Bij de rechtbank loopt al een procedure tegen de gedoogvergunning. “Die zetten we gewoon door”, zegt Van der Heij. “We schatten in dat het beroep tegen deze nieuwe vergunning zeer kansrijk is.”
‘Verder praten heeft weinig zin’
Het gaat de Waddenvereniging om vier punten uit een wetenschappelijk rapport dat in 2023 verscheen in opdracht van het ministerie van LVVN: “Het gaat om de schade aan de zeebodem, het verstoren van beschermde vogels, de bijvangst en hoeveel er gevist wordt”, zegt Van der Heij.
“We hebben gekeken of we kwetsbare gebieden kunnen ontzien. Ook moet er worden naar rustgebieden van vogels en naar piekmomenten van bijvangst, zoals in juni. Verder adviseert het rapport minder te vissen, omdat er nu te veel gevist wordt. Minder vissen kan zelfs zorgen voor meer garnalen.”
Ook wil de Waddenvereniging dat er met lichtere vistuigen wordt gevist en dat er strenger wordt gehandhaafd via monitoring, zoals black boxes aan boord van de schepen.
Die punten zijn volgens Van der Heij niet meegenomen in de vergunning. En dus stapte de Waddenvereniging begin april uit een overleg met het ministerie en de visserijsector.
“Het ministerie had tijdens dat overleg al besloten hoe de vergunning eruit zou zijn. Dan heeft verder praten weinig zin. Wij hebben steeds constructief meegedacht. Maar als je inbreng niet wordt meegenomen, dan houdt het op.”
Vissersbond verbaasd
De suggestie dat allerlei belangrijke punten zijn blijven liggen, zoals de Waddenvereniging stelt, klopt volgens voorzitter Johan Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond niet. Hij zat aan dezelfde overlegtafel als Van der Heij.
“Wij doen wat we moeten doen, ook volgens de wetenschap. Gevoelige gebieden worden ontzien, en dat staat gewoon in de vergunning”, zegt Nooitgedagt.

Volgens hem zijn vissers juist actief bezig met verduurzaming en wordt in de vergunning rekening gehouden met kwetsbare natuur. “Als dat niet zo was, zouden we bij de rechter geen schijn van kans maken.”
Nooitgedagt wijst erop dat een saneringsregeling in de maak is voor vissers die willen stoppen met het bedrijf. “Die saneringsregeling moet eind van dit jaar beginnen”, zegt hij. “We zien dat een kwart van de garnalenvissers zich wil laten uitkopen.”
De voorzitter van de Vissersbond is dan ook verbaasd over de stap van de Waddenvereniging. “We hadden goede gesprekken met elkaar. En dan ineens zeggen ze: we kappen ermee. Dat had ik echt niet zien aankomen.”
Volgens hem wordt er nu overdreven zwaar ingezet op het juridische spoor. “Het lijkt wel of alles ineens mis is en op scherp wordt gezet om maar zoveel mogelijk gewicht in die procedure te leggen. Dat vind ik niet realistisch. We moeten blijven praten — uiteindelijk komen we elkaar toch weer tegen aan tafel.”
Kritiek uit eigen gelederen
Dat is ook het standpunt van Sicko Heldoorn, oud-gedeputeerde en lid van de Waddenvereniging. Een jaar geleden schreef hij een open brief waarin hij natuurorganisaties oproept om de juridische strijd over de garnalenvisserij in het Waddengebied te staken.
“Ast serieus ta saken komme wolst, dan silst beiden fan dyn dogmatyske stânpunten ôf moatte”, zegt Heldoorn. “En ik wit dat it Fiskersbûn hiel ree is om ta deals te kommen. Der binne al in soad konsesjes dien, mar je moatte net it ûnmooglike fan fiskers freegje.”
Hij betreurt het dat de Waddenvereniging nu opnieuw naar de rechter wil stappen. “Ik hoopje hiel bot dat de rjochter wize sil nei in oplossing bûten de rjochtseal. Dat de minister in bemiddeler oanstelle moat, dy’t it fertrouwen hat fan fiskers en natuerorganisaasjes. Dy moat earst mar besykje mei partijen ta oerienstimming te kommen foar’t de rjochter twongen wurdt ta in útspraak.”

Er klinkt wel vaker kritiek uit eigen gelederen op de juridische koers, bevestigt ecoloog Van der Heij van de Waddenvereniging. “Maar tegelijk zien we ons ledenaantal groeien. Dus er zijn ook een hele hoop mensen die juist aan de andere kant van het spectrum zitten en zeggen: hou op met praten en ga procederen.”
Volgens hem heeft de Waddenvereniging jarenlang tevergeefs geprobeerd tot afspraken te komen. “Sinds 2011 zijn we al met de vissers in gesprek over de voorwaarden voor het vissen in Natura2000-gebieden. Dat het nu tot een gang naar de rechter komt, is niet onze voorkeur. Maar het ministerie heeft dit pad gekozen.”
Sluipende uitfasering
Voor veel vissers bevestigt de aangekondigde rechtsgang van de Waddenvereniging het gevoel dat natuurorganisaties steeds weer nieuwe obstakels bedenken. Zij voelen zich vastzitten in een wirwar van regels en afspraken, steeds meer eisen en steeds kleinere visgebieden. Een proces dat voor sommigen niet voelt als verduurzaming, maar als een sluipende uitfasering van hun manier van leven.

Ecoloog Wouter van der Heij van de Waddenvereniging benadrukt dat hij niet tegen visserij is, maar pleit voor een gezonde sector die in balans is met de natuur. “Er is een breed gedeeld gevoel in de sector dat men liever minder zou vissen. Maar dat mag dan weer niet van de mededingingsregels.”
Volgens hem biedt een model met minder visdruk kansen: “De huidige vergunning zet in op een kleinere groep vissers die intensief vissen. Terwijl je ook zou kunnen kiezen voor een grotere groep met minder visuren per boot — dat zou voor de natuur beter zijn en zou de sector economisch gezonder kunnen maken.”