Arno Brok doet een moreel appel op de Terschellinger gemeenteraad. Volgens de commissaris van de Koning moeten de politici aan de slag gaan, voor ze burgemeester Caroline van de Pol écht wegsturen.
Na het opzeggen van vertrouwen in burgemeester Van de Pol, liet Brok een onderzoek doen naar hoe het mis kon gaan. Er kwam een rapport van Geke Faber, met tips om het bestuur te lijmen.
Die werd op 25 januari besproken in de gemeenteraad. “Aan een behandeling in de breedte en diepte van het rapport waagt uw raad zich niet”, zo schrijft Brok in een brief aan de raad.
“Opnieuw ligt er een motie klaar voor de raadsvergadering. De vraag mag gesteld worden of uw raad echt open staat voor debat en of u de ruimte neemt om uw vooringenomen standpunt nog te wijzigen.”
De gemeenteraad deed in januari nog een poging Van de Pol weg te sturen met een motie.
Ondertussen heeft de gemeenteraad twee keer geprobeerd Van de Pol weg te sturen met een motie. “Ook deze keer voldoet de in het debat aangenomen motie betreffende de aanbeveling tot ontslag niet aan de gemeentewet”, zo laat Brok weten.
Mocht de gemeenteraad écht van de burgemeester af willen, zou er nog een derde poging gedaan moeten worden.
Maar Brok probeert dat te voorkomen. Afgelopen weken sprak hij opnieuw met de politici van het eiland.
“Bij herhaling krijg ik het beeld herbevestigd dat het u allen ontbreekt aan fundamenteel vermogen tot zelfreflectie”, zo zegt Brok. “Er is geen vermogen zich in de ander te verplaatsen en het gaat onvoldoende over de bestuurbaarheid van uw eiland. Uw eigen waarneming en ongenoegen lijkt leidend te blijven.”
Brok vraagt de raad daarom ook nog een keer, met een volledige gemeenteraad, over het rapport te praten. En over of Van de Pol dan ook écht weg moet.
Uitzendkracht
De commissaris wijst er ook op dat de raad zelf heeft gekozen voor Van de Pol. “In ons land is de benoeming voor een periode van zes jaar en de burgemeester is geen uitzendkracht.”
“Het tussentijds afscheid nemen van een burgemeester is slecht voor de beeldvorming van uw gemeente en een bestuurscrisis kent alleen maar verliezers.”