De bestuurscrisis waarin de gemeente Terschelling zich de afgelopen jaren bevond, heeft het eiland inmiddels meer dan één miljoen euro gekost. Dat blijkt uit een brief van de gemeenteraad van Terschelling aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De crisis begon in 2022, toen de verhoudingen tussen de burgemeester, de gemeenteraad en de wethouders verslechterden. Door verschillende mislukte bemiddelingstrajecten, intensieve juridische procedures en het uiteindelijke ontslag van burgemeester Caroline van de Pol zijn de kosten aanzienlijk opgelopen.
De gemeenteraad vroeg om financiële steun bij het ministerie, maar de minister weigert die te geven. “In dit licht begrijp ik uw verzoek,” schrijft minister Uitermark in antwoord aan de raad. “Echter geldt als uitgangspunt dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor bestuurlijke kwesties die zich in de gemeente voordoen.
Dat betekent ook dat de gemeente de financiële consequenties daarvan zelf dient te dragen. In de situatie en omstandigheden die u schetst, zie ik geen aanleiding om op dat uitgangspunt een uitzondering te maken.”
De totale uitgaven als gevolg van deze bestuurscrisis bedragen volgens berekeningen van de gemeente € 1.128.292.
Waar ging het geld naar toe?
- Kosten voor bemiddeling en externe hulp: Om de problemen tussen de burgemeester, de gemeenteraad en de wethouders op te lossen, heeft de gemeente externe hulp ingehuurd. De provincie Fryslân droeg € 32.500 bij, maar Terschelling zelf betaalde nog € 104.000.
- Juridische kosten: Door het conflict moest de gemeente advocaten inschakelen voor zichzelf en voor de burgemeester. Deze juridische kosten liepen op tot tienduizenden euro’s.
- Salaris tijdens ontslagtraject: De gemeente moest de burgemeester doorbetalen tot haar ontslag per 1 augustus 2024. Dit kwam neer op € 47.868 voor de periode van 28 maart tot en met eind juli 2024. Daarnaast moest de gemeente een vergoeding regelen volgens de pensioenwet voor politieke ambtenaren.
- Wachtgeld voor vertrokken bestuurders: Na het ontslag van de burgemeester en twee wethouders had de gemeente wachtgeldverplichtingen. Voor de wethouders bedroegen deze kosten € 484.000 en voor de burgemeester € 387.500.
- Interne kosten: De crisis kostte veel tijd van het gemeentepersoneel, zoals de griffie. Deze uren worden geschat op € 53.465.
De gemeenteraad geeft duidelijk aan dat ze verwacht hadden dat de provincie en het rijk zouden bijdragen. “Er is eerder een mondelinge afspraak gemaakt met de commissaris van de Koning,” zegt fractievoorzitter René Bultena van Plaatselijk Belang Terschelling.
“Toen de burgemeester tijdelijk werd vervangen, zou Terschelling alleen tot 28 maart voor dubbele lasten opdraaien. Dat was duidelijk afgesproken.”
Bultena geeft aan dat de gemeente nu veel langer dan afgesproken betaalt en dat zijn partij vindt dat de commissaris zich aan de afspraak moet houden. “Mijn fractie hecht hier veel waarde aan,” benadrukt hij. “De gemeente betaalt nu veel te veel, en dat was niet de afspraak.”
“Het is niet de keuze van Terschelling geweest dat de burgemeester uiteindelijk niet naar Castricum is gegaan,” reageert Hendrik van der Wielen van het CDA. “Toch zitten wij nu als kleine gemeente met deze grote financiële gevolgen.”
Van der Wielen wijst ook op de beperkte middelen van Terschelling: “Een kleine gemeente als de onze heeft maar een begroting van 30 miljoen. Grote steden hebben soms een begroting van 6 miljard! Wij kunnen deze kosten helemaal niet dragen.”
Waarnemend burgemeester Roel Cazemier is bereid de kwestie opnieuw met de commissaris te bespreken. “Ik ga met uw verzoek naar Leeuwarden en hoop dat de commissaris hier iets voor ons kan betekenen.”