Als laatste in Nederland installeert Vlieland nieuw college

Als laatste gemeente in Nederland heeft Vlieland een nieuw college van burgemeester en wethouders geïnstalleerd. Het college bestaat uit burgemeester Michiel Schrier en de wethouders Roel de Jong en Marieke Vellinga.

Op 29 september was Bergen (Noord-Holland) de vorige gemeente in Nederland die een college installeerde. Het lukte Vlieland lange tijd maar niet om de twee wethouders te vinden die het eiland moet hebben.

Op een vacature kwamen wel reacties, maar kandidaat Ron de Haan trok zich terug toen hij erachter kwam dat hij een woning met zijn collega-wethouder moest delen. Later bleek dat er wel woonruimte voor de tweede wethouder was.

Beide wethouders die nu aan de slag kunne, komen van de vaste wal. Roel de Jong (PvdA) is geboren en getogen in Oudehaske, Vellinga (D66) woont in Boazum.
“Je kunt zeggen dat het jammer is dat het lang heeft geduurd”, zegt Roel de Jong. “Maar ik wil ook graag vooruitkijken. Er is veel werk te doen. De raad heeft er vertrouwen in, Marieke (Vellinga, red.) heeft er vertrouwen in en ik ook.”

Aan de slag met raadsakkoord
“Het heeft een hele voorgeschiedenis gehad”, vult Vellinga aan. “We willen nu zo snel mogelijk aan het werk gaan en de dingen oppakken die de laatste maanden zijn blijven liggen.”

Een akkoord voor de komende raadsperiode is er al, die is door de gemeenteraad opgesteld. “De raad heeft met elkaar heel mooie plannen gemaakt”, zegt Vellinga. “We gaan kijken wat de eerste prioriteit is en daar een mooie planning van maken.”

Voor beide wethouders was Vlieland een bewuste keuze. De Jong: “Ik heb iets met de Wadden. In het verleden heb ik lang in het Waddengebied gewerkt. Ik voel me erbij betrokken en wil graag bijdragen aan de toekomst van het gebied.”

Deel van samenleving
Vellinga is de afgelopen periode ontzettend vaak gevraagd hoe het met haar kinderen gaat, nu ze wethouder wordt op een eiland. Net als De Jong komt ze namelijk van de vaste wal. “Ik ben nog nooit zo vaak naar het wel en wee van m’n kinderen gevraagd als de afgelopen weken. Ik snap dat ook wel.”

“Doordeweeks zijn we hier als wethouders een aantal dagen. Dan zitten we niet alleen op het gemeentehuis, maar we gaan zoveel mogelijk het dorp en de gemeente in om de mensen te leren kennen. In het weekend moet er ook een bestuurder aanwezig zijn, dus dan zal ik hier ook regelmatig zijn. En dan komt m’n gezien mee.”

Ze kan gebruikmaken van een huis aan de Lutinelaan. “Dat vind ik een groot voorrecht, heel fijn dat dat kan. Dat maakt het werk veel gemakkelijker, want het is belangrijk dat je deel uit kunt maken van de samenleving.”