Een kort geding tegen de vergunning waarmee de REC in Harlingen meer rookgassen mag uitstoten, is door de rechtbank na zeven maanden wachten afgewezen. “Dit is meten met twee maten”, vindt advocaat Henri Sarolea.
Begin dit jaar verleende de provincie een vergunning aan de REC waarmee de hoeveelheid rookgasuitstoot met zo’n 20 procent mag worden verruimd. De zoutzuurnorm wordt verruimd van vijf naar acht millimeter per kubieke meter.
Volgens de rechtbank in Leeuwarden is er ‘op voorhand’ geen duidelijk bewijs dat er ernstige tekortkomingen aan deze vergunning kleven. Sinds deze uitspraak op 10 november heeft afvalverwerker Omrin nu het recht om meer afvalverbrandingsgassen – waaronder grotere hoeveelheden zoutzuur – uit te stoten.
Geen hoorzitting
Tegen dit besluit was in april van dit jaar een kort geding aangespannen door de stichting Afvaloven Nee, tegelijk met een bodemprocedure die nog door de rechtbank wordt behandeld. Maar de REC mag ondertussen al meer rookgassen uitstoten, omdat de stichting volgens de rechter niet voldoende heeft onderbouwd dat dat een ‘direct gevaar voor de omgeving’ zou vormen.
Advocaat van de stichting Henri Sarolea is verbaasd dat de uitspraak zonder hoorzitting is gedaan. “Dat overkomt me zelden.”
Daarnaast stelt de advocaat dat hij de rechter juist uitgebreid concrete cijfers heeft gepresenteerd over de verhoging van de uitstoot. Zo komt de uitstoot van stikstof in de nieuwe vergunning volgens Sarolea neer op een jaarlijkse verhoging met ongeveer 14 duizend kilo.
“Dat is een toename die door de regelgeving categorisch zou worden geblokkeerd als het om een agrariër zou gaan met land vlak naast Natura2000-gebied. Deze uitspraak lijkt dus te getuigen van meten met twee maten, in dit geval ten gunste van een overheidsbedrijf.”
Volledige transparantie
De gemeente Harlingen heeft ondertussen opnieuw aangedrongen bij Omrin op volledige transparantie over de uitstootgegevens van de afvaloven.
Omrin publiceert dagelijks de gemiddelde uitstootwaarden op zijn website en ziet verder “geen aanleiding en geen noodzaak om meer gegevens te verstrekken”. Volgens het jaarverslag van Omrin voldeden de emissies van de REC in 2022 aan alle grenswaarden van de toen geldende vergunning.
Het bedrijf stelt daarnaast dat het niet valt onder de reikwijdte van de Wet open overheid (Woo). In reactie voert de gemeente aan dat de Woo weliswaar niet expliciet geldt voor Omrin, maar dat de wet wel invloed heeft.
‘U bent een instelling die onder publieke verantwoordelijkheid valt en dat vraagt, in de geest van de wet, om een transparante opstelling’, zo schrijft het college van burgemeester en wethouders in een brief aan Omrin-directeur John Vernooij.
‘Wij zijn van mening dat u hieraan niet voldoet door niet alle gegevens vrij te geven. Wij vragen u dan ook nogmaals om alle gegevens vrij te geven of anders om een goede verklaring waarom u vindt dat dat niet mogelijk is.’
Omrin beraadt zich nog op een antwoord.