Op zoek naar antwoorden over de behandeling van haar zoon en zijn dood op 1 september 2007 raakte ze haar woorden kwijt: beeldend kunstenaar Marian van Unen. Pas na een interview over haar situatie, veertien jaar later in het dagblad Trouw, kreeg ze weer ruimte in haar hart en hoofd.
Het resultaat is een diepgaande expositie in het Hannemahuis in Harlingen.
Zoon William was 34 jaar toen hij overleed. Er was al een jarenlange zwerftocht in de psychiatrie aan voorafgegaan. Steeds kreeg hij andere diagnoses en medicatie en raakte hij van psychose in psychose.
Ondertussen verloor William zichzelf steeds meer. Hij kwam op straat terecht, ging van opname naar opname en raakte ook steeds meer van zijn moeder vervreemd. Ze heeft amper contact en krijgt ook geen antwoorden van de behandelaars van de instellingen.
‘Overleden door het systeem’
Uiteindelijk overlijdt William, een dag nadat hij niet kon worden opgenomen, terwijl dat volgens zijn moeder wel nodig was. Ze vindt dat William door het systeem in de psychiatrie is overleden.
In haar zoektocht raakte ze zichzelf helemaal kwijt. Ze kreeg maar geen antwoord op waar haar zoon nu precies voor werd behandeld. “Het systeem is zo destructief, dat dat uiteindelijk tot de omstandigheden van zijn dood hebben geleid”, vertelt Marian van Unen.
“Geef mij woorden, geef mij taal, geef mijn woede een verhaal.” Dat zijn de woorden die de expositie introduceren. “Ik had geen woorden meer voor wat mij was overkomen. Ik wilde dat in beelden uitdrukken.”
Schilderen
Dat ze dat uiteindelijk kon, kwam door een interview met een wetenschapsjournalist. In het dagblad Trouw kwam in 2021 een artikel over haar strijd met de GGZ. Daardoor kreeg ze de bevestiging dat haar verhaal er toe doet. Ze kreeg daardoor weer gevoel en kon haar kinderen weer dichter bij zich krijgen en zich met haar verbinden.
Het eerste portret dat ze schilderde, was dat van William. “Als je een portret maakt, gaat een mens je aankijken. Hij kwam weer tot leven.” Het schilderen ging in fasen, “maar uiteindelijk heb ik het er vrij snel opgekwakt”.
Daarna volgden nog zestien andere portretten. Van vrienden, maar ook van psychiaters die zich na na de dood van William wel hielpen.
De portretten van vrienden zijn allemaal gemaakt toen ze de 50 jaar al voorbij waren. Dat is anders dan die van William. Die is altijd 34 gebleven. De vrienden waren in die tijd ook jonge mensen met problemen en met bijzondere levensverhalen.
Naast de schilderijen hangen hun verhalen over William. Ze konden het zestien jaar later zomaar terughalen en opschrijven. Het maakte Marian van Unen ook duidelijk dat je deze dingen nooit helemaal alleen beleeft.
“Het is eigenlijk voor iedereen fijn om portretten te kunnen tekenen die je lief zijn. En die je tot je dood helpen er doorheen te komen.”
Rust door de schilderijen
Marian van Unen is blij dat de portretten een plekje hebben gekregen in het Hannemahuis. Ze vindt het fijn om er te zijn en het geeft haar rust tussen de schilderijen. Voor de mensen die zijn geportretteerd, was het wel even slikken, maar ze vinden het ook mooi dat het verhaal nu op deze wijze wordt verteld.
“Voor mij zijn het allemaal vertrouwde mensen waar ik naar kijk. Het is een soort rust.”
Ze wil ook graag het verhaal vertellen omdat zoveel meer mensen zoiets ook meemaken en er wat aan kunnen hebben. Er ligt volgens Van Unen nog een groot taboe op het spreken over het verliezen van een kind in de psychiatrie. “Vader en moeder, het ga u goed, je kunt nog bij een rouwgroep, maar dat is het.”
Marian van Unen hoopt dat er daarna nog op andere plekken ruimte is voor de expositie. “Ik hoop dat er instellingen of organisaties zijn die dat zouden willen. En er dingen omheen organiseren.”