
Foto: Omrop Fryslân
Oekraïense frontsoldaten worden geholpen met visnetten uit Fryslân om drones te vangen. Maar het valt niet mee om daar genoeg netten naartoe te krijgen.
In drie jaar tijd heeft Otto Jelsma uit Dongjum al tweeduizend ton aan oude netten geleverd. Die beschermen heel effectief tegen drone-aanvallen.
Jelsma heeft een netwerk opgebouwd in acht verschillende landen. Er is inmiddels steeds meer vraag naar geld, vrijwilligers en netten. “Ze zijn echt levensbeschermend aan het front.”
De netten zorgen ervoor dat de drones er in vast komen zitten. Of dat de explosie boven het net plaatsvindt, en dat veroorzaakt minder letsel.

Inmiddels beschermen meer dan twee miljoen vierkante meter van de netten troepen en materieel. Over loopgraven, voertuigen en wapens worden meerdere lagen gelegd. Er zijn op deze manier al 87 Russische kamikazedrones uitgeschakeld.
Ook de Russen zien de waarde van de netten in. Zij hebben bijvoorbeeld een gedeelte van een weg van acht kilometer lang ermee beschermd.
Jelsma vindt dat onze overheid niet voldoende faciliteert met vergunningen en transport. “Het gaat nog log en langzaam. Ik weet dat ze achter de schermen op een ander niveau ook dingen doen. Maar voor de jongens aan het front is dit levensreddend.”
Hij ziet het als een probleem dat de overheid dat niet inziet. “Hoe meer levens we redden, hoe kleiner de kans wordt dat onze jongens daar straks naartoe moeten, omdat er niemand meer is om te verdedigen.”
Als oud-militair zag hij misschien wat eerder dan de beleidsmakers in wat de tactische voordelen van de visnetten zijn. Vanaf juni 2022 is hij begonnen met transporten, nadat ze ook al hulpgoederen heen en vluchtelingen terug hadden meegenomen.

Omdat alle tijd die hij in het werk kan steken nog niet voldoende is, zou Jelsma zich het liefst volledig op de visnettransporten willen inzetten.
“Over heel Europa uitrollen”
“Dan kunnen we nog betere netwerken opbouwen en dat het nog efficiënter gaat. En dat ook de regeringen erbij betrokken zijn. Want het mooiste zou zijn als we dit over heel Europa kunnen uitrollen.”
De inzet van alle mensen vindt hij geweldig. “In het begin was ik niet trots. Maar ik ben nu wel heel trots op de Nederlandse vrijwilligers. Echt. Dat is zo gedreven allemaal.”

Hij merkt dat de generatie die de oorlog heeft meegemaakt wel actief is, ook met donaties. De babyboomers vallen hem tegen. “Ik merk dat ze heel veel met hun vakanties bezig zijn.”
En zij willen volgens hem vaak alleen iets doen wanneer het hen uitkomt. “Een oorlog, daar moet je flexibel op meebewegen en dat mist nog.”
Uitdaging
Studenten zien het belang wel in, merkt Jelsma. Ze werken met een grote groep. “Nu de rest nog. Ik wil ze uitdagen om in beweging te komen.”