“Ik kan me geen periodes herinneren dat ik niet gelukkig was. Ik heb altijd een fijn leven gehad en fijne mensen om me heen.”
Oud-PvdA-politica Annet van der Hoek (72) uit Franeker is positief over het leven. Ze denkt dat dat ook wel met haar instelling te maken heeft. “Ik ben van nature een optimist.”
“Natuurlijk heb ik politiek wel eens ruzie gehad, maar ik herinner me niet dat ik verder moeilijke periodes heb gehad. Dus ja, misschien ben ik wel een zondagmeisje, als je dat zo wilt stellen.”
Van der Hoek groeide op in Drachten. Haar vader, Rein van der Hoek, had daar een brandstofhandel.
Het was een bijzonder gezin met grote leeftijdsverschillen. Vaders eerste vrouw kwam al jong te overlijden.
Toen hij 41 jaar was, trouwde hij met Van der Hoeks moeder, die toen 21 was. Uit vaders eerste huwelijk waren er al twee kinderen. Na kleine Annet kwamen er nog een broertje en een zusje.
Beroemde vader
In dat gezin met dat grote aantal leeftijden, heeft Van der Hoek zich altijd erg thuis gevoeld. “Het was een drukke huishouding met een strakke planning. Mijn moeder hield dat allemaal knap in de hand.”
Vader Rein was een beroemde man in Drachten. Naast zijn werk als ondernemer had hij bestuursfuncties bij de VV Drachten en de Drachtster Harmonie, waarin hij klarinet speelde.
Van der Hoek zelf mocht op dwarsfluitles toen ze elf jaar was. Twee jaar later kwam ze echt bij het korps.
Het huis aan de Burgemeester Wuiteweg staat er helaas niet meer. Het is jaren geleden al gesloopt.
Het doet Van der Hoek nog pijn dat Drachten niet wat zuiniger is geweest op zijn historische gebouwen.
Van het huis uit haar jeugd kan ze zich vooral de Jugendstil-elementen herinneren, zoals het tegeltableau in het portiek met een paardenbloem.
Een vraag bij de oudheidskamer of dat tableau dan niet van de sloopkogel gered kon worden, kreeg een opmerkelijk antwoord: dat hoeft niet, we hebben er al een foto van.
Niet bij een kerk, wel naar de zondagsschool
Als jong meisje scharrelde Van der Hoek veel in de buurt rond. Zo kwam ze regelmatig op bezoek bij de zusters Karmelitessen van de roomse kleuterschool vlak achter hun huis.
Daar was ook een prachtige tuin bij het klooster, die werd onderhouden door broeder Tuinman. Hij wist van alle kinderen uit de buurt wanneer ze hun verjaardag hadden. Voor iedereen had hij dan een aardigheidje. “Zonder verkeerde bijbedoelingen hoor”, lacht Van der Hoek.
“Zelf hoorden we niet bij een kerk, maar dat maakte niets uit. Ik ben wel naar de zondagsschool geweest, vooral omdat we daar een album konden krijgen met mooie plakplaatjes.”
Van der Hoek ging zelf naar de openbare school, die vanwege zijn vorm ook wel de broodtrommel werd genoemd. Het leren ging haar gemakkelijk af en het lag voor de hand dat ze daarna naar de HBS zou gaan.
Na de basisschool ging Van der Hoek naar de MULO, ondanks haar jonge leeftijd. Na dat jaar kwam een andere school eigenlijk niet meer aan de orde en zo ging ze fluitend door op de MULO.
“Dat het geen HBS is geworden, spijt mij achteraf trouwens wel”, vertelt Van der Hoek. “Ik heb uiteindelijk wel verder gestudeerd, maar dat was via de HBS allemaal net wat makkelijker geweest.”
Eerste sporten en danspasjes
Muziek en sport speelden beide een grote rol bij het opgroeien van Van der Hoek. Naast de Harmonie deed ze onder meer aan volleybal, tennis en handbal. Ze hield ook van voetballen: VV Drachten en later ook sc Heerenveen, waar ze nu nog steeds komt.
Als jong meisje raakte ze geïnteresseerd in andere muziek en uitgaan. Bekend waren de zogenaamde ‘sokkenballen’ die destijds in Drachten voor de jeugd werden georganiseerd in het VVV-gebouw. Ze denkt er met plezier aan terug, inclusief de eerste danspasjes en eerste vriendjes.
De politiek speelde thuis altijd al wel een rol. Zo stond vader (onverkiesbaar) op de lijst voor de PvdA bij de raadsverkiezingen. De jonge Van der Hoek had het met haar vader en opa vaak over de armoede van vroeger. Die opa was een echte aanhanger van Domela Nieuwenhuis en wees Van der Hoek bij fietstochtjes regelmatig op plekken waar die armoede nog altijd te zien was.
“Het nastreven van rechtvaardigheid werd mij zo wel meegegeven. Ik denk ook wel dat daar de kiem is gelegd voor het latere vakbond- en politieke werk: dat je iets wilde doen voor mensen die het minder hebben”, denkt Van der Hoek.
Na haar schooltijd kwam Van der Hoek als directiesecretaresse aan het werk bij waterleidingbedrijf IWGL. Ze werd ook al snel lid van de vakbond en zelf actief als voorzitter van het NVV-jongerencontact.
“Dat was mooi om te doen, al moesten we het wel opnemen tegen de ‘gestaalde kaders’ van vakbondsbonsen. Toch bleek ik met goede argumenten een eind te komen.”
In dat werk trof ze ook haar latere man, Maarten de Bok. “Hij was voorzitter van het NVV-jongerencontract in Groningen en we ontmoetten elkaar op een cursusweekend.”
Ze kwamen uiteindelijk in Franeker wonen toen Van der Hoek personeelsfunctionaris werd bij het psychiatrische ziekenhuis. Ze heeft daar meerdere functies gehad op het gebied van personeel en organisatie en uiteindelijk ook de fusie begeleid naar wat nu de ggz is.
Eind jaren tachtig kwam Van der Hoek voor de PvdA in de Provinciale Staten van Fryslân.
In die tijd moest ze, net als eerder haar moeder, strak plannen en organiseren om gezin, werk en politiek te combineren. Die combinatie was te doen omdat het politieke werk zich voornamelijk in Leeuwarden afspeelde.
Verzoeken om Tweede Kamerlid voor de PvdA te worden wees ze meerdere keren af. Toen de commissie in 1997 opnieuw bij haar kwam, vertelden ze dat dit wel de laatste keer was. Toen heeft ze na overleg thuis toch ‘ja’ gezegd en werd ze een jaar later Kamerlid.
Na de moord op Pim Fortuyn in 2002 veranderde het politieke landschap zodanig dat een tweede periode er niet in zat. Toch is ze blij met wat ze in Den Haag voor elkaar kon krijgen.
“Huiselijk geweld bijvoorbeeld – nu noemen we het vaak femicide – heb ik politiek op de kaart kunnen zetten. Tot die tijd was het vaak een kwestie van wegkijken. Wat achter de voordeur gebeurt, daar moet de politiek zich niet mee bemoeien, was toen nog vaak de opvatting.”
In 2009 werd Van der Hoek waarnemend burgemeester van Ten Boer, haar enige klus als burgemeester.
“Ik heb gesolliciteerd en ik ben ook wel uitgenodigd om te solliciteren”, zegt ze. “Zo heeft er eens een fractievoorzitter uit naam van een Friese gemeenteraad op de stoep gestaan met de vraag of ik daar burgemeester wilde worden. Eindelijk heb ik dat toch aan mij voorbij laten gaan.”
Hoewel ze het werk wel zag zitten, wilde ze niet verhuizen uit Franeker. “Ik was te veel gehecht aan ons prachtige huis (de Dekema Stins uit 1485, red.).”
“Ik keek gewoon op tegen een verhuizing naar een andere gemeente. Bovendien zat ik intussen ook in de directie van ons eigen bedrijf en ook dat paste mij goed.”
Wetterskip
In 2019 werd Van der Hoek lid van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân voor VNO-NCW. Net de andere kant dus dab die van de vakbonds- en politieke rode vrouw die ze altijd was.
“Maar dat kon wel, hoor. Er was een coalitieprogramma waarin ik me kon vinden. Partijpolitiek is er nooit een probleem geweest en die waterschapsperiode vond ik echt een feestje.”
Van der Hoek zou als senior de jongere generaties tot besluit nog graag als advies mee willen geven, dat ze moeten doorzetten.
“Leer je leven lang en zet door. Op welk terrein en op welk niveau dan ook, zet door!”