Nol Roelevink ligt onder vuur, maar zit niet stil. Uit onderzoek van Zilt blijkt dat hij na meerdere faillissementen alweer werkt aan een nieuw project, met hulp van een oude zakenpartner. Slot van een drieluik over de beruchte ondernemer uit Harlingen.
Wanneer Nol Roelevink in 2011 terugkeert uit Zuid-Afrika, na een gevangenisverblijf en twee rechtszaken die uitdraaiden op een vrijspraak, heeft hij geen geld meer. Het was een moeilijke periode, vertelt hij, maar hij kwam er doorheen dankzij de steun van zijn gezin.
“Ik heb geleerd hoe fijn het is om een team om je heen te hebben. Mijn vrouw en kinderen werden dat team. Ze stonden altijd voor me klaar. Het motiveert je en het helpt je.”
Roelevink zoekt ook hulp bij oude vrienden. Zo staat hij, na acht jaar weggeweest te zijn in Zuid-Afrika, ineens weer voor de deur bij Jelle Smit in Schalsum. “Hij had geen cent meer, en stond praktisch op straat”, herinnert Theo Smit zich, de zoon van Jelle.
Voor Theo was Roelevink altijd “ome Nol”, de beste maat van zijn vader. “Nol ging een huis in Harlingen huren en mijn vader hielp hem door het meubilair te regelen. Nol had ook plannen voor een nieuw bedrijf. Hij wou iets met telecom doen en heeft daar duizenden euro’s van mijn vader voor gebruikt.”
- Lees hier deel 1: Hoe Nol Roelevink al dertig jaar van geen opgeven weet
- Lees hier deel 2: “Fraudezaken staan bij justitie onderaan de ladder”
Roelevink erkent dat Theo’s vader hem financieel heeft geholpen. Het ging volgens Roelevink om zo’n 8000 euro. Jelle wilde dit geld terug toen hij ongeneeslijk ziek werd. “Vlak voor zijn dood vroeg hij me of ik het bedrag aan de kinderen kon terugbetalen”, vertelt Roelevink.
“Toen mijn vader in juli 2012 overleed, leefde Nol met ons mee. Maar toen ik het geleende geld van mijn vader terugvroeg, zei hij dat hij dat al had terugbetaald”, zegt Theo. “Dat was niet waar.”
Roelevink bevestigt tegenover Omroep Zilt dat hij die 8000 euro niet heeft betaald, maar zegt negen jaar eerder een veelvoud van dat bedrag te hebben geschonken aan Jelle. Dat geld zou hij hebben verstopt in een modelzeilboot. “Dat was mijn cadeautje aan hem, net als een Harley Davidson, voordat ik naar Zuid-Afrika vertrok.”
“Die modelzeilboot stond inderdaad in de vensterbank bij ons thuis”, vertelt Theo. “Die was helemaal dichtgelijmd en kon niet eens open. Toen ik dat ding kapotsloeg, zat er natuurlijk geen euro in.”
“Dat geld had Jelle er al lang geleden uit gehaald”, beweert Roelevink. Hij betreurt het verwijt aan zijn adres. “Jelle en ik waren echte vrienden.” Het geleende bedrag kon hij naar eigen zeggen niet terugbetalen, omdat het volledig opging aan het huishouden. Ook in de jaren daarna kwam het echter nooit tot een terugbetaling.
Hoewel Roelevink tegen zijn zieke vriend Jelle zegt dat hij volledig blut is, slaagt hij er februari 2012 toch in om twee bedrijven op te richten en te registreren in het Britse handelsregister. Zijn vrouw Ilonca en dochter Rossaly worden als bestuurders aangesteld, met een startkapitaal van elk 14.275 euro aan aandelen.
Als Omroep Zilt hem ernaar vraagt, zegt Roelevink dat het doel was om een zakelijk aandelenbelang te verwerven in de verkooprechten van het Belgische telecombedrijf Euphony in Groot-Brittannië en Duitsland. “Maar helaas ging dat bedrijf tijdens onze onderhandelingen failliet. Er zijn dus geen activiteiten ontwikkeld, en de Britse entiteiten zijn daarom ook weer opgeheven.”
‘Echte ondernemersvrijheid’
Nol Roelevink heeft een levenswandel vol uitersten: ambitieuze projecten, risicovolle verkoopstrategieën, faillissementen en juridische procedures. Van een verzekeringsbedrijf en een diamantwinningsproject tot een korte stap in de telecomsector – telkens begint hij opnieuw.
In 2014 start hij als ‘bedrijvendokter’. Als ondernemer die zowel successen als tegenslagen heeft meegemaakt, wil hij anderen inspireren met zijn ervaringen. Dat doet hij eerst samen met de Amersfoortse predikant en ‘business architect’ Gertjan Goldschmeding. Onder de naam Dutch Business Boosters bieden zij cursussen aan voor startende ondernemers en gevestigde bedrijven die streven naar ‘echte ondernemersvrijheid’.
“We deden die cursussen in het hele land en huurden daarvoor hotels”, vertelt Roelevink. Het idee lijkt op wat hij rond 1998 al deed met de businessclub Socrates Lifestyle Sociëteit: bijeenkomsten organiseren over financiële planning, persoonlijke ontwikkeling en lifestyle. “Niemand die daarover zal zeggen: ik ben opgelicht. Ik denk zelfs dat cursisten zullen zeggen: ‘Roelevink, dat is een fantastische vent’.”
Twee jaar lang geven Goldschmeding en Roelevink samen trainingen en cursussen. Voor hun activiteiten richten ze een administratiekantoor op: Stichting Economische vrijheid voor iedereen. Wanneer Goldschmeding zich meer gaat richten op boekhouding en automatisering, besluit Roelevink zelfstandig verder te gaan onder de naam Noll Business Boosters.
Röllfink Ambachtelijke Interieurspecialisten
“Ik heb een voorliefde om ondernemers te helpen”, zegt Roelevink in een promotiefilmpje uit 2016 op YouTube, waarin hij zijn bedrijf Noll Business Boosters aanprijst. Maar die uitdaging duurt niet lang, want al snel komt er weer wat nieuws op zijn pad.
Samen met een van zijn cursisten bedenkt hij een plan voor een bedrijf dat inbouwkasten verkoopt. “Het was vergelijkbaar met Ikea, maar dan in een hogere prijsklasse. Ik heb verkopers geworven, waaronder mijn schoonzoon Coen. Die jongens gingen op pad, we haalden klanten binnen en planden afspraken in.”
In april 2017 start zijn nieuwe bedrijf Röllfink Ambachtelijke Interieurspecialisten met de verkoop van inbouw- en inloopkasten in Nederland en België. Röllfink presenteert zich als een familiebedrijf en biedt op een gelikte website met stockfoto’s luxe kasten aan die in een eigen fabriek worden gemaakt en door vakmensen geïnstalleerd. Klanten moeten echter wel direct een forse aanbetaling van 50 tot 70 procent doen, vaak al de dag na de bestelling.
Al snel ontstaan de eerste problemen. Leveringen blijven uit, afspraken worden op het laatste moment geannuleerd, en communicatie met het bedrijf verloopt stroef of helemaal niet. Wanneer er wél wordt geleverd, klagen klanten over slechte kwaliteit, ontbrekende onderdelen en onafgemaakt werk.
Voor veel klanten resulteert dit in een maandenlange strijd om hun aanbetaling, vaak duizenden euro’s, terug te krijgen. Niet alleen klanten, maar ook leveranciers en medewerkers worden niet betaald, en aan de huur van een bedrijfspand in Groningen en belastingverplichtingen wordt niet voldaan.
Gedupeerden klagen op platforms als Google Reviews en Klachtenkompas van de Consumentenbond en melden zich bij consumentenprogramma Kassa en het CBW-keurmerk. De negatieve recensies stapelen zich op. Roelevink besluit zelf contact op te nemen met klagers. Soms maakt hij beloftes, maar hij dreigt soms ook met juridische stappen vanwege imagoschade.
‘Juridisch gezien kan dit’
In februari 2018 besteedt het tv-programma Kassa aandacht aan de misstanden bij Röllfink. De Centrale Branchevereniging Wonen besluit het CBW-keurmerk van de kastenbouwer in te trekken en richt een meldpunt op voor gedupeerden.
Het bedrijf wordt in maart 2018 door twee families gedagvaard, maar tot een zitting komt het niet. In mei 2018, een jaar na de start, wordt het bedrijf met zes werknemers failliet verklaard. Aanleiding was een gedupeerde klant die bij de rechter een vuistdik dossier indiende met klachten van een groot aantal klanten.
Volgens Roelevink zijn de problemen met het kastenbedrijf niet ontstaan door opzet of onkunde, maar door onverwachte technische problemen bij de productie. De machines werkten in het begin niet goed door een softwarefout, wat voor vertraging zorgde. De werkplaats in Groningen zou nieuwe machines krijgen die de beloofde kwaliteit en hoeveelheid kasten zouden kunnen leveren.
“In het begin ging het te langzaam, we moesten veel geduld hebben. Maar nadat de nieuwe machines waren geïnstalleerd, leek het goed te komen”, zegt Roelevink. Toch kwam hij in de problemen door een opeenstapeling van vertragingen en slechte ervaringen van klanten.
De uitzending van Kassa zorgde voor de genadeklap. “De houtleverancier en het marketingbureau zegden hun contract op. Toen lagen we echt op ons gat. We hebben een paar zware weken gehad. Onze kinderen werden op school uitgescholden: ‘Je vader is een oplichter!’”
Volgens de faillissementscurator Robert Verdonk uit Heerenveen heeft Röllfink een flink verlies op de omzet gemaakt. Hij noteert 76 schuldeisers die in totaal 317.000 euro opeisen, maar kan niet concluderen dat er sprake is geweest van wanbeheer.
Wel verbaast hij zich over de hoge salarissen die Roelevink, zijn dochter en schoonzoon zichzelf toekennen. “Je kunt er een moreel oordeel over vellen, maar puur juridisch gezien kan dit”, zegt hij tegen de Leeuwarder Courant.
‘Een bedrijf leiden, dáár gaat het mis’
De familie Roelevink herpakt zich alweer verbazingwekkend snel. In april 2018, nog voordat Röllfink failliet werd verklaard, richt schoonzoon Coen Eeltink een nieuw bedrijf op: De Gietvloer Meesters. Dit bedrijf, dat wordt geregistreerd op een kantooradres in Amsterdam-Zuidoost, specialiseert zich in de verkoop van exclusieve gietvloeren en pvc-vloeren aan particulieren door heel Nederland.
Het concept is vergelijkbaar met dat van het eerdere kastenbedrijf: in de kern draait het om een verkoopteam dat klanten werft en orders binnenhengelt. Met het vloerenbedrijf lijkt het echter beter te gaan. De eerste jaren verlopen vrij soepel en in vijf jaar tijd weet De Gietvloer Meesters naar eigen zeggen zo’n 1600 klanten in het hele land te bedienen. Vloeren worden verkocht alsof het warme broodjes zijn.
Het daadwerkelijk leggen van de vloeren wordt uitbesteed aan onderaannemers. Onder meer aan vakkundige vloerenbedrijven, maar in veel gevallen ook zzp’ers die soms vlug zijn geworven, matig werk leveren en fouten maken. Door de werkwijze van De Gietvloer Meesters komen uiteindelijk veel mensen in de problemen.
Klanten moeten binnen enkele dagen een forse aanbetaling doen en worden vervolgens maandenlang aan het lijntje gehouden met allerhande beloftes. Vloeren worden soms niet geleverd of slecht gelegd, zowel qua uitvoering als kwaliteit. Ontevreden klanten worden gecompenseerd uit aanbetalingen van nieuwe klanten. Tegelijkertijd verlopen de betalingen aan onderaannemers steeds moeizamer en blijven ze geregeld uit. Deze problemen escaleren in de loop van 2023.
“In eerste instantie was de samenwerking goed, maar betalingen werden slecht nagekomen”, zegt een directeur van een groot vloerverwarmingsbedrijf dat enkele jaren samenwerkte met Roelevink. Uiteindelijk concludeert hij dat Roelevink “misschien geen bewuste oplichter” is, maar wel iemand die meer belooft dan hij kan waarmaken.
“Zelfs bij ons op de werkvloer lopen de meningen uiteen”, zegt de directeur. “Het zijn een soort cowboys. Verkopen kunnen ze, dat gaat makkelijk. Maar een bedrijf leiden, waarbij je ook moet kunnen plannen, dáár gaat het mis.”
Boze klanten voor de deur
Klachten van boze en wanhopende klanten zwellen aan. In Facebookgroepen van gedupeerden van Roelevink wordt opgeroepen om negatieve reviews te plaatsen. Later worden dat ook aangiftes bij het Meldpunt Internetoplichting van de politie.
Begin dit jaar staat een groep boze klanten zowel voor de deur bij schoonzoon Coen als in de achtertuin van Roelevink. In februari 2024 besteedt het consumentenprogramma Kassa opnieuw aandacht aan de problemen en grieven van klanten en onderaannemers, en diezelfde maand nog is De Gietvloer Meesters failliet.
Door het faillissement verliest het vloerverwarmingsbedrijf ruim 100.000 euro. Een andere onderaannemer, het pas begonnen vloerenbedrijf Wellings Vloeren uit Emmen, wordt zelfs meegesleurd in het faillissement. De totale schuldenlast van De Gietvloer Meesters loopt op tot 3,5 miljoen euro.
Gedupeerde klanten die een rechtszaak tegen Roelevink overwegen, komen al snel tot de conclusie dat dit weinig zin heeft. “Mijn cliënt schat zijn schade op ongeveer 7000 euro, vooral voor de reparatie van zijn mislukte gietvloer”, zegt jurist Yannick van der Drift. “Maar door het faillissement valt er waarschijnlijk niets te halen.”
Ook Luuk Ederveen en zijn vriendin Carolina Chavez Zavaleta besluiten om die reden af te zien van juridische stappen. Zij hadden 90 procent van het totaalbedrag – 8000 euro – aanbetaald voor een pvc-vloer met verwarming in hun Amsterdamse woning, maar kregen deze nooit geleverd.
“Omdat we wel hadden betaald maar niets kregen, stonden we juridisch sterk”, zegt Luuk. “Maar zo’n proces zou misschien meer kosten dan wat we uiteindelijk terug zouden krijgen.” Inmiddels ligt er wel een pvc-vloer in hun woning, geleverd door een ander bedrijf. Maar die 8000 euro is verloren.
Roelevink meent dat de meeste klachten met vloeren van De Gietvloer Meesters zijn opgelost, met zo’n 900.000 euro aan reparaties. Door het faillissement kunnen klanten echter niet meer worden geholpen. “Blokker is ook failliet gegaan, daar kunnen klanten ook niet meer terecht als ze ontevreden zijn. Zo’n bedrijf kun je op dezelfde manier in een kwaad daglicht stellen.”
Het vloerenbedrijf draaide jarenlang goed, wil hij benadrukken. “We deden dit al sinds 2018, dus we hebben het meer dan vier jaar lang goed gedaan. Dat doe je niet als je mensen wilt oplichten.” Maar sommige klanten uit de beginjaren kampen nu nog met scheuren en bobbels in hun vloeren. Als dat geen oplichting is, wijst het in elk geval op gebrek aan vakmanschap en verantwoordelijkheid.
Het ‘riedeltje van Pasma’
Over het steeds terugkerende beeld dat hij een oplichter is, zegt hij: “Ik heb het effect van zo’n reputatie echt honderd procent onderschat. De eerste keer was het al een enorme klap, maar ik had geen idee hoe groot de impact zou zijn.”
Maar Nol Roelevink ziet zichzelf niet als iemand die anderen tekortdoet. In zijn verklaringen legt hij de oorzaak voor een mislukte onderneming vrijwel altijd bij externe factoren of andere partijen. Dat excuus loopt als een rode draad door zijn zakelijke avonturen.
Zo wijt hij het faillissement van zijn verzekeringskantoor Euro Consultants Noord in 2003 uitsluitend aan het afbouwen van de spaarloonregeling door de overheid. Dat hij naar Zuid-Afrika vertrok, naar eigen zeggen zelfs met een privévermogen van 11 miljoen euro, moet daar los van gezien worden.
Volgens hem was het vooral de toenmalige faillissementscurator Tjitze Pasma die, belust op zijn vermeende miljoenen, zijn reputatie heeft geschaad door hem af te schilderen als “de oplichter die naar Zuid-Afrika vluchtte”. Ook al wordt hij voor de rechtbank steeds vrijgesproken en heeft hij geen strafblad, dat “riedeltje van Pasma” zou hem blijven achtervolgen.
Dat de uitvinders van de mechanische gevelreiniger Skybrush zich bedrogen voelden omdat Roelevink hun patent verkocht, legt hij naast zich neer: volgens hem verkreeg hij de rechten op legitieme wijze. Zijn grandioze mijnbouwproject in Zuid-Afrika mislukte in 2006 naar eigen zeggen door een hebberige zakenpartner, de houthandelaar Gregory Dicey.
Ook de problemen met zijn andere bedrijven wijt hij aan omstandigheden buiten zijn controle. De inbouwkastjes van Röllfink faalden door haperende machines en ongeduldige klanten. Zijn vloerenbedrijf ging ten onder door stijgende inkoopprijzen, slecht afgeleverd werk van ingehuurde onderaannemers, de coronacrisis, de blokkade van het Suezkanaal in 2021 en, uiteindelijk, een online hetze.
Voor elke zakelijke miskleun heeft hij een uitvoerige verklaring, die hij met veel omhaal en details uiteenzet. Wie zijn verklaringen stuk voor stuk zou geloven, moet bijna denken dat het een en al karaktermoord is wat hem is overkomen. Zijn ‘waarheden’ staan bovendien lijnrecht tegenover de beschuldigingen van talloze personen, die volgens hem “allemaal in hun eigen verhaal lijken te zijn gaan geloven”.
‘Na drie, vier faillissementen hoor je er pas echt bij’
Oud-curator Tjitze Pasma, die tientallen gesprekken met hem voerde, zowel op kantoor als in de gevangenis, noemt het niets anders dan de verdichtsels en verdraaiingen van een onverbeterlijke oplichter. “Roelevink geeft altijd wel antwoord en de manier waarop hij het vertelt, zijn zulke mooie verhalen dat je er tranen van in je ogen krijgt.”
“Hij beweert altijd eerlijk spel te spelen en nog nooit iemand te hebben belazerd. Of het klopt niet wat een ander zegt, of een ander heeft het gedaan. Ik zei eens tegen hem: ‘Gebruik je talenten nou een keer om het rechte pad te bewandelen. Waarom altijd die dubieuze praktijken?’”
Dat vindt Roelevinks advocaat Sjoerd van Berge Henegouwen “nogal een krasse uitspraak” van Pasma. “Hij is een goede marketingman, en marketing is maar een deel van het geheel. Maar als het op andere punten misgaat, krijgt de verkoper de schuld vanwege zijn mooie praatjes.”
De advocaat benadrukt dat er in strafrechtelijke zin geen sprake is van oplichting. “Veel uitgaven die ondernemers doen, zelfs vlak voor een faillissement, vallen binnen de normale bedrijfsvoering en zijn niet strafbaar. Ondernemen brengt altijd risico’s met zich mee.”
Er wordt in Nederland sowieso wat schaamtevol gedaan over faillissementen, voegt hij eraan toe. “Terwijl je aan de andere kant van de oceaan er na drie, vier faillissementen pas echt bijhoort. Al neemt dat natuurlijk niet weg dat je je altijd netjes moet gedragen.”
Een raadselachtig Brits bedrijf
Omroep Zilt deed afgelopen jaar onderzoek naar Roelevink en voerde meerdere gesprekken met hem. Tijdens een van de laatste gesprekken, op een novemberochtend in hotel Anna Casparii, blikt hij nog een keer terug en vooruit. Want stil zit hij nog steeds niet.
Uit onderzoek van Omroep Zilt blijkt dat Roelevink na het bankroet van De Gietvloer Meesters en de mislukte doorstart met Vloeren Van Nu toch verder is gegaan met de verkoop van vloeren.
Een verkoper uit het midden van het land heeft zich bij Omroep Zilt gemeld. Hij werkt voor een nieuw project van Roelevink onder de naam Sure Blackstone & Brown, dat echter geen geregistreerd bedrijf is. De verkoper reageerde op een verkoopfunctie op banensite Indeed en dacht met dit ‘bedrijf’ in zee te gaan.
In werkelijkheid gaat hij vloeren verkopen die worden gelegd door een ander bedrijf: een voormalig onderaannemer van De Gietvloer Meesters, die door het faillissement in februari zo’n 70.000 euro is verloren. Op deze manier hoopt het vloerenbedrijf alsnog iets van Roelevink terug te krijgen.
Maar de verkoper die zich bij Zilt meldt, blijkt in april een jaarcontract te hebben gesloten met nog weer een ander, raadselachtig Brits bedrijf: Sure Energies Ltd. Zijn salaris wordt betaald via een Belgische bankrekening. Als het betaald wordt, want hij moet telkens achter zijn salaris aan. Hoe komt een Brits energiebedrijf in de vloerenverkoop in Nederland terecht?
“Het is een vriendendienst”, verklaart Roelevink, die er liever niets over kwijt wil. Sure Energies blijkt het bedrijf te zijn van Jürgen Knop, een oude zakenpartner van Roelevink uit zijn tijd in Zuid-Afrika. Deze vriend blijkt Roelevink te helpen om zijn vloerenverkoop voort te zetten. “Ik heb hem een keer uit de brand geholpen en nu helpt hij mij.”
Knop, die niet reageert op verzoeken van Omroep Zilt, is net als Roelevink vanuit Zuid-Afrika naar Europa verhuisd. Hij richtte in 2012 Sure Energies op. “Ik heb hem een keer in 2014 geholpen met een machinepark dat plastic in brandstof omzet”, verklaart Roelevink. “Ik zorgde voor de financiering en een loods in de buurt van Leipzig, en regelde dat de eigenaar van de loods een van de aandeelhouders werd”, verklaart Roelevink.
De fabriek is er nooit gekomen. Andere investeerders zouden zich hebben teruggetrokken. Hoe het daarna verder ging, zegt Roelevink niet te weten.
Vloerenverkoop of duurzame energie?
Toch ontdekt Omroep Zilt dat hij wel betrokken is bij Sure Energies, dat beweert duurzame energieoplossingen te bieden voor investeerders en overheden.
Hoewel de website van het bedrijf wat goedkoop en onprofessioneel oogt, klinken de plannen indrukwekkend. Zo zou er in de Britse industriehaven Ellesmere Port een fabriek komen die dagelijks 1.000 tot 3.000 ton plastic tot brandstof verwerkt. In de Indiase havenstad Mangalore zou een nog grotere fabriek werk bieden aan duizend mensen.
Of deze projecten daadwerkelijk zijn gerealiseerd, is onduidelijk. Er staan alleen wat artist impressions op de website. Roelevink stelt echter dat er wel degelijk zo’n fabriek in de Engelse haven staat.
Ook meldt de website dat Sure Energies naar Nederland wil uitbreiden onder de naam Sure Blackstone & Brown. Dezelfde bedrijfsnaam waarmee Roelevink dit voorjaar vloerenverkopers aantrok via banensite Indeed.
Er blijkt ook een Nederlandse website te zijn. “Sure Blackstone & Brown: Consultants in sales”, staat er op de pagina die nog in aanbouw is. Als Omroep Zilt er naar vraagt, bevestigt Roelevink dat hij met Knop onder die naam wil werken aan een project in Nederland. “Ik geloof in Knop en zijn internationale connecties.”
Maar wil Sure Blackstone & Brown zich nu richten op vloerenverkoop of duurzame energie? En hoe komt het dat een Nederlandse vloerenverkoper een contract sluit met een Brits energiebedrijf dat via België betaalt? Roelevink noemt het een tijdelijke constructie en geeft aan dat hij eigenlijk de verkoop wil verlaten. “De focus ligt uiteindelijk echt op duurzame energie”, benadrukt hij.
Hij schakelt in het gesprek moeiteloos van de ene naar de andere bedrijfssector. “Ik geloof dat we zo’n plastic-to-fuel fabriek ook in Nederland kunnen opzetten. Ik zie zelfs mogelijkheden om dit in de industriehaven van Harlingen te realiseren.”
De domeinnaam www.sureblackstone-brown.nl werd in februari van dit jaar geregistreerd door Nols 29-jarige zoon Leffert. “Ik ben handig met computers”, legt Leffert, die bij consultancyfirma Deloitte werkt, in een telefoongesprek uit. “Als mijn vader ergens hulp bij nodig heeft, help ik hem daarmee.” Daarmee houdt zijn betrokkenheid volgens hem ook op. Wat Sure Blackstone & Brown precies inhoudt, zegt hij niet te weten.
Naast zijn werk runt Leffert vanuit zijn huis in Dordrecht een meubelwebshop. Hij vertelt dat hij de meubels zelf in de avonduren en weekenden maakt en zo’n vijf à zes tafels per maand verkoopt. Het eikenhout voor zijn projecten haalt hij eenvoudig bij een houthandel om de hoek.
Maar sinds kort wordt zijn atelier vermeld in de Facebookgroepen van gedupeerden van zijn vaders bedrijven. Daarbij worden ook zijn adresgegevens uit het handelsregister gedeeld. “Ze denken dat ik, omdat ik Nols zoon ben, iets met hun problemen te maken heb. Dat vind ik oprecht vervelend, zeker omdat mijn werkplaats gewoon aan huis is”, zegt Leffert.
Nollie voor vrienden
Hoe dan ook, vader Nol Roelevink laat zich niet uit het veld slaan. “Je treft me nu wel terwijl ik aan de grond zit.” Hij zegt momenteel geen werk te hebben. “Maar ik ben er zeker van dat ik over een jaar weer met iets bezig ben, en dat het succesvol zal zijn.”
Ondertussen richt hij zijn aandacht op het schrijven van een boek om terug te blikken op zijn ondernemersjaren in Zuid-Afrika met zijn oude zakenpartner Knop. En hij wil een podcast maken: ‘Nollie voor vrienden’. Waarin hij met gasten praat over alles wat zijn belangstelling heeft.
Of curator Sylvain Caris een mogelijke gast van zijn podcast zal zijn, valt te betwijfelen. Die doet nog steeds onderzoek naar het faillissement van De Gietvloer Meesters. De curator zet vraagtekens bij een aantal overboekingen en contante geldopnames van samen zo’n 460.000 euro.
Eind december verwacht hij een definitief oordeel te geven over de vraag of er wel of geen sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur en of de administratieplicht is nagekomen.
Dit is het slot van een drieluik over de handel en wandel van de Harlinger ondernemer Nol Roelevink. Lees hier deel 1 en deel 2. Met speciale dank aan Judith Spanjers en Jeff Wicks.