
Foto: Omroep Zilt, Lennard Geerts
De Drentse familie die naar de rechter stapte om hun vakantiehuis op Terschelling te behouden, mag het huis definitief niet gebruiken voor recreatieve doeleinden. Dat heeft de Raad van State bepaald.
De gemeente Terschelling had het de eigenaren verboden om het boerderijtje in Lies als recreatiewoning te gebruiken. De familie vocht dat besluit aan bij de hoogste bestuursrechter, maar zonder succes: de Raad van State heeft de gemeente in het gelijk gesteld.
De woning was ooit eigendom van de oma van de familie. Sinds haar overlijden in 1992 werd het huis door de familie gebruikt als vakantieverblijf. “We hebben dierbare herinneringen aan onze vakanties op het eiland”, zegt de eigenaar, die al zeventig jaar op het Waddeneiland komt.
De gemeente Terschelling stelde in 2013 als regel in dat woningen op het eiland alleen recreatief gebruikt mogen worden als dat al vóór 1 juni 1994 het geval was. Dit moest voorkomen dat permanente woningen zouden verdwijnen ten gunste van rijke toeristen.

Volgens de gemeente was er op de peildatum geen sprake van recreatief gebruik, maar van permanente bewoning. Een gezin dat op Terschelling een nieuwe woning liet bouwen, stond ingeschreven op het adres en huurde het huis.
Volgens de eigenaren verliet het gezin het huis al in februari 1994, maar zij schreven zich pas in oktober van dat jaar uit bij de gemeente.
Volgens zowel de gemeente als nu ook de Raad van State geldt dit als permanente bewoning tot ná de peildatum.
Hoewel de voormalige huurders verklaarden dat ze het huis in februari hadden verlaten, vindt de Raad van State dat bewijs niet overtuigend genoeg. De familie mag het huis wel houden, maar recreatief gebruik is verboden.
Flinke boete
Dat betekent dat ze er zelf permanent moeten gaan wonen, het huis moeten verkopen, of voor langere tijd moeten verhuren.
Als de familie het huis tóch recreatief gebruikt, moeten zij de gemeente 4.000 euro per maand betalen. De boete kan oplopen tot 24.000 euro.
“We zijn erg teleurgesteld”, reageert de advocaat, die tevens familielid is. “Het voelt alsof we het vakantiehuis van onze oma verliezen, door iets dat dertig jaar geleden is misgelopen.”