In de magen van noordse stormvogels die langs de Noordzee aanspoelen, wordt steeds minder plastic gevonden. Dat is een goed teken, zeggen onderzoekers van Wageningen Marine Research. Al zijn we er nog lang niet.
Dit blijkt uit een update van een onderzoeksprogramma van het instituut. Al jaren worden dode en aangespoelde noordse stormvogels door vrijwilligers verzameld. Afgelopen jaar zaten er ook vogels van Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog en Terschelling bij.
De vogels worden naar een laboratorium gebracht voor onderzoek. Juist de noordse stormvogel is daar geschikt voor, want deze soort komt alleen aan land om te broeden en leeft dus van de zee.
Sinds het jaar 2002 is er sprake van een significante afname, stellen de onderzoekers. Minder plastic in de magen dus. Ondanks een kleine achteruitgang in de laatste jaren gaat het over een lange periode steeds beter.
Onderzoekers denken dat overheidsmaatregelen en bewustwording bij consumenten ervoor heeft gezorgd dat er minder plastic in de magen belandt.
Tussen jaren kan het nog wel wat variëren, daarom rapporteert Wageningen Marine Research over perioden van vijf jaar. Tussen 2018-2022 ging het om een gemiddelde van 0,26 gram plastic per noordse stormvogel.
In 2022 zijn er 66 noordse stormvogels verzameld aan de Nederlandse kust. Van hen had 94 procent plastic in de maag, gemiddeld 0,29 gram per vogel (in 19 stukjes).
Doel nog lang niet bereikt
Het streven van de Europese Unie is dat niet meer dan 10 procent van de noordse stormvogels meer dan 0,1 gram plastic in de maag heeft. Daar zijn we echter nog lang niet. Als de trend van de afname doorzet, worden de Europese doelen pas in 2074 gehaald.