Omdat de veiligheidssituatie in de wereld in rap tempo verslechtert, wil de Nederlandse krijgsmacht meer en vaker militaire oefeningen doen. Op locaties als de Vliehors Range op Vlieland en vliegbasis Leeuwarden wil Defensie daarvoor meer ruimte krijgen.
Dat staat in een brief die demissionair staatssecretaris Van der Maat vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In een bijgevoegde notitie is in kaart gebracht welke locaties in Nederland in aanmerking komen voor het opschalen van defensieactiviteiten.
Schieten met scherp
Zo heeft de krijgsmacht een grote behoefte aan meer mogelijkheden voor amfibische oefeningen. Op kleine schaal kan dat nu op Texel, maar daar zijn de mogelijkheden voor oefenen in de diepte en voor kustlandingen beperkt. Op de Vliehors Range kunnen de oefenplaatsen voor landingsvoertuigen juist worden uitgebreid en kan er ook met scherp geschoten worden.
Bij oefeningen met Apache-helikopters en onbemande vliegtuigen (MQ-9 Reaper) wil Defensie ook het gebruik van echte en oefenmunitie kunnen uitbreiden. De Vliehors is zo’n beetje de enige locatie in Nederland waar dit kan.
Op de Vliehors wordt er al het hele jaar door geoefend met oefenmunitie. Tussen september en februari mag er ook met scherp worden geschoten en mogen gevechtsvliegtuigen echte bommen afwerpen.
Vorige week nog vond er zo’n oefening plaats. Toen wierpen jachtvliegtuigen van de NAVO vier dagen lang bommen af.
Grote vloot NAVO-vliegtuigen
Daarnaast wil Defensie meer armslag krijgen op vliegbasis Leeuwarden. De basis moet in de toekomst grootschalige oefeningen zoals Frisian Flag blijven faciliteren, maar ook bij een eventuele troepenopbouw in Europa een grote vloot NAVO-vliegtuigen kunnen herbergen.
Om de geluidsoverlast in de omgeving te beperken, is het nodig om de tweede start- en landingsbaan te verlengen en in gebruik te nemen. Daarvoor is uitbreiding van de milieuruimte volgens Defensie noodzakelijk.
Ook wil het ministerie meer controle krijgen over wat er in de omgeving gebeurt. Momenteel kan Defensie weinig invloed uitoefenen op ruimtelijke ontwikkelingen die de militaire activiteiten kunnen belemmeren. De huidige mogelijkheden van de vlieglocatie worden nu ervaren als krap en niet flexibel.
Daarom wil Defensie een zogeheten “outer horizontal surface” in een straal van vijftien kilometer rondom de vliegbasis juridisch vastleggen. Daarmee moet de huidige beschikbare ruimte worden behouden en kan bijvoorbeeld het plaatsen van windmolens worden beperkt.
Afwegen met andere opgaven
Burgers, overheden en maatschappelijke organisaties kunnen tot en met 12 februari 2024 reageren op de plannen, die deel uitmaken van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). Verschillende ministeries zullen de vraag van de krijgsmacht naar meer ruimte afwegen met andere ruimtelijke opgaven.
Naar verwachting komt Defensie in de tweede helft van volgend jaar met een nationale beleidsvisie voor het NPRD.