De voormalige scheepswerf Welgelegen op de kop van het Vliet in Franeker is definitief gered van de sloophamer. De raad van Waadhoeke trok 240.000 euro uit voor de renovatie voor de laatste smidse van Fryslân.
De uiteindelijke restauratie en herontwikkeling van het pand wordt overgedragen aan een nog op te richten stichting. Stichting De Mouterij, die eerder met succes de herontwikkeling van de doopsgezinde vermaning op zich nam, heeft aangeboden daarin een rol te willen spelen.
Twee jaar geleden werd het vervallen bedrijfspand op aandringen van de stichting ‘Vrienden van de Stad Franeker’ door de gemeente voor 375.000 euro teruggekocht van de projectontwikkelaar die op het werfterrein woningen wil bouwen. Die bedong wel het recht van eerste koop, mocht Waadhoeke alsnog besluiten dat het niet in het pand wil investeren.
Dat gevaar is nu geweken. Het gebouw blijft er staan, wordt opgeknapt en krijgt een nieuwe functie als soortement buurtcentrum met woningen, kleinschalige horeca en een multifunctionele ruimte voor maatschappelijke doeleinden. De historische kernmerken van het pand en de uit 1828 daterende smidse blijven in die opzet behouden.
Rolf Bremmer (Vrienden van de stad Franeker) en Jan-Pieter Verhoog (Stichting De Mouterij) over de plannen voor de Oude Smidse:
Het besluit om het werfgebouw veilig te stellen, kwam er overigens niet zonder slag of stoot. Veel fracties maakten zich zorgen over de rentabiliteit van het toekomstige multifunctionele gebouw.
In opdracht van B en W deed Kenniscentrum Herbestemming Noord (KHN) onderzoek naar de herbestemmingsmogelijkheden en kwam tot de conclusie dat de exploitatie pas over 53 jaar sluitend is.
De benodigd investeringen houden namelijk niet op bij de kosten van aankoop en de gevelrenovatie. Voor een sanering van de grond is nog eens 400.000 euro nodig, terwijl de interne verbouwing en verduurzaming van het pand is becijferd op tenminste 960.000 euro.
Met die achtergrond besloot de raad daarom pas over te gaan tot daadwerkelijke renovatie als de nieuwe stichting een feit is en er een sluitend exploitatieplan op tafel ligt.