Oerol in gevaar door toeristenbelasting Terschelling: “Dit kost ons 45.000 euro”

Het maakt niet meer uit met welk doel je voortaan naar Terschelling komt: je moet sowieso toeristenbelasting betalen. De vrijstelling voor mensen die komen werken op het eiland is namelijk afgeschaft. En dat heeft grote gevolgen voor het festival Oerol.

Op Terschelling betaal je per dag toeristenbelasting á €2,16 per persoon. De eerste dag betaal je via het bootticket van de rederij. De tweede en verdere dagen gaat dat via de logiesverstrekker (per overnachting). Deze regeling zorgt ervoor dat toeristen die maar één dag komen ook bijdragen.

Voorheen hoefden mensen die voor hun werk op het eiland verbleven geen toeristenbelasting te betalen, maar die uitzondering bestaat niet langer. Volgens de gemeente is het doel van een bezoek niet relevant voor de heffing en paste deze vrijstelling niet in een transparante regeling voor de toeristenbelasting.

Dit betekent dat zowel toeristen als mensen die voor familiebezoek, studie of werk naar Terschelling komen, nu allemaal belasting betalen over hun overnachtingen.

Niet alle eilanders zijn het eens met deze nieuwe regel. Volgens een aantal ondernemers lopen de kosten om personeel van de vaste wal in te zetten op het eiland te veel op.

Voor de organisatie van het festival Oerol betekent het schrappen van de uitzondering een behoorlijke kostenpost. Veel van de mensen die meewerken aan het festival komen namelijk van de vaste wal.

“Het kost ons 45.000 euro want we hebben ongeveer 18.000 overnachtingen totaal”, legt Oerol-directeur Mikey Martins uit. “We hebben meer dan 600 vrijwilligers, 400 of 500 artiesten en constant personeel dat komt en gaat.”

En dat gaat de organisatie niet in de koude kleren zitten. Het organiseren van een festival op Terschelling is ieder jaar weer een grote uitdaging. En daarom heeft het betalen van toeristenbelasting grote impact.

“Het betekent namelijk weer extra kosten in een tijd waarin de uitgaves flink stijgen, maar de inkomsten niet”, zegt Martins. “We zitten al in een lastige positie, en daarom is het voor ons eigenlijk zeer zorgwekkend.”

Toch heeft de gemeente het geld hard nodig en vindt zij het niet meer dan reëel om deze stap nu te zetten.

“Wij halen per jaar ongeveer vijf miljoen euro binnen met toeristenbelasting”, legt wethouder Bert Wassink uit. “Dat is ongeveer de helft van onze inkomsten, de andere helft komt via de WOZ-belasting bij inwoners.”

Volgens de gemeente zijn dat ook de enige inkomsten die ze krijgt om het eiland te onderhouden. Ze verdeelt dat evenredig onder de eilanders en de toeristen. Over het hele jaar zijn er gemiddeld per dag ook meer toeristen op Terschelling dan eilanders.

“Als een kok hier vijf maanden lang de horeca komt versterken, is dat mooi”, zegt Wassink. “Maar in die vijf maanden gebruikt zo’n kok ook al onze voorzieningen. En dus is het redelijk dat er belasting wordt betaald.”

Volgens Oerol-directeur Mikey Martins genereert Oerol genoeg inkomsten voor de gemeente Terschelling en hoeft dat niet via de medewerkers te worden betaald. Het aantal toeristen dat speciaal voor het festival naar het eiland komt zou volgens de directeur minstens 300.000 euro aan toeristenbelasting moeten opleveren.

“Als je kijkt naar de hoeveelheid toeristenbelasting die tijdens Oerol wordt gegenereerd, zeggen we in het Engels: ‘don’t cut off your nose to spite your face’. Neem niet iets weg omdat je denkt dat je er meer aan verliest.”

“Ik snap best dat Oerol belangrijk is voor Terschelling”, reageert Wassink. “Heel veel mensen beleven er al meer dan veertig jaar een plezier aan en economisch is het ook van betekenis. Maar ja, de belastingheffing is voor ons ook belangrijk.”

Martins heeft zorgen over de toekomst van Oerol. “Als het festival financiële uitdagingen houdt en extra werk met vergunningen, duurdere licenties, productiekosten en accommodatiekosten dan kunnen we zo niet verder.”

“Oerol is niet belastingplichtig, dat is alleen de logiesverstrekker en de rederij. Zij brengen de 2,16 euro per dag in rekening bij degenen die hier naartoe komen”, legt Wassink uit. “Als Oerol zegt, daar springen wij in, want wij willen op een of andere manier die kosten voor onze rekening nemen, dat is dan een keuze.”

Oerol zou de keuze dus ook kunnen maken dat vrijwilligers, medewerkers en producenten zelf de belasting betalen. “Wij zouden een gesprek, een dialoog hierover op prijs stellen”, reageert Martins. “En dan ben ik er zeker van dat we tot een veel betere oplossing kunnen komen.”