De Witte Swaen gaat volgende week voor het eerst zeilen. De reconstructie van het expeditieschip van Willem Barentsz vaart dan vanaf Terschelling de Noordzee op.
In zo’n 38.000 uren aan werk is het schip afgelopen jaren gebouwd, met de Hollandse bouwmethode. Door die snelle bouw kon Nederland in een paar decennia de grootste zeegaande vloot van Europa bouwen.
Afgelopen eeuwen raakte die manier van bouwen in de vergetelheid. Na jaren onderzoek werd in Harlingen voor het eerst weer zo’n schip gebouwd.
De Witte Swaen, een reconstructie van het schip dat Willem Barentsz in 1596 op Nova Zembla bracht, gaat nu voor het eerst met zeilen varen. Op 7 september gaat het schip naar Terschelling, de geboorteplaats van Barentsz.
Op 9 september vaart het schip dan de Noordzee op. Dan wordt voor het eerst met de zeilen gevaren. “Voor de bouwers van het schip is het een spannende aangelegenheid om te ervaren hoe het schip zich onder zeil zal gedragen.”
De Witte Swaen bestaat uit zo’n 30.000 kilo hout en 244 vierkante meter zeil. De bouw heeft zo’n 12 jaar geduurd en er ging 20 jaar onderzoek aan vooraf.
Het schip is na de proefvaart ook een tijdje te zien op Terschelling. Op 13 september vertrekt de Witte Swaen weer naar Harlingen.