Niet de Provincie, maar de gemeenten zouden het COC financieel moeten steunen, dat vindt Gedeputeerde Staten. Dat plan is er al langer, maar nog geen van de Noordwest-Friese gemeenten draagt bij aan de LHBTI-organisatie.
“De gedeputeerde zegt dat ze geen geld aan één partij wil geven, omdat dan ongelijkheid ontstaat. Op zich vind ik dat een heel mooi standpunt, maar ik zou dan zeggen: geef geld aan iedereen”, zegt Sebastiaan Velda-Seerden.
De voorzitter van COC Friesland zou met een klein bedrag ook al blij zijn. “Als er tienduizend over is kan je het ook verdelen onder partijen die het nodig hebben.”
Velda-Seerden ziet weinig in het idee de financiering nu bij de gemeenten neer te leggen. “Sinds 2016 is dit eigenlijk al het plan geweest, de decentralisatie naar de gemeenten levert eigenlijk niks op. We hebben van de 18 gemeenten in Friesland 2 die actief subsidiëren voor de taken die wij kunnen uitvoeren.”
Met de subsidies van die twee, Leeuwarden en Súdwest-Fryslân, moet het COC de deuren open zien te houden.
“Onze deur is letterlijk vaak dicht”, vertelt de Franeker. “Alleen voor de groepen die we organiseren zijn we open. Overdag binnenwandelen zit er op dit moment niet in, dat hadden we vroeger wel.”
Verhaal kwijt
“Stel dat je op woensdagmiddag binnen wil lopen, met een vraag of als je graag je verhaal kwijt wil. 9 van de 10 keer kan dat op dit moment niet.”
En daar is wel behoefte aan, vertelt Velda-Seerden. “Als je bijvoorbeeld kijkt naar de LHBTI-jeugd, dan zie je dat het zelfmoordpercentage een stuk hoger ligt dan bij hetero jongeren. Daar is echt wel wat te brengen.”
Het COC hoopt dan ook dat de gemeenten nu wel bij gaan dragen. “Wat we graag zien is dat alle gemeenten de handen ineenslaan en een potje maken waarvan we kunnen bestaan.”