Jonge Friezen trekken naar het Westen, terwijl steeds meer Randstedelingen naar het Noorden verhuizen. In deze Bildtse Bluf vertellen ze zelf over snelheidsartiesten en muggen.
Hoi Anneke,
Wat grappig dat jij over het verkeersgedrag van ‘de’ Randstedelingen begint, want wij verbazen ons hier evenzeer over de rijstijl van de gemiddelde Friespersoon.
In heel ons dorp Ouwe Syl is het dertig kilometer, op de dijk en ook in elke woonstraat. Maar ze rijden over de oude dijk met honderddertig! Niet allemaal natuurlijk, maar er zitten genoeg snelheidsartiesten tussen! Als ik me wel aan die dertig houd, nou vooruit: 35, dan gaan ze pal achter me rijden en steken hun grote lichten aan, zo van: schiet jij eens een beetje op! Heel apart: iedereen klaagt, maar intussen rijdt iedereen te hard, ook de klagers die dat vertrouwelijk ook wel toegeven…
Wij wonen op een soort woonerf met vrijstaande huizen langs een rondweg. Mijn overburen met twee kleine kinderen zijn als de dood, want die twee broertjes rennen van de oprit onbekommerd de straat over. In onze straat woont een snelheidsacrobaat, die hier geregeld langs scheurt. Wat doe je dan? Aanspreken, maar dat hielp niet.
Mijn overbuurman kwam met een prima plan: wij parkeren onze auto’s vlak bij elkaar, elk half op de stoep, zodat snelheidsduivels moeten afremmen om er langs te slalommen. Wat denk je? Na een paar dagen stond hier zo’n geüniformeerd knuppelteam uit Franeker op de stoep. ‘Is dat uw auto? Die mag zo niet blijven staan. Volgende keer krijgt u een bekeuring!’
Ik legde uit dat wij in een prettig buurtje wonen, dat handhavers of politie hier nooit hoeven te komen en dat wij onze zaakjes hier onderling in goed overleg regelen. Ik schamperde er nog achteraan dat er helaas nooit handhavers zijn als onze buurtmaniak door de straat jakkert…
Nou, we hebben ze nooit meer gezien, die handhavers!
Mij valt op dat in Friesland de meest verschrikkelijke ongelukken gebeuren, altijd in de weekeinden. Eenzijdige ongevallen vaak, zo’n auto met jongelui, met van die petjes achterstevoren, knalt dan met hoge snelheid tegen een boom of duikt van de weg af, zo de vaart in.
Laatst nog hadden we hier in een dorp vlak onder Leeuwarden zo’n akelig verkeerdrama met vier doden. Vier jonge gasten, verschrikkelijk. Van een betrokken politieman hoorde ik dat zij een Maserati-motor in hun burgermansautootje hadden gebouwd. Maar dat lees je niet in de Leeuwarder.
Zoals je hier ook niet mocht lezen dat bij die recente bootramp, waarbij de veerboot naar Terschelling een taxiboot overvoer en vier passagiers omkwamen, beide boten te hard voeren. Niet een beetje, maar de ene twee keer en de andere drie keer de toegestane snelheid. Zoiets mag in Friesland niet meteen in de krant, want de Friezen redeneren: het is voor alle betrokkenen al erg genoeg!
Nou, ik mag in mijn krant graag meteen de hele waarheid lezen! Want alleen dan leren we wat. Ik ben natuurlijk niet naar Friesland gekomen om de Friezen wat te leren, maar juist om van de Friezen te leren. Dat lukt ook wel, hoor. Er valt nog genoeg te leren. Van onze buurtgenoten heb ik al heel veel geleerd.
Volgende keer vertel ik je meer over de Friese jeugd, waar je naar vroeg. Maak jij wel eens verbazingwekkende dingen mee, zo in het dagelijkse Haagse leven?
Stikbenieuwd ben ik naar je verhalen, voor nu mijn dikke Bildtse groetnis en tot volgende week!
Hoi Jos,
Wat een prachtige anekdotische vertelling van hoe het inderdaad gaat in de kleine Fryske dorpen… Heel herkenbaar! In mijn geboortedorp en de omliggende dorpen is er ook enorm veel van dat op maat gemaakte gewoonterecht en gedoogbeleid.
Eens in de zoveel tijd komt er import naar het dorp, ook wel aangeduid als ’Hollanders’. Sommige daarvan maken dan de fout om – vanuit het perspectief van de dorpelingen – bij het minste of geringste de gemeente te bellen. En als je dat dan ook nog doet als je nog niet eens een jaar in het dorp woont, dan moet je toch wel een driedubbele salto doen om nog weer bij mensen in het goede boekje te komen.
Ik moet zeggen, ik ben inmiddels wel enigszins ‘verwesterd’ of ‘verstad’. Voor deze bijna drie jaar in Den Haag heb ik ook in Groningen gewoond, en hoewel dat een dorpse stad is, is het wel een stad.
En mijn studie- en werkrichting zit ook in de juridische hoek, dat maakt mijn beeld wel gekleurd. Begrijp me niet verkeerd: nuchtere en pragmatische zit er zeker nog in, dus jullie plaatselijke oplossing voor snelheidsduivels bezorgt me een glimlach. Maar ik merk dat ik sneller dan voorheen moeite heb met het kortzichtige dat zich soms bij de Friezen de kop opsteekt.
Je vroeg of ik wel eens verbazingwekkende dingen meemaak hier. Het is wel bijzonder ja, om tijdens het WK voetbal van vorig jaar op een steenworp afstand van het gedrag van sommige Marokkaanse fans te wonen.
En voor de zekerheid een straatje om te fietsen, met knallen op de achtergrond die je je doen afvragen of je in een militaire oefening bent beland, of op oudejaarsavond. Of om protesten, tijdens corona maar ook rondom de boerenbeweging en de klimaatactivisten, van dichterbij mee te maken.
Wat ik daarin overigens interessant vind, is mijn eigen beeld van de krantenkoppen die verwijzen naar gebeurtenissen in Den Haag. Er wordt relatief vaak verwezen naar Transvaal, de Schilderswijk en Laak. Toen ik nog in het noorden woonde, had ik daar een heel negatief beeld van die wijken. Nu ik in een wijk er midden in woon, is het allemaal heel relatief.
Ik ben overigens benieuwd hoe je de recentelijke zomeravonden hebt gespendeerd! Zomeravonden in Den Haag zijn anders dan de zomeravonden zoals ik ze ken van het platteland. Het heeft hele charmante kanten: gezellig geklets vanaf de vele balkons, jazzmuziek vanuit openstaande ramen en nog tot laat gezelligheid op straat en op het strand.
Wel is het zaak om te beschikken over een goede waaier. Maar toch wel mijn favoriete aspect van zomer in Den Haag is het gebrek aan muggen: het enige, doch grote voordeel aan het beperkte groen hier. De ramen kunnen wagenwijd open, zonder dat ik ’s nachts lekgeprikt word. Die hapgrage, gevleugelde vrienden mis ik niet.
Tot schrijvens, met de inmiddels vertrouwde groetnis uit het Westen,