De aanleg van de vismigratierivier in de Afsluitdijk komt in een stroomversnelling, letterlijk en figuurlijk. Voor een bedrag van tussen de 12,5 en de 15 miljoen euro is de tweede fase van de aanleg aanbesteed aan Boskalis.
De Afsluitdijk werd op 28 mei 1932 gedicht: het bracht ons als mensen veiligheid, maar tegelijkertijd was het een ecologische ramp. Want de voormalige Zuiderzee en de Waddenzee werden abrupt van elkaar gescheiden. Vooral voor vissen is de dijk een grote blokkade.
De vismigratierivier moet deze belangrijke schakel in de zwemroutes van vissen weer terugbrengen. Het helpt hen straks van zout naar zoet water te kunnen zwemmen en vice versa.
Nu komt de IJsselmeerkant aan de beurt
De grootste klus voor het bedrijf Boskalis is de rivier aan de IJsselmeerkant. Die rivier wordt in totaal vier kilometer lang, met veel bochten.
“De lengte van de rivier is zo bepaald dat het voor de vissen langzamerhand overgaat van het zoute naar het zoete water”, legt projectmanager Wiepkje Elsinga van provincie Fryslân uit.
“Maar ook om ervoor te zorgen dat het binnen die rivier blijft en er geen zout water op het IJsselmeer komt ”
Tweede fase
De bedrijven BAM en Van Oord hebben in de eerste fase al flink wat werk verzet. Elsinga: “Aan de IJsselmeerkant is de westelijke kant van de vismigratierivier al gerealiseerd. Wat er nog komt, is de zuidoostelijke kant en het binnendeel: de befaamde kronkelende rivier.”
Aan de Waddenkant wordt er volgens Elsinga nog druk gewerkt aan een dam en de openingen in de dam waar de vissen in kunnen zwemmen, naast de spui.
“Daar komen straks de vissen naar binnen toe. In het eerste deel kunnen ze wennen en tot rust komen. Daarna zwemmen de vissen onder de dijk door, naar de IJsselmeerkant en dan verder de slingerende rivier op.”
Normaal gesproken een gat in de weg maken is niet genoeg, om allerlei redenen. Zo wordt ook het IJsselmeer gebruikt als drinkwaterbron en zou dit niet meer kunnen als er zout water in stroomt.
Vissen hebben er profijt van
Trekvissen hebben behoefte aan die verbinding om te kunnen opgroeien en zich voort te planten. Soms wachten er miljoenen vissen in de Waddenzee voor de spuisluizen.
Ze ruiken het zoete water en willen er naar toe, maar het water stroomt veel te hard voor de vissen. Het maakt dat de visstand zorgelijk laag is.
De rivier helpt bijvoorbeeld de paling, zalm, Europese steur, driedoornige stekelbaars en de Atlantische forel. Dat zulke populaties zich herstellen, is ook weer van belang voor vogels die de vissen eten. Bovendien maakt de verbinding het IJsselmeerwater gezonder en kan het aantal planten en dieren daar toenemen.
Kornwerderzand, bij de ‘vissnelwegen’
De vismigratierivier komt westelijk van de spuisluizen van Kornwerderzand te liggen. Juist dit is de meest ideale plek, omdat daar met de Lorentzsluizen flink wat zoet water naar de Waddenzee wordt gebracht. De rivier kan daar ook aansluiting vinden op de diepe geulen in het water, de ‘snelwegen’ voor de vissen.
Zoet en oud komen geleidelijk bij elkaar in de slingerende rivier, zoals vissen de tijd hebben om te wennen. De rivier volgt het tij van de Waddenzee en krijgt verschillende stroomsnelheden. Bij hoge waterstanden of storm kan de rivier met sluisdeuren nog wel worden afgesloten.
2025 moet het klaar zijn
Het werk is al in 2019 begonnen en de hoop is dat eind 2025 de eerste vissen de oversteek kunnen maken. Het volledige project zal waarschijnlijk zo’n 60 miljoen euro kosten en wordt in opdracht van de provincie Fryslân uitgevoerd. Maar er werken talloze organisaties en instanties aan mee.
De vismigratierivier bij de Afsluitdijk is een wereldprimeur. Er is al jaren nagedacht over de juiste aanpak, omdat een kunstmatige getijenrivier op de grens van zoet en zout water aanleggen behoorlijk complex is. Internationaal is er veel belangstelling voor het project.
Voor Wiepkje Elsinga is het daarom ook een prachtig project om aan te werken. “Heel beeldbepalend, we voegen echt een stukje nieuwe natuur toe aan de Afsluitdijk. Dat is nergens anders op de wereld gedaan. Het is uniek.”